Meestal vormen leraren leerlingen door middel van vakken. Vormingscomponenten ‘landen’ vaak in leervakken. Toch valt een vak nooit samen met één vormingscomponent. In een taalvak zal je niet enkel aan talige vorming, maar ook aan culturele en maatschappelijke vorming doen. Een vak als lichamelijke opvoeding is bij uitstek geschikt voor lichamelijke vorming, maar ook voor sociale vorming. Als levensbeschouwelijke vorming zich zou beperken tot godsdienst, dan kan het pedagogisch project van een school nooit helemaal gerealiseerd worden.
De vormingsdoelen worden in verschillende studierichtingen van het secundair onderwijs via leerplannen gerealiseerd. Leerplannen brengen vormingscomponenten en vakkendoelen via de leraar tot bij de leerling.
Belangrijke delen van vorming zijn een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle leraren en voor heel de school.
In het nieuwe secundair onderwijs wordt de gemeenschappelijke kern van vorming gegroepeerd in het gemeenschappelijk funderend leerplan. Dat leerplan is het basisleerplan van de school. Wat in vorming zó belangrijk is dat de realisatie ervan niet aan één of meerdere vakken kan worden overgelaten, wordt in dit leerplan verzameld.