Fiscale fiche 281.10

De fiscale fiche 281.10 is een individuele fiche voor werknemers (personeelsleden). Ze bevat niet alleen het loon, maar ook tussenkomsten, kostenvergoedingen en toegekende voordelen van alle aard.

Alleen gebruiken voor inkomstenjaar 2024, niet voor andere jaren.

Voor fiches van latere inkomstenjaren kunnen er andere regels van toepassing zijn

Werkgevers moeten een fiche 281.10 opstellen voor hun personeelsleden. Ze kunnen dat zelf doen of een beroep doen op hun sociaal secretariaat. De fiches moeten elektronisch worden ingediend bij Belcotax-on-Web en daarnaast moet er ook een exemplaar worden uitgereikt aan het betrokken personeelslid. Schoolbesturen zijn werkgevers. Ze moeten dus jaarlijks aan deze verplichting voldoen.

De werknemer gebruikt de fiscale fiche 281.10 voor de aangifte van de personenbelasting.

Voor de gesubsidieerde personeelsleden neemt AGODI de meeste (maar niet altijd alle) gegevens van de fiscale fiche 281.10 voor zijn rekening. Als de fiche die AGODI opstelt, onvolledig is, moet het schoolbestuur zelf een extra fiche opstellen, indienen en uitreiken met daarop de ontbrekende gegevens.

Voor de personeelsleden die het schoolbestuur zelf betaalt, komt AGODI niet tussen in de fiscale fiche 281.10. Het schoolbestuur is voor die personeelsleden verantwoordelijk voor alle gegevens van de fiscale fiches.

De uiterste datum van indiening is 28 februari 2025.

In welke gevallen?

sla link op in klembord

Kopieer

Je bezorgt de fiche aan personeelsleden:

  • die je rechtstreeks aanstelt ten laste van de werkingsmiddelen;
  • die je vergoedt voor voor- en naschoolse opvang en/of middagtoezicht of een flexi-job;
  • die hun loon ontvangen van AGODI én aan wie het schoolbestuur zelf ook nog tussenkomsten, terugbetaling van kosten en/of voordelen alle aard toekent die niet op de fiscale fiche staan die AGODI uitreikt.

Redenen om zelf nog een fiscale fiche op te stellen voor personeelsleden die hun loon ontvangen van AGODI zijn:

  • een tussenkomst voor woon-werkverkeer;
  • de vergoeding voor voor- en naschoolse opvang en/of middagtoezicht;
  • een terugbetaling van kosten voor dienstverplaatsingen in opdracht;
  • een tegemoetkoming voor het professioneel gebruik van de privécomputer;
  • een terugbetaling van kosten wanneer een personeelslid aankopen heeft verricht voor de school/het schoolbestuur;
  • de terbeschikkingstelling van een pc, internetaansluiting of smartphone die een personeelslid ook privé mag gebruiken met voordeel van alle aard dat AGODI niet op een fiscale fiche zet;
  • het gebruik van sociale maaltijden;
  • een conciërgewoning.

Wie krijgt er geen fiche 281.10?

sla link op in klembord

Kopieer

Aan vrijwilligers waarvoor aan de voorwaarden is voldaan, moet je geen fiscale fiche afleveren.

Bestuurders krijgen een fiche 281.30 of eventueel een fiche 281.20, geen fiche 281.10.

Externen die geen personeelslid zijn van het schoolbestuur moet je in sommige gevallen tegen 29 juni een fiche 281.50 uitreiken. Hun vergoedingen kan je niet op een fiche 281.10 vermelden.

Fiches uitreiken versus gegevens indienen

sla link op in klembord

Kopieer

Een werkgever mag in principe slechts één enkele fiche 281.10 bezorgen aan een personeelslid. Hierop bestaan er enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld:

  • Gesubsidieerd personeel krijgt doorgaans twee fiches: één van AGODI en één van het schoolbestuur;
  • Wanneer een personeelslid bij eenzelfde schoolbestuur tijdens een bepaald inkomstenjaar meerdere opdrachten heeft uitgevoerd, bijvoorbeeld tijdelijke vervangingsopdrachten telkens met een aparte arbeidsovereenkomst, moet je per opdracht een aparte fiche 281.10 opmaken.

Als een personeelslid in een inkomstenjaar in verschillende vestigingsplaatsen of instellingsnummers van hetzelfde schoolbestuur heeft gewerkt, moet je alle gegevens van dat personeelslid op dezelfde fiche 281.10 vermelden.

Zorg ervoor dat de informatie van de verschillende bestanden van het schoolbestuur overeenstemt met de informatie van de fiche 281.10 die je aan de personeelsleden uitreikt.

Een werkgever mag wel meer dan één bestand indienen bij Belcotax-on-Web. In dat geval spreken de scholen/vestigingsplaatsen/… met elkaar afdelingsnummers en/of volgnummers af.

