Gebruik de fiscale fiches 281.30 voor vergoedingen aan bezoldigde bestuurders die zitpenningen krijgen, voordelen alle aard of onkostenvergoedingen. Gebruik ze ook voor onkostenvergoedingen aan onbezoldigde bestuurders wanneer deze onkosten niet kunnen gekwalificeerd worden als vrijwilligersvergoedingen.
Gebruik deze informatie alleen voor fiches van inkomstenjaar 2023 (aanslagjaar 2024). Voor fiches van latere inkomstenjaren kunnen er andere regels van toepassing zijn.
Uiterste indiendatum: 29 februari 2024
Als de bestuurder presentiegelden (ook zitpenningen genoemd), voordelen alle aard of terugbetaling van kosten krijgt die niet als vrijwilligersvergoedingen kunnen worden beschouwd, moet je een fiche 281.30 uitreiken.
Een vrijwilligersvergoeding kan forfaitair of reëel zijn. Bekijk de voorwaarden van de vrijwilligersvergoeding. Als de vergoeding aan een bestuurder alleen uit een vrijwilligersvergoeding bestaat, reik je geen fiche 281.30 uit. Kun je de vergoeding niet als een vrijwilligersvergoeding beschouwen? Dan moet je een fiche 281.30 uitreiken voor het volledige bedrag van de vergoedingen.
Opgepast: een vaste vergoeding per vergadering waarbij alle bestuurders van een bepaalde categorie hetzelfde bedrag krijgen, is een zitpenning. Zitpenningen zijn geen vrijwilligersvergoedingen.
Elk jaar publiceert de FOD Financiën een model van de fiche 281.30 en een toelichting bij het invullen ervan
Voor de fiches die het schoolbestuur uitreikt is het schoolbestuur de schuldenaar van de inkomsten en ook de afzender.
Bij fiches die worden opgesteld door een sociaal secretariaat is het schoolbestuur de schuldenaar van de inkomsten. De afzender is het sociaal secretariaat.
De geadresseerde is de bestuurder.
De datum van indiensttreding en vertrek zijn niet van toepassing voor de fiche 281.30 en vul je dus niet in.
De bestuurder kun je op verschillende manieren identificeren. Dit kan ofwel door middel van:
Als je geen van bovenstaande gegevens hebt om de bestuurder te identificeren, vermeld je naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats zoals vermeld op officiële documenten (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort, enz.).
Je vermeldt de presentiegelden in vak 6 a. In dat vak vermeld je het totaalbedrag van de vergoedingen, dus ook met inbegrip van de terugbetalingen van verplaatsings- en/of andere kosten. Je vermeldt hier ook het bedrag van de voordelen alle aard.
De meest voorkomende voordelen alle aard zijn:
Meer uitleg over andere voordelen alle aard vind je op de website van de FOD Financiën.
In vak 9 vermeld je de aard en het totaalbedrag van de terugbetalingen van verplaatsings- en/of andere kosten die begrepen zijn in het bedrag van vak 6 a.
De bestuurder die zijn kosten bewijst, moet de beide bedragen in zijn aangifte personenbelasting opnemen. Hij wordt belast op het verschil tussen de vergoedingen en de terugbetaalde kosten (vak 6 a - vak 9). Wanneer de vergoedingen integraal uit terugbetaalde kosten bestaan, dan is het bedrag in vak 9 gelijk aan het bedrag in vak 6 a en dan wordt de bestuurder niet belast op de vergoedingen.
Bestuurders die hun kosten niet bewijzen, moeten contact opnemen met de belastingdienst om te bekijken hoe ze kunnen vermijden dat ze belast worden op de terugbetaalde kosten.