Door de principiële verplichte deelname aan de voorziene buitenschoolse activiteiten is het essentieel dat zij financieel toegankelijk zijn voor alle leerlingen. Het zal er voor de school dus op aankomen om eerst haar pedagogische en/of didactische doelen te bepalen, en die vervolgens zo budgetvriendelijk mogelijk te realiseren. Het moet alleszins de bedoeling blijven om het leren en opvoeden zo weinig mogelijk te belasten met dure activiteiten: de kostprijs van dergelijke activiteiten mag geen leerlingen uitsluiten.
Het is van belang dat de ouders vooraf volledige en duidelijke informatie krijgen met betrekking tot de onkosten die zullen aangerekend worden. De kosten m.b.t. extra-murosactiviteiten worden verplicht opgenomen in de bijdragelijst die deel uitmaakt van het schoolreglement.
Goede communicatie houdt in dat de bijdrageregeling niet alleen duidelijk de onkosten vermeldt van de geplande buitenschoolse activiteiten, maar dat die uitgaven ook voldoende gemotiveerd zijn. Omdat het schoolbestuur met de schoolraad dient te overleggen over de bijdrageregeling en over de jaarplanning van buitenschoolse activiteiten, is het aan te bevelen dat ook de buitenschoolse activiteiten zelf het voorwerp zijn van bespreking in de plaatselijke participatieorganen.
Alleen de kosten die de school effectief voor de betrokken leerling heeft gemaakt, kunnen in rekening gebracht worden. Het is aan te bevelen in een regeling te voorzien over het al dan niet betalen voor activiteiten waarbij de leerling afwezig was. Dat kan veel misverstanden voorkomen.