Eén bepaald personeelslid kan voorkomen in verschillende bestanden van hetzelfde schoolbestuur.

Belcotax totaliseert zelf de bestanden van het schoolbestuur, van AGODI en van het sociaal secretariaat van het schoolbestuur.

Volgnummers versus afdelingsnummers

sla link op in klembord

Kopieer

Volgnummers zijn verplicht. Afdelingsnummers zijn facultatief.

Het nadeel van volgnummers alleen en geen afdelingsnummers in een schoolbestuur dat meer dan één bestand met fiches 281.10 indient, is dat de reeksen volgnummers mekaar kunnen gaan overlappen. Voorbeeld: wanneer is afgesproken dat school A de volgnummers 1 tot en met 100 mag gebruiken en school B van datzelfde schoolbestuur de volgnummers 101 tot en met 200, dan bestaat de kans dat school A uiteindelijk meer dan 100 volgnummers nodig heeft en de volgnummers die gereserveerd zijn voor school B zelf ook gaat gebruiken. Er zijn dan 2 fiches 281.10 met volgnummer 101.

Als de bestanden geen afdelingsnummers bevatten terwijl de volgnummers van verschillende scholen van hetzelfde schoolbestuur overlappen, dan veroorzaakt dat een blokkerende fout bij het indienen van het tweede bestand. Dit kan je vermijden door afspraken over afdelingsnummers te maken.

Een bestand met in te dienen fiscale fiches bevat dan één enkel afdelingsnummer, dat je maar één keer moet invullen en meerdere volgnummers. Een afdelingsnummer bestaat uit maximum 4 cijfers. School A kan in dit geval werken met afdelingsnummer 1 en school B met afdelingsnummer 2.

Correcties bij gebruik van afdelingsnummers

sla link op in klembord

Kopieer

Als je ingediende fiches (of ingediend bestanden) later nog moet corrigeren, dan kunnen afdelingsnummers soms moeilijkheden veroorzaken. Bij de correctie moet je immers niet alleen het volgnummer meedelen aan Belcotax maar ook het afdelingsnummer.

Het volgnummer kan je aflezen van de fiche die aan het personeelslid bezorgd is, het afdelingsnummer niet.

Je moet daarom zelf goed bijhouden welk bestand welk afdelingsnummer heeft gekregen.

Als je binnen het schoolbestuur alleen afspraken over afdelingsnummers hebt gemaakt en geen afspraken over volgnummers, dan is de kans bovendien groot dat het schoolbestuur meer dan één fiche 281.10 met hetzelfde volgnummer heeft gemaakt.

Sociaal secretariaat

sla link op in klembord

Kopieer

Als een sociaal secretariaat een fiche uitreikt voor een personeelslid, dan kan je de extra informatie over woon-werkverkeer, voordelen alle aard en de kosten eigen aan de werkgever aan het sociaal secretariaat bezorgen. Het sociaal secretariaat kan die gegevens dan op de fiche 281.10 toevoegen zodat het schoolbestuur zelf geen fiche moet uitreiken en over dat personeelslid ook geen informatie elektronisch moet indienen bij Belcotax-on-Web.

Fiches 281.10 van AGODI

sla link op in klembord

Kopieer

Sinds inkomstenjaar 2021 is de dienstverlening van AGODI uitgebreid. Naast het loon verwerkt AGODI ook:

  • de voordelen alle aard waarvoor het schoolbestuur de gegevens heeft ingestuurd naar haar werkstation via webEdison: de zendingen RL 17 en RL18;
  • de internetvergoeding van 20 euro per maand die AGODI uitbetaalt in het kader van cao XII als het schoolbestuur niet aan AGODI heeft meegedeeld dat het personeelslid niet in aanmerking komt.

Die voordelen alle aard en de internetvergoeding mag je niet opnemen op de fiscale fiche die het schoolbestuur uitreikt.

Wanneer een personeelslid door een reorganisatie (bijvoorbeeld een fusie) in het voorbije jaar in verschillende vzw’s tewerkgesteld is geweest, dan dient het personeelslid van elk van die vzw’s de gepaste fiscale fiche te ontvangen.

Hoe invullen?

sla link op in klembord

Kopieer

De schuldenaar van de inkomsten en de afzender

sla link op in klembord

Kopieer

Voor de fiches die het schoolbestuur uitreikt is het schoolbestuur de schuldenaar van de inkomsten en ook de afzender.

Bij fiches die worden opgesteld door een sociaal secretariaat is het schoolbestuur de schuldenaar van de inkomsten. De afzender is het sociaal secretariaat.

De geadresseerde

sla link op in klembord

Kopieer

De geadresseerde is het personeelslid.

Het personeelslid kan je op verschillende manieren identificeren. Dit kan ofwel door middel van:

  • het nationaal nummer (rijksregisternummer);
  • het BIS-nummer: toegekend door de diensten van de Sociale Zekerheid aan alle natuurlijke personen die geen nationaal nummer hebben. De structuur van het BIS-nummer is identiek aan die van het nationaal nummer.
  • het FIN-nummer: toegekend door de EU-landen aan hun onderdanen. Dit nummer gebruik je als het personeelslid niet in België gedomicilieerd is.

Als je geen van bovenstaande gegevens hebt om het personeelslid te identificeren, vermeld je naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats zoals vermeld op officiële documenten (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort, enz.).

Voor 95% van de personeelsleden moet je een correct nationaal nummer, BIS-of FIN-nummer vermelden.

Vak 14: Vergoedingen voor woon-werk verkeer

sla link op in klembord

Kopieer

De vergoedingen voor woon-werkverkeer vermeld je in vak 14 Vergoedingen en voordelen voor woon-werk verkeer:

  • Vak 14 a) Openbaar gemeenschappelijk vervoer voor personeelsleden die een tussenkomst woon-werkverkeer krijgen in de kosten voor trein, tram, bus, waterbus en/of metro, zowel wanneer het schoolbestuur de vervoersbewijzen terugbetaalt als wanneer er rechtstreeks aan een maatschappij voor gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt betaald in het kader van een derdebetalersregeling. Je moet het totale bedrag dat betaald werd in 2024 vermelden.
  • Als je met het Vak 14 b) Georganiseerd gemeenschappelijk vervoer in aanraking komt, gebruik dit vak dan niet want het is niet van toepassing. In de tool die Katholiek Onderwijs Vlaanderen ter beschikking stelt, komt dit vak niet voor.
  • Vak 14 c) Ander vervoermiddel gebruik je niet voor de fietsvergoeding maar bijvoorbeeld wel voor tussenkomsten woon-werkverkeer met de eigen wagen. Dit moet je doorgaans niet invullen aangezien de overheid voor de meeste personeelsstatuten alleen terugbetaling van woon-werkververkeer voorziet met openbaar vervoer en/of fiets. Voor leerkrachten die onderwijs aan huis verzorgen, voor leerondersteuners en voor stagebegeleiders is er een speciale regeling uitgewerkt. Het kan nodig zijn dat je dit vak wel invult voor deze personeelsleden. Om het onderscheid te maken tussen woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen moet je voor deze personeelsleden de 40-dagenregel volgen.
  • Vak 14 d) Verplaatsingen met een rijwiel of speed pedelec dient voor de verplaatsingen met de fiets, de elektrische fiets of speed pedelec waarvoor je de door het Departement Onderwijs voorziene fietsvergoeding woon-werkverkeer betaalt. Tot vorig jaar moest je nog het aantal kilometer (heen en terug)vermelden. Vanaf aanslagjaar 2025 moet je enkel het totaal betaalde bedrag vermelden.
    Nieuw is ook dat de vrijstelling van de fietsvergoeding beperkt wordt tot een maximum jaarbedrag van 3 500 euro en een maximum bedrag per kilometer van 0,35 euro.
    Als de tussenkomst meer dan 0,35 euro per kilometer zou bedragen, vul je hier het resultaat in van de vermenigvuldiging: aantal kilometer x 0,35 euro. Het verschil tussen de werkelijk betaalde tussenkomst en het berekende bedrag vermeld je in vak 6 a) Bezoldigingen. Je mag het bedrag niet beperken tot het vrijstellingsplafond van 3 500 euro per jaar.
    Het is aangewezen om het aantal afgelegde kilometers toch nog zelf te registreren omdat je zo bij een eventuele controle kan aantonen dat het bedrag per km niet te hoog was.
    Voor het personeel van onderwijsinstellingen is een tarief van 0,21 euro/km van toepassing.  Meesters-, vak- en dienstpersoneel krijgen 0,35 euro per kilometer. 

Opgepast: in de vakken 14 en 25 a) mag je alleen de tussenkomst in woon-werkverkeer vermelden, niet de vergoeding voor verplaatsingen in dienstopdracht!

Komt een personeelslid naar het werk vanaf een vaste verblijfplaats die niet zijn of haar officiële woonplaats is, dan wordt de vaste verblijfplaats voor de fiscale behandeling van de vergoedingen voor verplaatsingen gelijkgesteld met de officiële woonplaats.

Je mag de bedragen woon-werkverkeer alleen opnemen op de fiche van inkomstenjaar 2024 als je de bedragen daadwerkelijk hebt uitbetaald in 2024. Stel dat je in 2024 een busabonnement hebt terugbetaald dat doorloopt in 2025, dan zal dit volledig op de fiche van 2024 komen omdat het in 2024 werd terugbetaald aan de werknemer. Stel dat je een fietsvergoeding voor december 2024 pas hebt uitbetaald in januari 2025, dan moet je die pas opnemen op de fiche 281.10 van het inkomstenjaar 2025 die je opmaakt in 2026.

Vak 27 a) Eigen kosten van de werkgever

sla link op in klembord

Kopieer

Forfaitaire vergoedingen overeenkomstig ernstige normen

sla link op in klembord

Kopieer

Door de overheid vastgelegde maxima

sla link op in klembord

Kopieer

Onder meer voor de volgende kosten zijn er door de overheid maximum forfaitaire vergoedingen overeenkomstig ernstige normen vastgelegd:

Kilometervergoedingen voor dienstverplaatsingen met de eigen wagen, moto of bromfiets

sla link op in klembord

Kopieer

De fiscus aanvaardt zowel jaartarieven als kwartaaltarieven als ernstige norm.

De jaartarieven bedroegen voor dienstverplaatsingen in de periode:

  • 01/01/2024 tot en met 30/06/2024: max. 0,4280 euro/km;
  • 01/07/2024 tot en met 31/12/2024: max. 0,4415 euro/km.

De kwartaaltarieven bedroegen voor dienstverplaatsingen in de periode:

  • 01/01/2024 tot en met 31/03/2024: max. 0,4269 euro/km;
  • 01/04/2024 tot en met 30/06/2023: max. 0,4265 euro/km;
  • 01/07/2024 tot en met 30/09/2024: max. 0,4297 euro/km;
  • 01/10/2024 tot en met 31/12/2024: max. 0,4293 euro/km.

De onderwijswetgeving bepaalt wat schoolbesturen minimaal aan personeelsleden moeten betalen voor dienstverplaatsingen met de wagen. Meer informatie hierover vind je in 'Toelagen en vergoedingen'.

Kilometervergoedingen voor dienstverplaatsingen met de fiets mogen maximaal 0,35 euro/km bedragen.

De onderwijswetgeving bepaalt wat schoolbesturen minimaal aan personeelsleden moeten betalen voor dienstverplaatsingen met de fiets.  Meer informatie hierover vind je in 'Toelagen en vergoedingen'.

Tussenkomsten uitbetaald door het schoolbestuur in de kosten voor het professioneel gebruik van een privécomputer tot 20 euro per maand.

Tussenkomsten uitbetaald door het schoolbestuur in de kosten voor het professioneel gebruik van een internetaansluiting tot 20 euro per maand mag je niet vermelden als de betaling door AGODI is gebeurd. Betaalt het schoolbestuur deze vergoeding zelf, dan moet je deze vergoeding wel zelf als forfaitaire vergoeding overeenkomstig ernstige normen vermelden.

Tussenkomsten voor het professioneel gebruik van de privételefoon en/of het privé telefoonabonnement als je deze tussenkomst kunt staven met een dossier opgemaakt aan de hand van herhaalde steekproeven en observaties.

Vak 27 a) - Forfaitaire vergoedingen niet overeenkomstig ernstige normen

sla link op in klembord

Kopieer

Deze lijn moet je invullen:

  • als je hogere bedragen uitbetaalt dan de wettelijk vastgelegde forfaits.
  • als je een vergoeding uitkeert waarvoor de overheid geen forfait heeft vastgelegd, zoals bijvoorbeeld telefonie en je geen dossier hebt opgesteld waarmee je kunt staven dat de uitgekeerde vergoeding alleen dient om professioneel gemaakte kosten te dekken.

Probeer ‘forfaitaire vergoedingen niet overeenkomstig ernstige normen’ te vermijden want ze kunnen een fiscale controle en een nabelasting uitlokken.

Vak 27 a) - Vergoedingen op basis van bewijsstukken

sla link op in klembord

Kopieer

Hier moet je de som vermelden van alle terugbetalingen voor kosten die gebeurd zijn op basis van tickets en andere vervoersbewijzen openbaar vervoer, kassabonnen rekeningen, … die zijn uitgereikt door derden. Ook terugbetalingen van facturen op naam van het personeelslid moet je vermelden.

Als het bewijsstuk een rechtsgeldige factuur is op naam van de werkgever, dan moet je het bedrag van die factuur niet vermelden op de fiche 281.10.

Eigen kosten van de werkgever zijn:

  • tussenkomsten van de werkgever in kosten die de werknemer betaald heeft. Het zijn tussenkomsten in de aankoopprijs van privétoestellen en/of in telefoonfacturen en data-abonnementen die door de werknemer ook voor professionele doeleinden gebruikt;
  • terugbetalingen door de werkgever van kosten die in opdracht van een werkgever gemaakt zijn door een personeelslid.

Op de fiche van inkomstenjaar 2024 mogen alleen de bedragen worden vermeld die in de loop van kalenderjaar 2024 aan het personeelslid zijn betaald.

Ze worden niet belast in de personenbelasting. Je moet enkel de bedragen vermelden.

Vak 21 en Vak 27 d) Flexi-jobs

sla link op in klembord

Kopieer

Flexi-jobs bestaan in het onderwijs nog maar sinds 1 april 2024. Flexi-jobs kunnen binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs enkel voor wervingsambten binnen onderwijzend of beleids- en ondersteunend personeel, niet voor contractuelen zoals busbegeleiders, schoonmakers, extra ondersteunend personeel, opvang….

We raden aan om als flexi-job-werkgever samen te werken met een sociaal secretariaat voor de loonadministratie. De fiche 281.10 zal in dat geval door het sociaal secretariaat worden opgesteld.

Vak 21: Vermeld hier het bedrag van de bezoldigingen uit een flexi-job uitgeoefend door een niet-gepensioneerde werknemer tot een maximumbedrag van 12 000 euro. Als je meer dan 12 000 euro betaald hebt, vermeld het saldo dan in vak 6, a), ‘Bezoldigingen’.

Vak 27 d): Vermeld hier het totale bedrag van de bezoldigingen uit een flexi-job uitgeoefend door een gepensioneerde werknemer. Hier moet je geen rekening houden met een maximumbedrag.

Of iemand gepensioneerde of niet-gepensioneerde is, wordt beoordeeld op het moment van de prestatie (dus niet bij de betaling of toekenning). Het is mogelijk dat een flexi-job-werknemer in de loop van het inkomstenjaar overgaat van niet-gepensioneerde naar gepensioneerde. Als de flexi-job-werknemer al meer dan 12 000 euro bezoldigingen heeft gekregen vóór zijn pensioendatum, dan moet je de grens van 12 000 euro gebruiken voor dit deel van zijn bezoldigingen.

Vak 6 b) Voordelen alle aard

sla link op in klembord

Kopieer

Het voordeel alle aard is van toepassing wanneer:

  • de werkgever de toestellen heeft aangekocht, geleased of gehuurd bij een leverancier;
  • de werkgever de contracten van de abonnementen heeft afgesloten bij een leverancier.

De werkgever stelt die toestellen en/of contracten en/of abonnementen ter beschikking van zijn personeelsleden. Personeelsleden kunnen die toestellen, contracten en abonnementen ook in de privésfeer gebruiken. Het privévoordeel voor de werknemer is een belastbaar voordeel alle aard.

Als het schoolbestuur voordelen alle aard op de fiche 281.10 van personeelsleden moet vermelden, dan moet je de som van de bedragen op de fiche zetten en daarnaast de lettercodes van de soorten voordeel alle aard dat het personeelslid ontvangen heeft. Als een personeelslid meerdere voordelen alle aard ontvangen heeft, vermeld je meerdere lettercodes. Het te vermelden totaalbedrag kan een mix zijn van forfaitaire en niet forfaitaire bedragen.

Personeelsleden kunnen één of meerdere voordelen alle aard afkopen door een eigen bijdrage te betalen aan het schoolbestuur. Als een voordeel alle aard volledig is afgekocht, moet het niet op de fiscale fiche worden vermeld. Je mag een eigen bijdrage alleen in mindering brengen van het voordeel alle aard als het personeelslid de eigen bijdrage in de loop van het inkomstenjaar aan het schoolbestuur betaald heeft. Laattijdige betalingen in de loop van een volgend inkomstenjaar moeten in mindering worden gebracht van het voordeel alle aard van het volgende inkomstenjaar.

Vak 6 b) Forfaitaire voordelen alle aard voor computers, internet en telefonie

sla link op in klembord

Kopieer

Verwerking van de voordelen alle aard door AGODI

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan gegevens over sommige voordelen alle aard meedelen aan het werkstation via webEdison (zending RL17 en RL18). Dit is onder meer het geval voor de voordelen alle aard voor computer, internet en telefonie. Zie omzendbrief NO/2021/01. Als je van die mogelijkheid gebruik hebt gemaakt, vermeldt AGODI de voordelen alle aard op een fiche 281.10. Voordelen alle aard die je gemeld hebt aan AGODI en voordelen alle aard die gecompenseerd zijn door een eigen bijdrage, mag je niet op een fiscale fiche vermelden.

Verwerking van de voordelen alle aard door het schoolbestuur

sla link op in klembord

Kopieer

Uitsluitend professioneel gebruik

sla link op in klembord

Kopieer

Als personeelsleden de pc’s, laptops, tablets, gsm’s, smartphones, internetaansluitingen en telefoonabonnementen alleen professioneel mogen gebruiken (en niet in de privésfeer) en als het privégebruik verboden is door middel van een addendum aan de arbeidsovereenkomst, dan moet je niets op de fiscale fiche vermelden als voordeel alle aard.

Je mag het addendum aan de arbeidsovereenkomst niet vervangen door een gebruikers- of bruikleenovereenkomst. Voor de fiscus volstaat een gebruikers- of bruikleenovereenkomst immers niet.

