Sommige leerlingen leerlingen krijgen thuis een rijk taalaanbod. Alleen is dat niet altijd in het Nederlands. Een rijk taalaanbod thuis geeft ook die leerlingen binnen ons onderwijs een stapje voor. Aan een anderstalige moeder vragen om meer Nederlands met zoon/ dochter te spreken, is dus niet zo verstandig. Je leerling krijgt beter een rijk taalaanbod in de thuistaal dan gebrekkig Nederlands te horen.
Ook in onze lessen zijn er tal van mogelijkheden om de thuistaal van leerlingen in te zetten. Eens vragen hoe ze iets zeggen in hun taal brengt verbinding. Door interesse te tonen voor hun taal en cultuur zullen leerlingen ook met meer appreciatie naar het Nederlands kijken. Leerlingen snel iets laten vertalen zodat ze weer verder kunnen, leerlingen iets laten opzoeken in de thuistaal, leerlingen laten voorbereiden in de eigen taal om dan in het Nederlands te verwerken ... We merken binnen onderwijs dat dit onze leerlingen verder brengt dan het spreken van hun taal te verbieden.
Wat met leerlingengroepen die de hele tijd in hun thuistaal spreken tijdens de lessen? Probeer grenzen te stellen: toelaten dat ze hun thuistaal inzetten om even te overleggen als jij het zegt, maar niet daarbuiten. Dat brengt vaak meer soelaas dan het helemaal te verbieden.
Laat leerlingen voor sommige opdrachten toe om te vertalen, iets op te zoeken in de eigen taal, eens te overleggen met een taalgenoot of in het dialect.
Toon als leraar ook interesse voor hun taal en cultuur tijdens de lessen.
Leer leerlingen hoe ze vertaaltools kunnen inzetten als hulp tijdens de lessen.
Geef hen de tip om iets moeilijks ook eens op te zoeken in de eigen taal. Soms kunnen ze dan weer verder.
Leer leerlingen hoe ze met behulp van vertaaltools en sites in hun eigen taal zichzelf heel wat frustraties kunnen besparen doordat ze sneller tot begrip komen. Moedig ouders aan om veel met de leerling te spreken over school in de eigen taal. 's Avonds vragen aan de zoon/ dochter wat ze leerden, helpt hen om via de eigen taal zaken iets beter vast te zetten.