Als werkgever ben je verplicht aangesloten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EPDBW). De EDPBW staat in voor die aspecten van de welzijnswetgeving die de IDPBW niet kan opnemen wegens het ontbreken van de juiste competenties. Zo kun je als werkgever een beroep doen op een arbeidsarts omdat je in de interne dienst PBW geen medisch departement hebt. De verdeling van de taken tussen de EPDBW en de IDPBW noteer je in het identificatiedocument.
De externe dienst PBW kan ondersteuning bieden bij de zeven welzijnsdomeinen:
Voor welke zaken je een beroep moet doen op de externe dienst, hangt af van het niveau van jouw preventieadviseur. Zo mag een preventieadviseur met niveau 1 of 2 meer opdrachten uitvoeren dan een preventieadviseur met een basisvorming. Het overzicht kan je helpen bij het in kaart brengen van de verschillende opdrachten en taken.
Als werkgever sluit je een overeenkomst af met de externe dienst. In die overeenkomst neem je de volgende zaken op:
De forfaitaire bijdrage die je aan de EPDBW moet betalen, is wettelijk vastgelegd.
Voor het gesubsidieerd personeel in het onderwijs wordt de forfaitaire bijdrage betaald per voltijdse equivalent en niet per werknemer. Alle betrokken partijen hebben die regeling goedgekeurd. Je vindt er meer informatie over in een artikel van 2015 in Schooldirect.
Voor het niet-gesubsidieerd personeel of de contractuelen is de wettelijke tarifering van toepassing.
In bepaalde gevallen hebben personeelsleden van je organisatie een rijgeschiktheidsattest nodig om collega’s of leerlingen te vervoeren. Meer informatie hierover vind je onder ‘Vervoer en veilige schoolomgeving’. Het is de arbeidsarts van de externe dienst die het rijgeschiktheidsattest uitreikt.
De arbeidsarts van de EDPW heeft een aantal opdrachten en verplichtingen op het vlak van gezondheidstoezicht. Zo zal hij deelnemen aan risicoanalyses om mee te beslissen of gezondheidstoezicht nodig is of niet.