Toegelaten privégebruik

sla link op in klembord

Kopieer

Je moet een forfaitair voordeel alle aard op de fiscale fiche vermelden voor zover het voordeel alle aard niet integraal door het personeelslid is afgekocht door middel van een eigen bijdrage.

Lettercodes van deze soorten voordelen alle aard die je op de fiche moet vermelden bij “Aard”:

Vaste pc of laptop voor persoonlijke doeleindenH
Internetaansluiting, zowel vast als mobiel en ongeacht het aantal toestellen dat van de verbinding kan gebruik makenI
Tablet of mobiele telefoon (gsm of smartphone) voor persoonlijke doeleindenJ
Vast of mobiel telefoonabonnementK

Voor de waardering van deze voordelen alle aard moet je niet de werkelijke bedragen van het privévoordeel meedelen maar wettelijke forfaits. Voor inkomstenjaar 2024 gelden volgende wettelijke forfaits:

  • voor pc’s en laptops: 72 euro/jaar of 6 euro/maand per toestel;
  • voor smartphones, gsm’s en tablets: 36 euro/jaar of 3 euro/maand per toestel;
  • voor internetaansluitingen (mobiel/vast): 60 euro/jaar of 5 euro/maand per personeelslid (niet per internetaansluiting);
  • voor telefoonabonnementen (gesprekken en data): 48 euro/jaar of 4 euro/maand per abonnement (niet per personeelslid).

Het is niet aangewezen om een vaste internetaansluiting ter beschikking te stellen aan gesubsidieerd personeel. Gesubsidieerde personeelsleden die een vaste internetaansluiting krijgen van hun schoolbestuur, verliezen het recht op de 20 euro internetvergoeding per maand die AGODI toekent aan gesubsidieerd onderwijspersoneel.

De bedragen per maand zijn van toepassing voor personeelsleden die pas in de loop van het jaar een voordeel van alle aard hebben verworven of waarvoor het voordeel van alle aard in de loop van het jaar is beëindigd.

Wanneer de medewerker een eigen bijdrage betaalt voor het voordeel alle aard, mag je deze bijdrage in mindering brengen van het voordeel alle aard. De eigen bijdrage moet effectief betaald zijn aan het schoolbestuur in het inkomstenjaar waarin het voordeel alle aard ontvangen werd. De betaaldatum van de eigen bijdrage bepaalt in welk jaar de eigen bijdrage in rekening mag worden gebracht. Als de eigen bijdrage gelijk is aan het voordeel alle aard, moet je geen voordeel alle aard vermelden op de fiscale fiche.

Wanneer je voor telefonie een systeem van split-billing hanteert, moet je geen voordeel alle aard vermelden op de fiscale fiche. De fiscus aanvaardt split-billing alleen wanneer het privégebruik van zowel telefoon- als internetabonnement door de provider rechtstreeks wordt gefactureerd aan de werknemer. Bij administratieve tolerantie moet je in dit geval zelfs geen voordeel alle aard vermelden voor de ter beschikking gestelde mobiele telefoon. Lees hierover meer in de circulaire 2018/C/63.

Voor personeelsleden die over meerdere voordelen alle aard beschikken, moet je de wettelijke forfaits samentellen en eventueel verminderen met de eigen bijdrage(n) voor bepaalde soorten voordelen alle aard.

Vak 6 b) Forfaitair voordeel alle aard voor het gebruik van sociale maaltijden

sla link op in klembord

Kopieer

AGODI biedt niet de mogelijkheid forfaitaire voordelen alle aard voor sociale maaltijden via het werkstation door te geven. Dit voordeel alle aard moet je altijd zelf vermelden op de fiscale fiche.

In vak 6 b) Voordelen alle aard moet je bij aard de letter E invullen. Als bedrag moet je ook hier de som van de betreffende wettelijke forfaits invullen:

  • ontbijt: 0,55 euro/dag of 198,00 euro/jaar;
  • hoofdmaaltijd: 1,09 euro/dag of 392,40 euro/jaar;
  • derde maaltijd (avondmaal): 0,84 euro/dag of 302,40 euro/jaar.

De jaarbedragen moet je toepassen voor personeelsleden die elke dag gratis op school of in het internaat eten (gedurende minstens 360 dagen in het kalenderjaar). Voor personeelsleden die niet op school eten in de schoolvakanties, in de weekends en op woensdag moet je ongeveer 140 dagen in rekening brengen. Wanneer er in een kalenderjaar 140 dagen op school gegeten is, dan zijn de bedragen:

  • ontbijt: 77,00 euro/jaar;
  • hoofdmaaltijd: 152,60 euro/jaar;
  • derde maaltijd (avondmaal): 117,60 euro/jaar.

Wanneer de personeelsleden een persoonlijke bijdrage betalen voor de maaltijden, dan mag je de werkelijke bijdragen aftrekken van de wettelijke forfaits. Je moet alleen het verschil vermelden op de fiscale fiche (als dit verschil groter is dan nul).

