We zetten in op sterk onderwijs voor het jonge kind.
Goed onderwijs voor jonge kinderen is gericht op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon. Het leerplan Zin in leren! Zin in leven! zet jou als leraar aan om deze harmonische ontwikkeling in je dagelijkse activiteiten na te streven. Alle ontwikkelvelden van het leerplan Zin in Leren! Zin in leven! doen ertoe. Een jong kind ontwikkelt zich immers op verschillende vlakken tegelijk.
Professionele leraren en lerarenteams geloven onvoorwaardelijk in de ontwikkeling en het leervermogen van elke leerling. Ze laten zich inspireren door de ‘te verwachten leeruitkomsten’ die bij elk ontwikkelveld en -thema zijn opgenomen. Ze houden rekening met de eigenheid van ontwikkeling van jonge kinderen.
Het ontwikkelproces is een grillig en vrij omvangrijk proces dat zich binnen verschillende ontwikkelvelden tegelijk afspeelt. Alle ontwikkelvelden beïnvloeden elkaar voortdurend en dit op het vlak van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes. In de interactie tussen het jonge kind en de omringende wereld krijgt ontwikkeling vorm. Kinderen doen ervaringen op waaraan ze, samen met de volwassene en andere kinderen, betekenis geven. Door betekenis te geven gaan ze verbanden leggen, ordening aanbrengen, benoemen ... Hoe vaardiger ze hierin worden, hoe meer vertrouwen ze krijgen om nieuwe ervaringen op te doen.
Bij het creëren van rijke ervaringskansen voor jonge kinderen blijf je de samenhang tussen ontwikkelvelden, ontwikkelthema’s, leerlijnen en ontwikkelstappen overzien.
De leerlijnen en ontwikkelstappen geven ons inzicht in hoe ontwikkeling verloopt. We weten echter dat de ontwikkeling bij jonge kinderen niet lineair verloopt en niet altijd onmiddellijk zichtbaar is in het gedrag en handelen van het kind. Je hebt ongetwijfeld al ervaren dat kinderen sprongen maken in hun ontwikkeling en soms onverwacht blijk geven van een fundamentele verandering.
Onderzoek wijst uit dat kinderen zich tot ongeveer de leeftijd van 7 à 8 jaar op een andere wijze ontwikkelen dan kinderen vanaf 8 jaar. Jonge kinderen leren vooral incidenteel. Dit betekent dat de wijze waarop jonge kinderen zich ontwikkelen nog meer onderhevig is aan factoren die samenhangen met de manier waarop de speel- en leersituatie wordt aangepakt zoals motivatie, interesse en het speelse karakter van het arrangement.
Jonge kinderen bezitten nog geen echte werkhouding en taakgerichtheid. Het is pas vanaf de leeftijd van 7 à 8 jaar dat het voor kinderen geleidelijk aan mogelijk zal worden om iets te leren met een duidelijke leerintentie. De activiteit hoeft dan niet meer ingebed te zijn in een spelvorm. Tot die leeftijd leren jonge kinderen vooral incidenteel.
In de benaming van de ervaringskansen vind je spelen én leren. Kinderen zullen zowel in zelfstandige als geleide ervaringskansen aangeven of ze vooral op een incidentele of op een meer intentionele wijze tot leren komen.
De peuter gebruikt zijn eigen naam om naar zichzelf te verwijzen. Op het moment dat hij zich wil onderscheiden van de ander gebruikt hij ‘ik’.
Aangezien kinderen tijdens de eerste levensjaren, op korte tijd, sterke veranderingen doormaken, zal je bij het bepalen van een focus oog hebben voor de ontwikkeling van je groep alsook voor de ontwikkeling van de individuele kleuters. Bij het bepalen van de focus is één van de centrale vragen: wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerling(en)? Je wordt als leraar uitgedaagd om passend in te spelen op verschillen in ontwikkeling en om een gedifferentieerd aanbod te voorzien.