We onderscheiden negen vormingscomponenten:
Levensbeschouwelijke vorming geeft leerlingen de tijd en ruimte om te zoeken naar wie ze zijn en wat ze zullen worden. Leerlingen maken voortdurend keuzes. Vanuit de dialoog met de eigen leefwereld, de diverse samenleving en het christelijk geloof, geven leerlingen hun levensbeschouwelijke identiteit vorm.
Culturele vorming biedt leerlingen de mogelijkheden om cultuur en kunst te verkennen en te begrijpen. Leerlingen leren de wereld kennen in zijn veelkleurige culturele diversiteit. Via culturele vorming komen zij ook in contact met het artistieke. Zij ontwikkelen zin voor esthetiek en voor schoonheid.
Door economische vorming leren leerlingen over het belang van economie in de wereld en in hun eigen leven. Zij worden uitgedaagd tot ondernemingszin. Economische vorming zet leerlingen ertoe aan om een rol binnen de samenleving op te nemen. Leerlingen denken na over de relatie tussen welvaart en welzijn, ecologie en economie, economische vrijheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Lichamelijke vorming draagt bij tot het ontwikkelen en onderhouden van de motorische competenties van leerlingen. Zij oriënteert leerlingen naar een gezonde, veilige en fitte levensstijl. Door zich lichamelijk te vormen, leren leerlingen van hun lichaam houden en het gebruiken om het eigen welzijn en het welzijn van anderen te bevorderen. Ze houden daarbij rekening met de eigen lichamelijke grenzen en mogelijkheden.
Maatschappelijke vorming leert leerlingen om hun eigen weg en plaats te vinden in de complexe en veelzijdige maatschappij. Historische vorming nodigt leerlingen uit om het verleden te leren kennen en er in dialoog mee te treden. Maatschappelijke en historische vorming zet leerlingen aan om een gastvrije en rechtvaardige wereld te creëren.
Natuurwetenschappelijke vorming leert leerlingen om op een methodische wijze betrouwbare kennis over de natuur en de wereld te onderzoeken en te verwerven. Technische vorming biedt leerlingen de kans om op een wetenschappelijk verantwoorde manier producten te creëren. Iets wetenschappelijk onderzoeken en het technisch realiseren zijn twee zijden van hetzelfde vormingsproces. Leerlingen komen in contact met de fascinerende digitale, technologische ontwikkelingen in onze samenleving. Zij leren nadenken over maatschappelijke en ethische vragen die met wetenschap, techniek, duurzaamheid en ecologie te maken hebben.
In sociale vorming leggen we de focus op de mens als een relationeel wezen. Leerlingen leren zichzelf kennen als meer dan ‘losse individuen’, maar herkennen en erkennen zich als persoon en als knooppunt van relaties. Door sociale vorming leren leerlingen omgaan met het complexe samenspel tussen lichamelijke, gevoelsmatige, relationele en spirituele factoren in hun persoonlijke ontwikkeling. Sociale vorming daagt hen uit om met anderen in interactie te treden en zo duurzame sociale en relationele vaardigheden te ontwikkelen.
Vorming in talen versterkt leerlingen in de kennis en het gebruik van de eigen taal en van andere talen. Talige vorming ondersteunt de persoonlijke vaardigheid van leerlingen om te communiceren. Ze leert leerlingen van taal te genieten in zijn vele vormen. Ze stimuleert leerlingen tot talige expressiviteit en creativiteit. Taalonderwijs verrijkt de interculturele vorming van een leerling. Taal is enerzijds nodig om greep te krijgen op de eigen omgeving, maar anderzijds biedt taal ook kansen om de meertalige en veelzijdige wereld om ons heen op een gastvrije wijze te verbeelden en te ontsluiten.
Wiskundige vorming maakt leerlingen vaardig om wiskundige grondbeginselen en procedés toe te passen. Leerlingen leren wiskundig redeneren, wiskundig communiceren en wiskunde in verschillende wetenschapsgebieden te gebruiken. Leerlingen beschikken over wiskundig inzicht en rekenvaardigheden die nodig zijn om in onze samenleving volwaardig te functioneren. Wiskundige vorming vormt leerlingen tot respect voor logica en correct redeneren. Wiskunde helpt hen kritisch denkende en bewuste burgers te worden in de maatschappij.