Gratis koffie, water, frisdrank en soep is een niet belastbaar sociaal voordeel. Daarvoor moet je niets op de fiscale fiche vermelden.

Vak 6 b) Forfaitair voordeel alle aard (conciërge-)woningen

sla link op in klembord

Kopieer

Gratis aan personeelsleden ter beschikking gestelde woningen of kamers moet je als voordeel van alle aard op de fiscale fiche vermelden in vak 6 b) Voordelen alle aard.

De aard vul je in aan de hand van de letters in onderstaande tabel:

HuisvestingB
VerwarmingC
Elektriciteit voor andere doeleinden dan verwarmingD

De wettelijk vastgestelde forfait voor één enkele kamer geïntegreerd in een woning inclusief verwarming, water en elektriciteit, bedraagt 0,74 euro/dag of 266,40 euro per jaar.

Wanneer het gaat over meer dan één kamer of een gemeubelde of een ongemeubelde woning moet je de waarde van het voordeel van alle aard bepalen op basis van het kadastraal inkomen.

Formules voor de berekening van het voordeel van alle aard in inkomstenjaar 2024 voor:

  • een ongemeubelde woning exclusief verwarming en exclusief verlichting : niet geïndexeerd kadastraal inkomen van de woning of het gedeelte van het gebouw dat als woning dienstdoet x 2,1763 x 100/60 x 2.
  • een gemeubelde woning exclusief verwarming en exclusief verlichting: niet geïndexeerd kadastraal inkomen van de woning of het gedeelte van het gebouw dat als woning dienstdoet x 2,1763 x 100/60 x 5/3 x 2.
  • wettelijke forfaits in inkomstenjaar 2024 voor gratis door de werkgever verstrekte:
    • verwarming: 1 090 euro;
    • elektriciteit: 550 euro. 

Je kunt het voordeel alle aard elektriciteit en/of verwarming alleen forfaitair toekennen als dat gebeurt samen met het verstrekken van een woning.

Dit zijn bedragen per jaar. Wanneer de huisvesting in de loop van 2024 gestart of beëindigd is, mag je het bedrag prorateren overeenkomstig de periode dat de huisvesting is verstrekt.

Van het voordeel alle aard huisvesting voor het inkomstenjaar 2024 mag je een eigen bijdrage door het personeelslid (bijvoorbeeld een huur) aftrekken op voorwaarde dat deze eigen bijdrage betaald werd in 2024.

Vak 6 b) Andere voordelen alle aard

sla link op in klembord

Kopieer

De code Z gebruik je bijvoorbeeld voor sociale voordelen zoals geschenken een premies als deze hoger zijn dan door de fiscus en/of de RSZ aanvaard.

Vak 25: Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst

sla link op in klembord

Kopieer

In vak 25 zet je een kruisje/vinkje bij ‘Ja’ als het personeelslid betaald wordt door AGODI en/of AGODI de loonadministratie uitvoert. Voor personeelsleden die door het schoolbestuur betaald worden, moet je het vakje Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst leeg laten.

Onderscheid tussen woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen voor TOAH/POAH, voor leerondersteuners en voor stagebegeleiders

sla link op in klembord

Kopieer

Als hierna de term ‘woonplaats’ wordt gebruikt, dan wordt met die term bedoeld: de officiële woonplaats of de vaste verblijfplaats.

Standplaats en vaste plaats van tewerkstelling

sla link op in klembord

Kopieer

De volgende verplaatsingen worden voor de fiscus beschouwd als woon-werkverplaatsingen:

  • van de woonplaats naar de standplaats en terug;
  • van de woonplaats naar een vaste plaats van tewerkstelling en terug.

Voor een leerkracht is de standplaats de vestigingsplaats(en) van de school waar hij is aangesteld.

De fiscus hanteert daarnaast ook nog bijkomend het begrip ’vaste plaats van tewerkstelling’. De vaste plaats van tewerkstelling is een locatie die niet de standplaats is en waar een werknemer 40 keer of meer aanwezig is in de loop van een kalenderjaar om er ‘wezenlijk werk’ te verrichten. Door de voorwaarde van ‘wezenlijk werk verrichten’ worden verplaatsingen om bijvoorbeeld alleen een kort gesprek te voeren of documenten op te halen of af te leveren, niet meegeteld bij de 40 keer per kalenderjaar. Je moet het aantal keren tellen dat de werknemer effectief aanwezig was om er wezenlijk werk te verrichten ongeacht op welke manier of van waaruit hij zich er naartoe heeft verplaatst en terug.

Als een werknemer tijdens een kalenderjaar minder dan 40 keer aanwezig is op een bepaalde locatie die niet de standplaats is om er wezenlijk werk te verrichten, dan is die locatie geen vaste plaats van tewerkstelling. De verplaatsingen van zijn woonplaats naar die locatie en terug zijn dienstverplaatsingen.

