Naar aanleiding van de reeks Godvergeten werd de Kerk recent opnieuw geconfronteerd met verschillende klachten rond kindermisbruik door haar geestelijken (of andere volwassenen). Sommige geestelijken combineerden in het verleden hun opdracht in de kerk met een taak in het onderwijs of hadden zelf hun hoofdopdracht in het onderwijs. Er zijn dus ook zeker klachten die betrekking kunnen hebben op feiten gebeurd tijdens de lesopdracht en/of internaatsperiode. Wat doen wanneer een oud-leerling(e) of oud-intern(e) naar zijn/haar vroegere school of onderwijsinternaat stapt om een misbruik tijdens zijn/haar vroegere school- of internaatstijd te melden? Op onze PRO.-pagina Crisiscommunicatie vind je bijkomende toelichting. Evenwel wenst Katholiek Onderwijs Vlaanderen, rekening houdend met de feiten die de actualiteit halen, je een draaiboek te bezorgen rond het omgaan met de crisis rond het misbruik van een oud-leerling(e) of oud-intern(e) door een geestelijke (of andere volwassene).
Een oud-leerling(e) of oud-intern(e) komt naar zijn/haar respectievelijk school of internaat om melding te doen van een vermeend misbruik van zijn/haar persoon tijdens diens school- of internaatsperiode. Het (seksueel) misbruik werd gepleegd door een geestelijke (of andere volwassene). De feiten vonden plaats in het verleden.
Het slachtoffer
De twee hoofdbetrokkenen zijn enerzijds het slachtoffer en anderzijds de (vermoedelijke) pleger.
Onder slachtoffer wordt verstaan de toentertijd minderjarige leerling(e) van de school en/of intern(e) van het internaat die fysisch en/of mentaal schade heeft geleden door het misbruik. Intussen is het slachtoffer meerderjarig.
Onder (vermoedelijke) pleger wordt verstaan de volwassene, m.n. hier de geestelijke (o.a. priesters, religieuzen, paters en broeders ) (of andere volwassene) die toezicht had over en/of een gezagsverhouding had ten aanzien van een minderjarige leerling(e) en/of intern(e) en die door het slachtoffer wordt aangeduid als ‘pleger’.
Juridisch is in deze fase nog niet uitgemaakt of de beweerde feiten ook werkelijk hebben plaatsgevonden. Uitspraken van de rechtbank zullen dit later duidelijk maken, voor zover er geen verjaringen zijn ingetreden. Omwille van leesbaarheid wordt deze persoon in dit document aangeduid als ‘pleger’.
Verschillende situaties kunnen zich voordoen.
Het slachtoffer meldt zich aan bij:
De pleger kan zich ook in verschillende situaties bevinden.
De betrokkene is:
De oud-leerling(e) en/of oud-intern(e) komt voor een gesprek met de directie of het schoolbestuur (voorzitter) of met de coördinerend directeur van de scholengemeenschap. Betrokkene, die zich kenbaar maakt als slachtoffer zoals bedoeld hierboven, komt het misbruik melden door een geestelijke (of andere volwassene) dat heeft plaatsgevonden in het verleden.
De vragen die moeten worden gesteld, zijn onder andere:
Directie - schoolbestuur
Ingeval ofwel de directie ofwel het schoolbestuur (vzw-bisdom-congregatie) wordt aangesproken, zullen zij elkaar onmiddellijk informeren van de gedane melding.
Bisschoppelijk gedelegeerde voor onderwijs
Je waarschuwt ook onmiddellijk de bisschoppelijk gedelegeerde bevoegd voor onderwijs in je bisdom en desgevallend ook de overste van de betrokken congregatie.
Je onderzoekt de gemelde feiten. Informatie kan je halen uit je archief: het leerlingen- en personeelsdossier van de beide actoren. Je kunt ook desgevallend contact opnemen met de (toenmalige) vertrouwensleraar en/of VCLB. Je informeert desgevallend ook bij de eventuele vroegere directeur van de instelling of overste van de religieuze orde/congregatie.
Je maakt zo mogelijk een afspraak met de pleger en confronteert hem of haar met onder andere de melding van het misbruik en/of de onderzochte/vastgestelde feiten. Je onderzoek kan uitwijzen dat er geen aanwijzingen zijn of dat er wel aanwijzingen (bv. andere formele klachten) van misbruik zijn.
Het resultaat van het (eerste) onderzoek van de feiten communiceer je aan het slachtoffer, al dan niet in aanwezigheid van respectievelijk directie, voorzitter van het schoolbestuur/bestuur internaat, bisschoppelijk gedelegeerde voor het onderwijs of desgewenst bijgestaan door een medewerker van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Het slachtoffer bepaalt of het gesprek officieel wordt genotuleerd. Het al dan niet nog in dienst zijn van de pleger, is bepalend voor de verdere te ondernemen stappen.
Drie situaties kunnen zich voordoen.
De pleger is nog in dienst
Als de pleger nog personeelslid is van de school of het onderwijsinternaat, dan gaat de gebruikelijke procedure van de tuchtregeling van start, met o.a. de mandatering van een tuchtcommissie en het opleggen van een preventieve schorsing. Je neemt voor de opstart van een tuchtprocedure best vooraf contact op met de Dienst Personeel van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Je neemt voor de aangifte van strafbare feiten ook contact op met de politiediensten.
Fouten bij de aanvang van de procedure kunnen later nog moeilijk worden rechtgezet en kunnen in het nadeel van het schoolbestuur worden beslecht.
De pleger is niet meer in dienst
In dit geval heeft de school geen ‘juridische’ binding meer. Moet het slachtoffer dan aan zijn lot worden overgelaten? De instelling kan gevraagd worden zijn medewerking te verlenen. Wij raden je aan om je volle medewerking te verlenen in de mate dat dit mogelijk is. Dit kan gebeuren door het eventuele dossier van het slachtoffer en de pleger op te vragen uit je archief.
De pleger is nog in dienst, maar in een andere school of onderwijsinternaat
Aangezien de pleger nog in dienst is in een andere school of onderwijsinternaat, neemt de directie best contact op met de medewerkers van Dienst Personeel van Katholiek Onderwijs Vlaanderen over hoe best om te gaan met deze situatie.
Zijn de media op de hoogte van het misbruik in je school of onderwijsinternaat? Wie heeft dit gemeld? Vragen de media om een reactie van de school?
Je moet rekening houden met de grote mediagevoeligheid voor het onderwerp. Die wordt vergroot wanneer de pleger nog actief is in bv. de onderwijsinstelling.
Het publiek bekend worden van feiten (eventueel gepaard gaand met beelden van een arrestatie bijvoorbeeld) kan leiden tot een imagoschade voor de onderwijsinstelling. Het zal belangrijk zijn om met je crisisteam overleg te plegen hoe deze crisis moet worden aangepakt: communiceren naar ouders, personeel ...
Wanneer het om een geestelijke gaat, zal ook de kerkelijke instantie door de media worden aangesproken, zoals bijvoorbeeld via de bevoegde bisschop.
Wij verwijzen je hiervoor ook naar het luik aanpak en communicatie met de media op onze PRO.-pagina Crisiscommunicatie.
Indien de media niet op de hoogte zijn, neem je geen contact op met de media. Je bereidt je toch wel voor op eventuele mediabelangstelling. Journalisten zullen verder speuren naar achtergrondinformatie. Voor de voorbereiding, zie het punt hierna.
Indien de media, bijvoorbeeld door het slachtoffer zelf, op de hoogte zijn gebracht van het misbruik in je instelling, kunnen er zich verschillende situaties voordoen.
In deze situatie neem je geen contact op met de media. Niettemin bereid je je voor het geval je hierover toch wordt gecontacteerd. Journalisten zoeken naar verdere achtergrondinformatie over de pleger en het slachtoffer en zo kunnen zij bij je instelling belanden. Je brengt alles in gereedheid zoals:
De inhoud van de communicatie moet eerlijk, correct en genuanceerd zijn.
Dan treedt je crisisteam in werking. Dezelfde werkwijze zoals hierboven vermeld is van toepassing.
De media nemen contact op met de school en vragen om reactie. Hierbij vind je enkele aandachtspunten:
Aangezien een geestelijke steeds verbonden is aan een kerkelijke instantie, bv. bisdom, orde of congregatie, zal de externe communicatie steeds op elkaar moeten worden afgestemd. Het komt verwarrend en vreemd over als de twee instanties verschillend communiceren. Vooraleer een boodschap naar buiten te brengen, is het aangewezen dat de twee instanties via hun contactpersonen elkaar briefen over wat zij zullen communiceren. Ingeval de pleger officieel in verdenking zou worden gesteld zal een derde instantie meespelen, namelijk het parket.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen is beschikbaar om je bij te staan bij de behandeling van dit dossier. Je neemt het best onmiddellijk - na de melding van het misbruik door het slachtoffer - contact op met ons. Voor media-advies, kun je terecht bij de persverantwoordelijke van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, Pieter-Jan Crombez (0473 11 78 59).