De relaties van de schoolraad

Relaties met de directeur en het schoolbestuur

sla link op in klembord

Kopieer

Als het schoolbestuur de directeur mandateert om in de schoolraad op te treden als vertegenwoordiger van het schoolbestuur, dan moet de directeur voldoende gemandateerd zijn om in verhouding met de schoolraad autonoom te kunnen optreden.

Het schoolbestuur beslist in een vergadering van de raad van bestuur over welk mandaat de directeur beschikt. Het mandaat wordt neergeschreven in de notulen van de raad van bestuur. De mandatering zal normalerwijze ook terug te vinden zijn in de functiebeschrijving van de directeur.

Het schoolbestuur verstrekt de schoolraad de nodige infrastructurele ondersteuning (bv. afspraken over het ter beschikking stellen van een vergaderruimte). Op verzoek van de schoolraad voorziet het schoolbestuur ook in de nodige administratieve ondersteuning (bv. op het vlak van het bijeenroepen van de schoolraad en de verslaggeving).

Relaties met het lokaal comité (LOC)

sla link op in klembord

Kopieer

Het kan voorkomen dat ontwerpbeslissingen van het schoolbestuur behoren tot de overlegbevoegdheden van de schoolraad én onderhandeld moeten worden in het LOC. In zo’n geval worden de ontwerpbeslissingen altijd eerst voor overleg voorgelegd aan de schoolraad.

Pas daarna wordt de ontwerpbeslissing onderhandeld in het LOC. De onderhandelingen in het LOC hebben betrekking op de grondregelen van het administratief statuut.

Indien de bevoegdheden van de schoolraad en het LOC raakvlakken vertonen, dan geldt de regel dat de schoolraad zich niet uitspreekt over de personeelseffecten van een ontwerpbeslissing van het schoolbestuur. De schoolraad kan zich dus niet uitspreken over de arbeidsvoorwaarden. Wij stellen voor een analoge werkwijze te hanteren voor de samenlopende bevoegdheden van de schoolraad en de ondernemingsraad.

Relaties met het Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW)

sla link op in klembord

Kopieer

Als een schoolbestuur een ontwerp van beslissing neemt n.a.v. een advies van het CPBW wordt die ontwerpbeslissing besproken in de schoolraad. De beslissing zal immers betrekking hebben op het welzijns- en veiligheidsbeleid van de school.

Wat betreft de materies waarover het CPBW zijn akkoord moet geven, en er dus sprake is van een samenlopende bevoegdheid tussen schoolraad en CPBW, hanteren we een analoge werkwijze als bij de samenlopende bevoegdheden tussen schoolraad en LOC. Dat betekent dat op het moment dat de school een beslissing moet nemen m.b.t. het welzijns- en veiligheidsbeleid er eerst een overleg plaatsvindt in de schoolraad. Als de overlegprocedure in de schoolraad is afgerond moet het schoolbestuur, vooraleer het de finale beslissing neemt, nog het akkoord vragen aan het CPBW.

Commissie Zorgvuldig Bestuur

sla link op in klembord

Kopieer

Naast de bevoegdheden over kosteloosheid, oneerlijke concurrentie, verbod op politieke activiteiten, handelsactiviteiten, reclame en sponsoring heeft de Commissie Zorgvuldig Bestuur er door het participatiedecreet een zesde bevoegdheid participatie bij gekregen. Algemene informatie over de samenstelling en werking van deze Commissie vindt u op de PRO.-pagina “Financieringsmethoden”.

Sinds 1 april 2005 kan de schoolraad, een geleding van de schoolraad, een lid van de schoolraad of een belanghebbende derde (Mogelijke belanghebbenden zijn de personeelsleden, de ouders of de leerlingen die niet in de schoolraad zetelen.) een klacht indienen over de besluitvorming, het overlegrecht betreffende de participatie op school. Het is dus niet vereist, maar wel mogelijk, dat individuele leden van de schoolraad een klacht indienen.

Als de schoolraad, een geleding of een belanghebbende een eventuele inbreuk op de participatierechten vaststellen kunnen zij een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Chronologisch worden dan de volgende stappen gevolgd:

  • binnen de 60 kalenderdagen na de vaststelling of de kennisname van de betwiste feiten kan door de schoolraad, een geleding, een individueel lid of een belanghebbende derde een beroep worden ingesteld bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur;
  • de Commissie Zorgvuldig Bestuur spreekt zich uit binnen de 60 kalenderdagen nadat ze gevat is. Desgevallend spreekt zij een financiële sanctie uit;
  • tegen de beslissing van de Commissie Zorgvuldig Bestuur kan, binnen de 60 kalenderdagen, een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de regering;
  • de regering heeft dan 60 kalenderdagen de tijd om de beslissing te bevestigen, te wijzigen of te vernietigen op basis van legaliteits- of opportuniteitsgronden;
  • de beslissing van de regering kan binnen de 60 kalenderdagen worden aangevochten bij de Raad van State.

De Commissie Zorgvuldig Bestuur heeft decretaal niet de bevoegdheid adviezen te verstrekken in het kader van het participatiedecreet.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio