Beoordelingsschalen maak je zelf. Jij bepaalt welke doelen je gaat evalueren en welke criteria je daaraan vastpint.
Deze criteria zet je in een rooster en overloop je met de leerlingen vooraf. Op deze manier weten leerlingen vooraf reeds waarop ze dienen te letten.
Elk evaluatie-criterium is ingedeeld in vier niveaus:
De leraar communiceert zijn bevindingen uit de observaties naar de leerlingen. Idealiter heeft de leraar een gesprek met elke individuele leerling waarin de bevindingen besproken en bediscussieerd worden. Belangrijk is dat de feedback zich richt op het verbeteren van de leerprestaties.
Voorbeelden van succescriteria:
