Vorming komt tot stand in dialoog. Er is de dialoog tussen leraar en leerling, de pedagogische relatie als vorm van ontmoeting tussen twee personen. Verder is er de dialoog tussen de leraar en de wereld. De leraar gebruikt zijn kennis van de wereld om in dialoog te gaan met de leerling. Ten derde is er ook de dialoog tussen de leerling en de leerinhoud. De leerling vormt zichzelf in dialoog met de wereld. De keuze om vorming vanuit verbindende dialoog te bekijken, is fundamenteel voor de ‘pedagogie’ van een katholieke dialoogschool. Hoe komt deze dialoog tot stand?
Vorming ontstaat door een samenspel van drie ‘actoren’. Een leraar die vormt, een ’vormende’ leerinhoud en een leerling die zich vormt.
De leraar is een cruciale schakel in het vormingsproces. Hij is er de motor van en is ervan overtuigd dat elke leerling kan en moet gevormd worden door middel van de leerinhouden die hij onderwijst.
De leerinhoud omvat het ‘wat’ van de vorming. Vorming zorgt voor blikverbreding, creëert nieuwe vergezichten. Het gaat niet alleen over het ontsluiten van de wereld van boeken en van het academische, maar ook over de wereld van natuur, ambacht en techniek, religie, kunst, economie, taal en zorg.
Vorming wordt op gang gebracht door een leraar die een leerinhoud onderwijst, maar gebeurt in wezen door een leerling. Een leraar ontsluit een wereld, maar de leerling beslist steevast of hij zich met die wereld wil verbinden.
Een leraar is deel van een team en een school met een vormingsproject.
Een leerinhoud kadert binnen een curriculum dat uit leerdoelen, leerplannen en een visie op vorming bestaat.
Een leerling is geen losstaand individu, maar deel van een klas en een school, een gemeenschap van leerlingen en leraren. Leerlingen komen elkaar in de klas en in de school tegen en vormen ook elkaar.
Vorming komt niet alleen de ontwikkeling van alle leerlingen ten goede, maar ook van de school en van de wereld. De klassieke vormingsdriehoek volstaat niet om het bredere kader van vorming weer te geven. We verruimden de pedagogische driehoek:
Scholen hebben een bedoeling met hun onderwijs. Neutrale vorming bestaat niet. In haar pedagogisch project legt een school uit wat ze met haar vorming bedoelt.
Vorming gaat in de geïnspireerde school niet alleen over het verleden, maar ook over de toekomst van onze leerlingen. Door hen te vormen probeert een school haar leerlingen hoop te schenken. Door te werken aan de vorming van jonge mensen wijst een school leerlingen een weg naar een betere samenleving.
Om de mogelijke keuzes van een school duidelijker te kunnen maken, hertekenden we opnieuw de driehoek:
Binnen de geïnspireerde driehoek maakten we gebruik van wegwijzers van hoop. Mogelijke wegwijzers in het vormingsproces in een school zijn: uniciteit in verbondenheid, kwetsbaarheid en belofte, gastvrijheid, rechtvaardigheid, duurzaamheid, verbeelding en generositeit.