Afspraken rond planningsdocumenten (bewegingswerkplan, planning in het jaar, lesvoorbereidingen, agenda …) worden op school gemaakt volgens het arbeidsreglement.
Als leraar lichamelijke opvoeding werk je voor je school een bewegingswerkplan (BWP) uit. Dat plan vormt een onderdeel van het ruimere schoolwerkplan (SWP). Het bewegingswerkplan heeft als doel de visie op het leergebied (zie ‘de Bewegingsgezinde basisschool’ en ‘Wat is goede lichamelijke opvoeding’) te vertalen naar de eigen schoolsituatie. Het houdt rekening met het leerplan ‘Zin in leren, zin in leven’ (Zill) en met de richtlijnen vanuit de pedagogische begeleiding. Een BWP is een flexibel werkdocument vatbaar voor aanvullingen, wijzigingen en veranderingen.
In het BWP vinden we naast de visie en planning ook informatie over verschillende bewegingsactiviteiten, begeleidings- of vormingsinitiatieven, functiebeschrijvingen ...
Mogelijke hoofdstukken in een bewegingswerkplan zijn:
Bewegingsactiviteiten voorzie je best dagelijks. Dat wil zeggen dat bewegen zich niet mag beperken tot de ingeroosterde uren lichamelijke opvoeding. Ook de klas(groeps)leraar speelt hier binnen het klas(groeps)gebeuren een belangrijke rol. (zie de Bewegingsgezinde basisschool)
Ondanks de noodzaak aan plannen, soms ook op langere termijn, blijft het toch van groot belang in te spelen op de noden van elk kind op ieder moment. Planmatig werken zorgt voor continuïteit in het leren indien dit systematisch en over korte en lange termijn wordt toegepast. Onderwijs dat zich alleen op korte termijneffecten richt, beoogt snelle successen maar hindert het systematisch opdoen van leerervaringen en daarmee de ontwikkeling van leerlingen.
In een ontwikkelingsgericht onderwijsaanbod ga ja als leerkracht op zoek naar hoe je de leerplandoelendoelen kunt realiseren binnen onderwijsarrangementen die inspelen op het competentiegevoel, de autonomie en de verbondenheid. Programma- en ontwikkelingsgericht onderwijs gaan dus hand in hand. (Zie Focus van uit het leerplan ‘Zin in leren, zin in leven’).
De planningsdocumenten voor lichamelijke opvoeding zijn dus een zeer flexibel hulpmiddel. Ze geven je de mogelijkheid om ruimte te voorzien voor observatie, evaluatie en bijsturing. Van daaruit kun je dan doelgericht en zinvol verder werken.
Bij de planning kun je wel al rekening houden met een aantal vaste gegevens zoals bijvoorbeeld de context, de chronologie van het jaar, de seizoenen, terugkerende feesten, zaal en accommodatie, koppeling aan belangstellingscentra of thema’s, projecten ...
Ook motorische ontwikkelingslijnen kunnen een goede leidraad zijn, mits respect voor de individuele leeftijd én het ontwikkelingstempo van je leerlingen.
Al leraar beschrijf je in je planningsdocument hoeveel tijd (bij benadering) aan de verschillende leerplandoelen besteed wordt. Er is vanzelfsprekend een harmonische verdeling over de verschillende bewegingsdomeinen rekening houdend met de aanwezige accommodatie, het aantal groepen en het werkelijk aantal lestijden dat beschikbaar is per jaar.
Ook rangschik je de activiteiten per bewegingsdomein in stijgende moeilijkheidsgraad, zodat je leerlijnen bekomt. Binnen de opgestelde planning zorg je als leraar lichamelijke opvoeding voor een verticale doorstroming doorheen de basisschool. Door aandacht te geven voor een geïntegreerde beweging en bewegingsintegratie, zal ook de horizontale doorstroming verzekerd worden.
Hierbij een voorbeeld van hoe je mogelijk te werk kan gaan.
Je legt voor de eigen school vast hoe het leerplan zal geconcretiseerd worden rekening houdend met het schooleigen opvoedingsproject.
Het volgende voorstel van planning slaat zowel op het planmatig werken binnen de lessen lichamelijke opvoeding (binnenrooster) als het plannen van allerlei extra bewegingsmomenten (binnenrooster algemeen en buitenrooster).
Binnenrooster Binnenrooster algemeen Buitenrooster = bewegingsactiviteiten binnen de lessen lichamelijke opvoeding = alle geplande bewegingsactiviteiten binnen de schooltijd, buiten de lestijden lichamelijke opvoeding = alle bewegingsactiviteiten buiten de reguliere schooluren Wat:
- uurregeling en algemene afspraken
- planning in het jaar Wat:
- geprogrammeerde bewegingsintegratie bijvoorbeeld verkeersopvoeding
- sportdagen
- speelplaatswerking
- bewegingsprojecten, …Wat:
- activiteiten, georganiseerd door de school, al dan niet in samenwerking met derden (de school, sportfederatie (MOEV), gemeente) Bijvoorbeeld: woensdagnamiddag-activiteiten
- deelname is op vrijwillige basis Wie:
- lera(a)r(en) lichamelijke opvoedingWie:
- lera(a)r(en) lichamelijke opvoeding
- de klas- of groepsleraar
- de directie
- derden
- het team
Op voorwaarde dat het schoolbestuur en de directie verwittigd worden en de activiteit goedkeuren.Wie:
- leraar lichamelijke opvoeding
- de schoolsportfederatie (MOEV)
- derden (bijvoorbeeld sportdienst gemeente)
Op voorwaarde dat het schoolbestuur, de directie en de ouders verwittigd worden en de activiteit goedkeuren.
Om zichzelf te vormen beschikken leraren over vele mogelijkheden: de ondersteuning vanuit de pedagogische begeleiding, vorming en bijscholing, deelname aan intervisie, collegiale consultatie of lectuur van vakpublicaties. Daarbij is aanwezigheid op de regionale netwerking en de mogelijkheid om binnen de eigen scholengemeenschap een netwerk van leraren lichamelijke opvoeding uit te bouwen, van cruciaal belang.
Met een gepersonaliseerde functiebeschrijving weet ieder teamlid duidelijk wat de verwachtingen zijn en dient als leidraad bij functionerings- en evaluatiegesprekken. De kijkwijzer voor een klasbezoek kan het proces mee ondersteunen.
Het al dan niet maken van voorbereidingen gebeurt in afspraak, volgens de teamafspraken die samen met de directie werden opgesteld. Enkele aspecten zijn daarbij belangrijk:
Ook al is de agenda of het klasboek een persoonlijk en functioneel document, toch wordt het meestal ingevuld en gebruikt volgens de teamafspraken die samen met de directie werden opgesteld. Twee aspecten zijn daarbij belangrijk:
Bij wijze van antwoord op die vragen een suggestie:
Het document Ontwerpen van een krachtige leeromgeving met Zin in leren! Zin in leven!: Zo doe je dat kan hierbij een prima hulpmiddel zijn.