Net als schrijfvaardigheid lukt spreken in een taal die je niet zo goed onder de knie hebt, makkelijker door veel te oefenen. Creëer dus heel veel spreekkansen voor je leerlingen. Ze bevinden zich in de ideale setting om de taal te leren, want er zijn veel moedertaalsprekers in de omgeving om mee te oefenen.
Voor leerlingen die moeite hebben met spreken, angstig zijn om voor de groep te spreken of gewoon heel moeilijk de juiste woorden vinden, kunnen de spreeksituaties op school zeer stresserend zijn. Voor leerlingen met spreekangst kun je met een spreektrap in kaart brengen wat lukt en waar ze stapje voor stapje naar toe willen werken. Voor leerlingen die meer spreekkansen nodig hebben om beter te worden, is Flipgrid een fijne tool om mee aan de slag te gaan.
Werk eventueel samen met de leraar Nederlands voor de presentaties of andere spreekopdrachten die je de leerlingen geeft. De leraar Nederlands kan ook echt inzetten op spreekvaardigheid en bijv. argumenteren door hier vaak korte, zinvolle oefeningen rond te doen. Leg leerlingen soms dilemma- en vraagkaarten voor rond thema's die in je lessen aan bod komen. Daarover kunnen leerlingen dan in duo's in gesprek gaan.
Alle leerlingen hebben baat bij oefenkansen voor spreken. Laat leerlingen daarom vaker in duo's overleggen wat het antwoord op een vraag is.
Geef de leerlingen ook wat denktijd voor je hen laat antwoorden. Doe aan betekenisonderhandeling als een leerling het antwoord niet meteen weet.
Stimuleer interactie tussen leerlingen onderling en laat leerlingen op het einde van een les soms ook eens mondeling (in een filmpje) samenvatten wat ze opgestoken hebben van je les.
Neem de tijd om leerlingen in kleine groepjes de antwoorden te laten formuleren, stel heel veel vragen aan de leerlingen die je onder je hoede hebt.
Laat leerlingen iets lezen en vertellen over wat ze gelezen hebben. Laat hen een opdracht maken en vraag mondelinge toelichting. Help leerlingen om een spreektrap op te stellen waarop ze zelf aangeven wat en hoe ze hun angst om te spreken zullen aanpakken.
Neem de leerling ook op en beluister wat hij verteld heeft samen met de leerling. Wat was duidelijk, wat niet zo, hoe had het anders verwoord kunnen worden ...