Een regelmatige leerling moet het geheel van de vorming van het structuuronderdeel waarin hij of zij is ingeschreven, bijwonen (behalve bij gewettigde afwezigheid). Het uitgangspunt is dan ook dat alle leerlingen van de doelgroep aan een buitenschoolse activiteit deelnemen. Het gaat immers om een zinvolle, lesvervangende activiteit.
Vroeger was bij elke afzonderlijke buitenschoolse activiteit het schriftelijk akkoord van de ouders vereist. Die verplichting is intussen afgeschaft.
Een weigering om deel te nemen aan een buitenschoolse activiteit is enkel mogelijk indien:
Indien een school in het schoolreglement bepaalt dat de deelname aan buitenschoolse activiteiten verplicht is, behalve bij gewettigde afwezigheid, dan kan de deelname worden afgedwongen. Ernstige redenen moeten bespreekbaar blijven. Is er sprake van slechte wil en kun je de leerling niet tot deelname bewegen, dan kun je de niet-deelname sanctioneren op basis van het orde- en tuchtreglement. Leerlingen die niet (kunnen) deelnemen worden op een pedagogisch verantwoorde manier op school opgevangen. Het schoolreglement kan er uitdrukkelijk op wijzen dat deze leerlingen verplicht op school aanwezig moeten zijn.