En dan de recente werkbezoeken van minister Demir en haar gevolg aan drie Engelse scholen… à nouveau! De achtergrond van de zaak was uiteraard een cruciaal, actueel onderwijsbeleidsthema, waarover inderdaad het laatste woord alsnog zeker niet gezegd is, de nieuwe minimumdoelen basisonderwijs dus. Om al iets te noemen: dat de strakke tijdsambitie gehaald zal worden is op dit moment lang niet zeker, zo is te horen in bepaalde wandelgangen. Maar goed, timing is één ding, de inhoud, — de content, zoals mijn jonge collega’s plegen te zeggen —, een ander én veel belangrijker. De bespreking duurde in totaal… 57 minuten, en zulks na alles wat daarover de voorbije dagen (of zeg maar gerust, de voorbije jaren) al gezegd was en bijvoorbeeld ook ik er recent over geschreven had op deze pagina’s. Wat zou ik nu nog kunnen schrijven? Au fond niets nieuws want algemeen gesproken, een bepaald dubbel gevoel blijft aan mij knagen. Ik probeer me opnieuw nader te verklaren:- Enerzijds vind ook ik “kennis”, — en ook zonder veel getheoretiseer over diverse soorten kennis, is het duidelijk dat onder die term heel wat verschillende zaken vallen —, heel belangrijk in het onderwijs en dus zeg ook ik ‘ja’ tegen de ‘wind’ vanuit die hoek in het actuele onderwijs(beleids)verhaal en zijn politieke voorstanders; en ook mijn ‘ja’ als erkenning en herkenning, op basis van eigen onderwijservaring, van de vaststelling dat het ‘debat’ over “kennis versus vaardigheden/competenties” (cf. ook infra) alleszins ten dele op een ondoordachte manier gevoerd is ergens in de voorbije paar decennia… máár bij de huidige windmakers, die volgens mij veel minder Winds of Change voorstaan dan ze zelf willen doen voorkomen, blijf ik de slogans c.q. overdrijvingen in het discours betreuren en de nuances missen;
- Naar aanleiding van een woordenwisseling tussen vragensteller Kim Buyst en de minister, gesteund door enkelen van haar partijgenoten, heb ik zo zelf nog eens een kleine test gedaan rond wiskunde/rekenen in het lager onderwijs bij een van mijn eigen collega’s-experten en ook rond grammatica; met name de uitspraak van minister Demir over het leren van de tafels van vermenigvuldiging en over grammatica (“Ze mochten ineens geen grammatica meer geven, geen rekentafeltjes meer laten leren, en geen dagelijkse toetsen geven.”) kan zonder problemen tegengesproken worden; ik nodig de lezer graag uit om te grasduinen in onderdelen van ons eigen leerplan Zin in leren! zin in leven!, dat in de huidige context wat het format betreft enige bijsturing zal vergen, maar niet wat de kern van de inhoud (doelen zelf) betreft (cf. voor wiskunde; voor taalbeschouwing); in diezelfde woordenwisseling werd ook ik herinnerd aan de zgn. 60/40-verdeling bij de evaluatie van taalvakken in het secundair onderwijs die op een bepaald moment ingang vond (60 procent op ‘vaardigheden’, 40 procent op ‘kennis’); ja, ook ik herinner me die ‘regel’, waarvan ik nooit de precieze oorsprong gekend heb, maar naast de expliciete vermelding van de pedagogische begeleiding (door interveniënt Griet Vanryckegem) viel het me op dat er niet verwezen werd naar de mogelijke impact van stellingnames door de… Onderwijsinspectie bij doorlichtingen in die jaren…; en zulks, terwijl bij andere gelegenheden (niet in deze commissievergadering) toch expliciet stellingnames van diezelfde Onderwijsinspectie dat “sommige scholen te veel eisten bovenop de eindtermen” bekritiseerd werden…;
- Toen ik tijdens de commissievergadering het verhaal van minister Demir over de drie Engelse scholen beluisterde, kon ik niet anders dan het gevoel krijgen dat dat toch echt wel dé ideale (onderwijs)wereld was; letterlijk alles tot en met zaken als pesten, rust en discipline toe was zogenaamd perfect; op zulke momenten steekt bij mij altijd een gezonde constructief-kritische reflex de kop op, die ik overigens geleerd heb lang geleden in een van onze goede Vlaamse scholen; mag het nog in dit actuele (politieke) klimaat?;
- Ik blijf trouwens ook na deze commissievergadering zitten met de vraag of de inhoudelijke en didactische componenten van ons onderwijs (lees: een vermeend gebrek aan een kennisrijk curriculum en aan een effectieve didactiek) wel de belangrijkste factor zijn voor onze daling op internationale toetsen; die daling vind ook ik overigens een belangrijk en veeg teken, waarvoor ook ik mijn hoofd niet in het zand wil steken zonder er weliswaar het hoofddoel van ons onderwijs van te maken, maar… quid met diverse andere factoren?; bij de begrotingsbesprekingen eind november-begin december 2024 lijstte ik in dat verband al meerdere vragen op;
- Waar ik helemaal niet meer meega in het discours van de minister en anderen, is waar hun “redenering” finaal eindigt (ook tijdens deze commissievergadering weer) met deze beschuldiging i.v.m. de daling van de onderwijskwaliteit (nwvr: en zij bedoelen dan eigenlijk “daling van de resultaten op internationale toetsen”): “Vrijheid van onderwijs, allemaal goed en wel, maar dat is waar die vrijheid ons gebracht heeft!” (sic). Een kanjer van een drogredenering, maar ze wordt sans gêne gedebiteerd in de beste trumpiaanse traditie…sorry hoor;
- Toen ik het allemaal zo zat te beluisteren, dacht ik gelijk terug aan een stuk dat ik begin 2005 als interne nota bij mijn vorige werkgever geschreven heb, met als titel “Accent op talent – Een agenda voor vernieuwing: een geüpdatet commentaar”; ook toen ging het over de zaken die ons vandaag hier bezighouden; in dat stuk schreef ik o.a. dit: