De schoolraad bestaat uit de vertegenwoordigers van:
Uitzonderingen:
Bij het opnieuw samenstellen van de schoolraad bepaalt de schoolraad zelf het aantal vertegenwoordigers per geleding. De enige verplichting is dat de schoolraad een gelijk aantal leden per geleding moet tellen en dat het aantal vertegenwoordigers per geleding nooit op minder dan twee kan worden vastgelegd.
Het participatiedecreet gaat ervan uit dat de school de maatschappelijke opdracht heeft om de organisatie, de werking van en de deelname aan de participatieorganen te bevorderen en te ondersteunen. Dat betekent ook dat de school inspanningen levert om in de samenstelling van de schoolraad een representatieve weergave van de schoolpopulatie te bevorderen.
In het kies- en huishoudelijk reglement wordt opgenomen hoeveel vertegenwoordigers de geledingen van de schoolraad tellen. Een kiesreglement is enkel nodig indien één van de onderliggende raden ontbreekt of geen gebruik maakt van hun recht om leden voor hun geleding in de schoolraad aan te duiden.
Het schoolbestuur woont de vergaderingen van de schoolraad steeds bij. Het kan ervoor opteren om zelf via een afgevaardigde aanwezig te zijn op de schoolraad, om de directeur te mandateren om namens hen het overleg met de schoolraad aan te gaan of om samen met de directeur aanwezig te zijn. De beslissing om al dan niet een gemandateerde namens het schoolbestuur als overlegpartner te laten optreden is een bevoegdheid die volledig het schoolbestuur toehoort.
Enkel indien de schoolraad wenst te vergaderen om een advies op eigen initiatief te formuleren, kan de raad aangeven dat zij dit advies zullen opmaken zonder dat de directeur of een afgevaardigde van het schoolbestuur aanwezig is.
Opmerking
Het schoolbestuur kan waarborgen uitwerken opdat de geledingen uit de verschillende vestigingsplaatsen (of uit de verschillende scholen) in de schoolraad vertegenwoordigd zouden worden.
Indien er geen onderliggende raad in de zin van het participatiedecreet is
Als er geen pedagogische raad, ouder- of leerlingenraad is, zal er voor de samenstelling van die geleding(en) een verkiezing plaatsvinden. Het schoolbestuur (of zijn gemandateerde) bepaalt de verdere uitwerking van de verkiezingsprocedure en waarborgt daarbij dat iedereen die verkiesbaar is zich kandidaat kan stellen en dat iedereen die stemgerechtigd is, kan stemmen. Deze afspraken worden best opgenomen in het kiesreglement.
Voorstellen voor kiesreglement:
Indien er minder kandidaten zijn dan het aantal toe te wijzen mandaten of indien het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal toe te wijzen mandaten, wordt de verkiezingsprocedure als beëindigd beschouwd. In dat geval zijn alle kandidaten die op de kandidatenlijst worden vermeld, van rechtswege verkozen.
Als er voor een bepaalde geleding geen enkele kandidaat is, dan heeft dat geen invloed op de regelmatige samenstelling van de schoolraad. Als een geleding geen of onvoldoende vertegenwoordigers telt, maar de decretale procedure tot samenstelling van de schoolraad wel gevolgd is, dan is de schoolraad toch regelmatig samengesteld. Met het oog op het draagvlak van de schoolraad is het echter aangewezen om voor de verschillende geledingen voldoende leden te hebben. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat, als het in de loop van de periode van kandidaatstelling (of in de daarop volgende jaren) duidelijk wordt dat er geen of te weinig kandidaten zijn voor een bepaalde geleding, de directeur best zelf actief op zoek gaat naar kandidaten.
Indien er een onderliggende raad in de zin van het participatiedecreet is
Als een pedagogische raad, ouderraad of leerlingenraad bestaat, wordt de betrokken geleding in de schoolraad samengesteld uit afgevaardigden, aangeduid door en uit deze raad. In het huishoudelijk reglement van deze raden moeten afspraken gemaakt worden over de wijze waarop zij hun afvaardiging bepalen voor de schoolraad.
Indien een schoolraad bevoegd is voor meerdere scholen (of vestigingen) dan treden resp. de pedagogische raden, ouderraden of leerlingenraden gezamenlijk op om vertegenwoordigers aan te duiden.
De personeelsgeleding bestaat uit vertegenwoordigers van de effectief tewerkgestelde personeelsleden.
Concreet gaat het over het gesubsidieerd personeel dat effectief tewerkgesteld is in de betrokken school, met name:
Ze moeten in de school daadwerkelijk belast zijn met een aantal prestatie-eenheden per week. Ze staan in een contractuele verhouding tot het schoolbestuur.
De volgende personeelsleden worden niet beschouwd als gesubsidieerde personeelsleden die effectief tewerkgesteld zijn.
Personeelsleden die:
De leden van het meesters-, vak- en dienstpersoneel worden buiten beschouwing gelaten. Het gaat dus om personeelsleden die worden aangesteld op basis van het decreet Rechtspositie en in de betrokken school ten minste één uur effectief presteren.
De oudergeleding bestaat uit vertegenwoordigers van de ouders.
Onder ouders wordt begrepen: alle personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over een leerling of een leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring hebben. Dat betekent concreet:
Meestal oefenen de ouders gezamenlijk het gezag uit over de persoon van hun kinderen (Art. 373-374 Burgerlijk Wetboek). In een aantal gevallen (bij gebrek aan overeenstemming tussen de niet-samenlevende ouders over de organisatie van de huisvesting van het kind, over de belangrijke beslissingen betreffende zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn opleiding en zijn ontspanning en over de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind) kan de bevoegde rechter de uitoefening van het ouderlijk gezag opdragen aan één van beide ouders (Art. 374 Burgerlijk Wetboek). Ook in dat geval beschikken beide ouders over een stem bij de verkiezing van de oudergeleding van de schoolraad.
Ouders die ontzet worden uit het ouderlijk gezag, vallen buiten de reikwijdte van het begrip ouders (Art. 32 tot en met 35 van de Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming.) en kunnen dus geen stem uitbrengen voor de oudergeleding van de schoolraad.
Plusouders (= stiefouders) beschikken evenmin over het ouderlijk gezag en komen bijgevolg niet in aanmerking om deel te nemen aan de verkiezingen van de participatieorganen of om er deel van uit te maken (Beslissing van de Commissie Zorgvuldig bestuur van 18 maart 2013 (CZB/V/P/KSO/2013/322).
Hiermee worden de pleegouders bedoeld, dit zijn de personen die het kind werkelijk bij zich opvoeden, zonder dat een wettelijk omschreven gezagsinstelling voor handen is. Het gaat dus niet om de personen die een minderjarige toevallig onder hun hoede hebben.
Opmerking
Ook ouders van meerderjarige leerlingen vallen o.i. onder het begrip ouders in de zin van het participatiedecreet.
De lokale gemeenschap is de vierde geleding van de schoolraad. Ze wordt, in tegenstelling tot de drie andere geledingen, aangeduid d.m.v. coöptatie. Dit betekent dat de leden van de andere geledingen bij consensus bepalen wie de lokale gemeenschap zal vertegenwoordigen.
Zo snel mogelijk na hun verkiezing (of mandatering) coöpteren de vertegenwoordigers van de personeels-, ouder- en leerlingengeleding bij consensus de vertegenwoordigers van de lokale gemeenschap.
Ook als de personeels-, ouder- en leerlingengeleding niet tot een consensus kunnen komen over (een deel van) de vertegenwoordiging van de lokale gemeenschap, is de schoolraad rechtsgeldig samengesteld. De schoolraad functioneert dan verder zonder of met onvoldoende vertegenwoordigers van de desbetreffende geleding. Uiteraard is dit scenario zeker niet wenselijk.
Opmerking
Katholiek Onderwijs Vlaanderen meent dat personen die in aanmerking komen voor een mandaat in een onderliggende raad of die stemgerechtigd zijn bij de rechtstreekse verkiezing van de personeels-, ouder- of leerlingengeleding, niet gecoöpteerd kunnen worden als lid van de lokale gemeenschap. Op die manier zouden de verkozen geledingen oneigenlijk uitgebreid kunnen worden. In het model van huishoudelijk reglement van de schoolraad beschouwen we het lidmaatschap van de geleding van de lokale gemeenschap onverenigbaar met de hoedanigheid van personeelslid van een school waarvoor de schoolraad wordt opgericht, hetzij de hoedanigheid van ouder van een leerling van de school bezit, hetzij leerling van de school wordt.
De schoolraad wordt om de vier jaar opnieuw samengesteld. Dit betekent niet dat de samenstelling vier jaar lang dezelfde is. In het huishoudelijk reglement moet een regeling uitgewerkt worden op welke wijze nieuwe leden tijdens de mandaatperiode kunnen toetreden tot de schoolraad en de redenen en de wijze waarop mandaten vervroegd beëindigd kunnen worden. De verwijzing naar de vier jaar moet in de eerste plaats begrepen worden als een moment waarop de samenstelling van de schoolraad sowieso moet herbekeken worden.
Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop een mandaat wordt beëindigd. Aan een mandaat wordt een einde gesteld om de volgende redenen:
Bij de beëindiging van een begonnen mandaat wordt het mandaat verdergezet door een plaatsvervanger, op de wijze die vastgelegd is in het huishoudelijk reglement. Dat nieuwe lid voltooit de lopende termijn van 4 jaar.
Opmerking
Bij fusie of opslorping wordt een nieuwe schoolraad samengesteld door en uit de betrokken schoolraden. De nieuwe schoolraad voltooit de lopende termijn van 4 jaar.