Op basis van het onderzoek van Heidi Eskelund Knudsen (2020)
Hoe krijgen we leerlingen zover dat ze niet alleen weten wat er gebeurd is in het verleden, maar ook komen tot historisch bewustzijn? De Deense onderzoeker Heidi Eskelund Knudsen laat in haar studie zien dat dit proces sterk afhangt van hoe wij als leraar onze lessen ontwerpen én bijsturen tijdens het leerproces.
Knudsen onderzoekt hoe geschiedenislessen niet zomaar ‘kennisoverdracht’ zijn, maar een proces van betekenisconstructie: leerlingen geven stap voor stap betekenis aan historische fenomenen, bronteksten en begrippen. Leraren spelen hierin een sleutelrol. De manier waarop ze opdrachten formuleren, hoe ze vragen stellen of hoe ze ingrijpen tijdens groepswerk, bepaalt mede hoe leerlingen het vak ervaren én begrijpen.
In haar onderzoek volgde Knudsen een les over de Deense grondwet (1849). Wat bleek? Leerlingen raakten al snel meer bezig met het ‘raden wat de leraar bedoelt’ dan met de historische inhoud. De stevige brontekst en onduidelijke verwachtingen zorgden voor verwarring. Hoewel de leraar ingreep, leidde haar feedback tot nóg meer focus op het invullen van de opdracht – niet op het begrijpen van historische machtsverhoudingen of veranderingsprocessen.
Knudsen maakt duidelijk: zonder bewuste afstemming tussen inhoud, opdracht en interventies, verliezen leerlingen het historisch perspectief uit het oog. Hoe vertaal je dat naar de praktijk? Een aantal concrete handvatten:
Zorg dat opdrachten expliciet verwijzen naar historische concepten zoals continuïteit/verandering, causaliteit of standplaatsgebondenheid. Een goede bronanalyse-opdracht vraagt dus niet alleen wat staat er, maar ook wat zegt dit over de tijd waarin het is geschreven?
Laat leerlingen niet gissen naar ‘wat jij wil horen’. Wees helder over het doel van de opdracht: willen we bronnen kritisch vergelijken, machtsstructuren analyseren of een historisch betoog opbouwen?
Luister tijdens groepswerk goed naar waar leerlingen over praten. Grijp in als ze vastlopen, maar stel verdiepende vragen die terugleiden naar de historische kern. Bijvoorbeeld: “Wat zegt deze bron over wie er macht had?” in plaats van “Jullie moeten nog twee vragen beantwoorden.”
Laat leerlingen kennismaken met termen als ‘contextualiseren’ of ‘historische representatie’, en help ze die actief te gebruiken. Dit versterkt hun denkvermogen en maakt van geschiedenis meer dan feitenkennis.
Knudsen laat zien dat diepgaand historisch bewustzijn niet vanzelf ontstaat. Het vraagt van leraren om bewust te schakelen tussen inhoud, didactiek en leerlingperspectief. Leraren zijn niet alleen kennisdragers, maar medevormgevers van betekenis.
Door scherp te zijn op hoe we onze lessen structureren én hoe we interveniëren tijdens het leerproces, helpen we leerlingen om voorbij de opdracht te kijken – en echt te gaan naar een historisch bewustzijn.
Meer lezen?