Hoe

Aandacht voor verschillende componenten

sla link op in klembord

Kopieer

We vertaalden de definitie van Van den Branden in bovenstaande afbeelding. Elke schijf staat voor een aspect waarop een onderwijsinstelling haar talenbeleid bouwt. Afhankelijk van de specifieke context en input zal het talenbeleid in elke onderwijsinstelling een ander uitzicht krijgen: de componenten zullen in jouw concrete school- en klaspraktijk anders vertaald worden.

Voorbeelden:

  • In een school met 100% meertalige leerlingen van diverse talige achtergronden wordt besloten in de eerste periode vooral in te zetten op Nederlands als onderwijstaal. Tegelijkertijd werkt de school een visie uit over het omgaan met de thuistaal van de leerlingen.
  • In een school met veel sterk talige leerlingen wil het team inzetten op de meertaligheid van de leerlingen. Het team gaat daarbij op zoek naar hoe het onderwijs beter kan aansluiten bij de voorkennis van leerlingen en hoe aandacht voor omgevingstalen de motivatie van leerlingen voor vreemde talen kan verhogen.

De verschillende aspecten vormen daarnaast ook belangrijke kwaliteitscriteria van het talenbeleid: doen we de goede dingen? Hebben we wel over alles nagedacht? Maken we doelgerichte keuzes? De aspecten uit de cirkel kunnen ook het uitgangspunt zijn voor een beginsituatieanalyse of effectmeting.

Alle schijven zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. De schijven met blauwe tinten hebben te maken met de inhouden van het talenbeleid. De schijven met grijs-groene tinten hebben te maken met de aanpak.
 

Talenbeleid, een cyclisch proces

sla link op in klembord

Kopieer

Een talenbeleid voeren is een cyclisch proces waarbij het hele team betrokken is.

Het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO, KU Leuven) ontwikkelde een schema om dit proces weer te geven. Doorheen de elementen van het schema kunnen de verschillende componenten aan bod komen.

Bij het doorlopen van de cirkel komen ook opnieuw kwaliteitscriteria aan bod: doen we de dingen goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? Wat gaan we nu doen? De organisatie komt op basis van deze denkoefening tot het bepalen van een focus voor een talenbeleid(splan) voor de komende schooljaren.

Voorbeeld:

Een school heeft voor het eerst een grote instroom van anderstalige nieuwkomers. Dat leidt ertoe dat het team gaat nadenken over omgaan met meertaligheid (Kunnen we de thuistaal van de nieuwkomers inzetten bij het leren van het Nederlands?), de doeltaal Nederlands (hoe zorgen we ervoor dat deze leerlingen zich zo snel mogelijk verstaanbaar kunnen uitdrukken?) en gezamenlijke taalpraktijk (wie zal binnen ons team welke taken voor de ondersteuning van deze leerlingen opnemen?).

Tien tips voor de aanpak van een talenbeleid

  1. Maak de nood om aan een talenbeleid te werken zichtbaar, creëer een urgentiegevoel, vertrek vanuit de beginsituatie van je school en de brede evaluatie van lerenden.
  2. Vorm een groep met gewicht, een talenbeleids-/kernteam, een leidende coalitie.
  3. Ontwikkel een eigen visie op taalonderwijs. 
  4. Schrijf een bondig talenbeleidsplan met doelen, acties en effectmeting op school-, leraren- en leerlingenniveau.
  5. Communiceer: deel de visie, ga erover in dialoog met het team, betrek interne en externe partners.
  6. Betrek het hele team. Geef teamleden autonomie en verantwoordelijkheid.
  7. Voer een actief professionaliseringsbeleid; reflecteer samen over de onderwijsaanpak.
  8. Streef naar verandering op de klasvloer, creëer ruimte om te experimenteren en zorg voor succeservaringen.
  9. Zorg voor continuiteit: houd de vernieuwing vast, herhaal de boodschap meermaals, institutionaliseer de vernieuwing, borg de positieve veranderingen.
  10. Creëer meer vernieuwing. 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio