Hoe creëer je een krachtige leeromgeving voor jonge kinderen? Op welke manier zet je een schoolbeleid voor het jonge kind op touw?
Van nature hebben jonge kinderen een onderzoekende en explorerende houding. Begeleid exploreren en beleven is de ervaringskans bij uitstek waarin je de nieuwsgierigheid en verwondering kunt prikkelen. Deze exploratiedrang wordt bevestigd in de leeruitkomst voor het ontwikkelveld Oriëntatie op de wereld: ‘Ik ben nieuwsgierig naar de wereld waarin ik leef. Ik exploreer mijn omgeving en verwerf inzicht in de wereld in al zijn dimensies’ en in de leeruitkomst bij IVoc ‘Ik ben nieuwsgierig en kritisch. Ik wil en kan de wereld rondom mij onderzoeken.’ Jonge kinderen zetten hun hele lichaam en alle zintuigen in bij het ontdekken van de wereld.
Een sterke voeling met de eigen beleving maakt dat kinderen vaak vol verwondering en bewondering in de wereld staan. Met een grote spontaniteit stellen jonge kinderen héél veel vragen, waaronder ook levensvragen. We staan samen met jonge kinderen stil bij deze levensvragen. Het biedt je als leraar kansen om te '(w)onder-wijzen'.
Hoe slagen we er in om ...
Jonge kinderen ontwikkelen zich en leren door te spelen. Spelen is hun manier om de wereld rondom hen te vatten en te leren kennen. Als je naar spelende kinderen kijkt, zie je dat ze heel actief en betrokken bezig zijn. Tijdens hun spel nemen kinderen sociale rollen (SErv4) op, ontdekken ze omgangsvormen (IKwn2), imiteren ze anderen (IKid3), gaan ze in interactie (SErv1) …
Naarmate het spel van kinderen evolueert, willen ze de wereld van de volwassene nauwkeuriger weergeven en ontstaat de behoefte om culturele vaardigheden te integreren in hun spel: in het vliegtuig zijn de zitplaatsen genummerd, bij het winkelen neem je een boodschappenlijstje mee … Hoe eenvoudiger het spel, hoe eenvoudiger de taal en hoe complexer het spel wordt, hoe complexer de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes worden.
Als leraar weet je dat spel een hoge ontwikkelende waarde heeft en net daarom wil je erin betrokken worden.
Denk samen met je collega’s na welke krachtige basismaterialen je kunt inzetten om tegemoet te komen aan de spel en spelontwikkeling van de jonge kinderen op je school.
Hoe slagen we er in om ...
Duik in de wereld van kleuteronderwijs en reflecteer aan de hand van onze nieuwe kijkwijzer. De kijkwijzer is een instrument om via drie invalshoeken in de kleuterklas te hospiteren, erover te reflecteren en in dialoog te gaan met leerkrachten.
Maak gericht een keuze uit ‘basisinrichting en basisuitrusting’, ‘doelgericht en planmatig aanbod’ en/of ‘begeleiden van kleuters’ binnen een krachtige leeromgeving. Deze kijkwijzer is meer dan een observatie-instrument, het stelt je ook in staat om de onderwijskwaliteit van je school te versterken. De kijkwijzer kan ook gebruikt worden door leraren wanneer ze bij elkaar gaan hospiteren in het kader van een leervraag. Je kunt deze kijkwijzer digitaal gebruiken, er zijn beschrijfbare blokken voorzien, of je kunt deze afdrukken.
Door een herkenbare structuur geven we kleuters een gevoel van veiligheid dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. Je kunt een duidelijke structuur aangeven door te zorgen dat kleuters begrijpen wat er in de klas gebeurt, bijvoorbeeld door activiteiten meerdere keren te herhalen. Herkenningspunten bieden is voor de jongste kleuters zeer belangrijk omdat ze zich in de klas nog onwennig voelen. Daarnaast kan een duidelijke structuur ook aangegeven worden door duidelijke regels en afspraken, samen met je kleuters, te maken en indien nodig te visualiseren. Bij de start van het schooljaar neem je voldoende tijd om samen met je kleuters deze nieuwe omgeving te verkennen. Je biedt hen houvast waardoor hun basisvertrouwen en emotioneel welbevinden versterkt worden.
In je dagelijkse werking zitten verschillende/diverse/meerdere routinemomenten. Een routinemoment is een terugkerende situatie die gekoppeld is aan een welbepaalde tijd en/of plaats op school. Bijvoorbeeld: voor iedere speeltijd worden jassen aangetrokken in de gang, op het eind van de dag worden de boekentassen gevuld met briefwisseling en/of liedjes- en versjesschriften, na het schilderen in de klas of het toiletbezoek wassen de jonge kinderen de handen.
Een routine zal pas echt een routine worden voor het jonge kind wanneer ze vertrouwd, herkenbaar en voorspelbaar worden. Je zorgt er dus voor dat tijdens deze routinemomenten de jonge kinderen in een veilige, vertrouwde sfeer vaardig worden in bepaalde handelingen die eigen zijn aan het routinemoment.