Wat betekent dit voor het invullen van de fiche 280.10?

sla link op in klembord

Kopieer

Personeelsleden weten vanaf de ondertekening van hun arbeidsovereenkomst of een locatie een standplaats is. Vergoedingen voor verplaatsingen van de woonplaats naar de standplaats en/of terug moeten ingevuld worden als vergoedingen voor woon-werkverkeer in vak 14.

Vergoedingen voor verplaatsingen van de woonplaats naar een vaste plaats van tewerkstelling en/of terug zijn ook vergoedingen voor woon-werkverkeer en moeten op dezelfde manier worden ingevuld. Of een bepaalde locatie in een bepaald kalenderjaar een vaste plaats van tewerkstelling is, kan men niet altijd vooraf weten. Als een personeelslid regelmatig op één of meer locaties werkt die niet de standplaats is, moet per locatie worden geteld of het personeelslid er in de loop van het kalenderjaar meer of minder dan 40 keer wezenlijk werk verricht. Komt het personeelslid er in een kalenderjaar 40 keer of meer voor wezenlijk werk, dan zijn de vergoedingen voor het traject tussen de woonplaats en de locatie tussenkomsten woon-werkverkeer. Komt het personeelslid er in een kalenderjaar minder dan 40 keer voor wezenlijk werk, dan zijn de vergoedingen voor het traject tussen de woonplaats en de locatie geen tussenkomsten woon-werkverkeer.

Vergoedingen voor verplaatsingen van de woonplaats naar een locatie die geen standplaats is en geen vaste plaats van tewerkstelling is, vermeld je op de fiscale fiche 281.10 als vergoedingen voor dienstverplaatsingen in vak 27 a) bij ‘Eigen kosten van de werkgever’.

Fiscale impact

sla link op in klembord

Kopieer

Vergoedingen voor dienstverplaatsingen zijn niet belastbaar in de personenbelasting. Vergoedingen woon-werkverkeer fiets of openbaar vervoer [link naar punt 4.3] zijn in de meeste gevallen vrijgesteld. Vergoedingen voor woon-werkverkeer met eigen wagen zijn belastbaar als ze meer bedragen dan 490 euro per jaar (geïndexeerd bedrag) als de werknemer gebruik maakt van het wettelijk kostenforfait. Voor belastingplichtigen die hun werkelijke beroepskosten bewijzen, geldt die grens van 490 euro per jaar niet en wordt de totale vergoeding belast.

Hoe indienen?

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan er voor kiezen om de fiches te laten opstellen door een sociaal secretariaat of zelf fiches op te stellen. Je kan er ook voor kiezen om de fiches van bepaalde (groepen van) personeelsleden door het sociaal secretariaat te laten opmaken en de fiches van de andere personeelsleden zelf op te stellen. Het sociaal secretariaat zal de fiches die door het sociaal secretariaat worden opgesteld ook zelf elektronisch indienen bij Belcotax-on-Web.

Als je alleen een fiche moet opstellen omwille van:

  • vergoeding voor- en naschoolse opvang en/of middagtoezicht;
  • tussenkomst woon-werkverkeer;
  • terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever;
  • voordelen alle aard

kan je gebruik maken van de Exceltoepassing.

Afschrift bestemd voor het personeelslid

sla link op in klembord

Kopieer

Het is verplicht een afschrift van de fiche 281.10 te bezorgen aan het personeelslid.

De afschriften mag je slechts aanmaken nadat alle foutmeldingen weggewerkt zijn en het BOW-bestand succesvol is aangemaakt.

Je mag hiervoor een eigen model van fiche ontwerpen, op voorwaarde dat dit dezelfde elementen (met uitzondering van het logo van de FOD Financiën) bevat als het officiële model. Je mag dit beperken tot die rubrieken of vakken waarin gegevens (bedragen of informatie) zijn vermeld. Respecteer daarbij wel de nummering van de vakken, de benamingen en de codes van het officiële model, evenals de verwijzingen en voetnoten met betrekking tot de op uw model gebruikte gegevens.

Als je gebruik maakt van het Excelbestand van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dan kan je ook de tool gebruiken om afschriften aan te maken voor de personeelsleden. Er wordt een Excelbestand GENPRINT aangemaakt en er is een eigen model van de fiche 281.10 in WORD. De tool van Katholiek Onderwijs Vlaanderen voegt de gegevens van het Excelbestand en het eigen model van de fiche in WORD samen. Meer uitleg hierover vind je in de handleiding waarnaar gelinkt wordt vanuit de webpagina Conversieprogramma's.

Bijkomende informatie

sla link op in klembord

Kopieer

De FOD Financiën publiceert jaarlijks:

Contact

Ruth Engelen
stafmedewerker
      02 507 08 40
      Trui Vermeersch
      stafmedewerker
          02 507 06 56
          ×
          Kijkt als...
          Niveau
          Regio