Belangrijk hierbij is dat jij als leraar een rijk taalaanbod voorziet waarbij jonge kinderen maximale spreekkansen krijgen en waarop jij gerichte feedback kan geven. In dit artikel vind je extra ondersteuning bij het uitwerken van routinemomenten.
De drie pijlers van taalgericht onderwijs bieden je handvatten om aan de slag te gaan met taal in je klas en op school.
Hoe slagen we er in om ...
Ook bij jonge kinderen streven we ernaar om situaties op een zelfstandige en verantwoordelijke wijze aan te pakken. We richten onze klas zo in dat materialen toegankelijk zijn voor jonge kinderen. Kinderen krijgen de kans om het verloop van de activiteit zelfstandig te bepalen en de problemen die ze daarbij tegenkomen, zelfstandig of met behulp van klasgenoten op te lossen.
Bij elk onderwijsarrangement denk je na over de passende ervaringskans. Je vraagt je af hoeveel sturing er nodig is om de vooropgestelde doelen na te streven. Je kiest voor geleid spelen en leren omdat je vermoedt dat kleuters jouw sturing nodig hebben tijdens het leerproces. Bij zelfstandig spelen en leren laat je de kleuter zijn eigen leerproces in handen nemen. Je kleuters geven zelf ook aan of ze een stappenplan of jouw begeleiding nodig hebben of wanneer ze zelfstandig aan een activiteit kunnen beginnen.
Het is van belang om kinderen te leren reflecteren over wat ze doen: kritisch reflecteren (IVoc4), vooruitblikken op wat ze gaan doen, plannen maken (IVzv3), nadenken over hun aanpak, op hun niveau filosoferen over de dingen die hen bezighouden. Zo ondervinden kinderen dat ze problemen kunnen oplossen (IVoc2 en IVzv4) en keuzes kunnen maken (IVzv1).
Zelfregulerend vermogen omvat ‘leren kiezen’ dat op zichzelf een belangrijke ontwikkelingswaarde heeft. Als kleuters zelf activiteiten kiezen, is de kans groter dat die aansluiten bij hun interesse en bij hun mogelijkheden. Kleuters kiezen normaal gezien activiteiten waar ze aan toe zijn. Omdat ze zelf hebben gekozen zal hun motivatie en betrokkenheid ook groter zijn. ‘Een keuze kunnen maken’ is nu eenmaal belangrijk, ook in het latere leven. ‘Activiteiten kiezen’ draagt dan ook bij tot ‘leren leren’ en tot ‘leren leven’. Het is zinvol om kleuters zelf hun activiteiten te laten kiezen.
Hoe slagen we er in om ...
In Vlaanderen mag elke 2,5-jarige op vastgelegde dagen instappen in de kleuterschool. Nagenoeg alle kinderen doen dat. Die eerste stap kan best spannend zijn, zowel voor de ouders als voor het kind. Een goede start betekent veel voor de verdere schoolloopbaan van kinderen, niet in het minst voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Het loont de moeite samen met ouders te zorgen voor een vlotte en warme overgang.
In het artikel Met veel zin voor leren en leven naar de kleuterschool vind je alvast een praktijkvoorbeeld.
Bij de overgang van kleuteronderwijs naar lager onderwijs zetten we in op een warme overgang. Op de themapagina Overgang kleuter-lager vind je onder andere meer informatie over de regelgeving in verband met de klassenraad overgang kleuter-lager.
Wil je als leraar en team kwaliteitsvolle kleuterparticipatie bevorderen? Hier vind je alvast nuttige informatie:
Hoe slagen we er in om …
Als je door de ogen van je kleuters kijkt, kan je op het spoor komen van hun drijfveren en hun interesses. Dit kan aanleiding geven tot de keuze van een belangstellingscentrum of een bron van inspiratie zijn voor een themaloze periode.
Thematisch werken wil zeggen dat je een bepaalde inhoud (vanuit de kinderen, vanuit je context, vanuit jou als leraar of vanuit het leerplan) verbreedt, verdiept en verkent met de kinderen in je klas.
Een persoonlijke brainstorm maar ook met je collega’s en de kinderen in je klas helpt je op weg om onderliggende arrangementen te vinden die tegemoetkomen aan de doelen die je in de focus plaatst. Bij het opmaken van je planning zorg je voor voldoende witruimte waarbij je kunt meespelen en observeren.
Het leerplan Zin in leren! Zin in leren! daagt je uit om via een gevarieerd aanbod van betekenisvolle contexten aan de slag te gaan met jonge kinderen. Het schema voor een krachtige leeromgeving helpt je bij de opbouw van onderwijsarrangementen.
Het stappenplan voor het uitwerken van het RKG-aanbod binnen een onderwijsarrangement (BC/thema/project) heeft als doel het levensbeschouwelijk aanbod zo sterk mogelijk te ondersteunen van brainstorm tot evaluatie. Meer duiding bij het RKG-aanbod vind je op de Thomaswebsite.
Wil je weten hoe je speel- en leerzones kunt verrijken met godsdienst? Lees er meer over in onze publicatie Verbinden in alle hoeken!.