Om het overzicht van dit intussen bij herhaling bevraagde thema toch ietwat te bewaren, eerst graag enkele punten op een rij en daarna zoom ik nog kort in op enkele (nieuwe) kernelementen in het verhaal:

• de beslissing van de Vlaamse regering van 2 mei 2025 kenden we al (cf. conceptnota digitaliseringsbeleid);
• die beslissing volgde (met enige vertraging) twee dagen na de vorige parlementaire bespreking van het thema in de plenaire vergadering op 30 april 2025;
• andere parlementaire referentiepunten die ook in deze bespreking vermeld werden, waren nog de bespreking van een rapport van het Rekenhof op 23 januari 2025 en een vraag om uitleg van 24 april 2025.

In welke zin was de huidige bespreking (incl. ook een interpellatie van Roosmarijn Beckers, samen goed voor liefst 1 uur en 46 minuten…), dus los van de vele herhalingen van intussen publiek beschikbare informatie, dan toch nog relevant? Ik denk aan de volgende zaken:

• minister Demir moest in enige mate haar communicatie in het VRT-journaal van 2 mei 2025 bijsturen: toen leek het nog alsof de vrijheid voor scholen bij hun digitale organisatie (bv. nog wel een systeem van een laptop per leerling) pas gold vanaf de tweede graad secundair onderwijs en dat dus de eerste graad secundair onderwijs onder het systeem viel van het lager onderwijs (vijfde en zesde leerjaar, waar net de bestaande “Ben Weyts”-regeling niet meer gold); maar als advies zou ook de eerste graad secundair onderwijs wel krijgen om daar het aantal computers te beperken; oké, dan was dat tenminste nu toch al duidelijk; een en ander verleidde onderwijscommissaris Loes Vandromme wel tot een kleine, online opiniebijdrage over “Twee keer nadenken voor je iets zegt” als een minimumdoel voor het basisonderwijs en de minister;
• daarnaast kwam er al een stukje bijkomende verduidelijking dankzij een initiatief van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, waarnaar de minister expliciet verwees in de bespreking;
• de financiële middelen in kwestie zouden in november 2025 bij de scholen toekomen en de nieuwe voorwaarden gingen pas in vanaf 1 september 2026; er was dus nog wat tijd, maar allerlei modaliteiten (bv. quid met digitaalintensieve/niet-digitaalintensieve studierichtingen, quid met referentieprijzen, …?) moesten toch nog ingevuld worden, zo bleek uit de bespreking;
• minister Demir gaf nog enkele referenties naar nuttige studies (nwvr: het m.i. terechte sleutelelement in haar ICT-beleid nu is finaal toch “al of niet positieve impact van ICT op de leerprestaties”): Caroline Hall in Labour Economics (2021); correlatie tussen te veel onderwijstijd met digitale leermiddelen en lagere leerresultaten in PISA 2022 (nwvr: bv. voor Nederland, hoewel het me daar niet duidelijk is in hoeverre dat puur attitudeonderzoek was dan wel een echte verbinding tussen wat de leerlingen antwoordden over hun schermgebruik en hun PISA-resultaten; voor de aardigheid heb ik zelf ook maar ’s ChatGPT, dat in deze commissievergadering ter sprake kwam, ingeschakeld, met de vraag Correleert te veel onderwijstijd met digitale hulpmiddelen met lagere leerresultaten?); de minister verwees ook nog naar het rapport van de Commissie van Wijzen en naar diverse bijdragen van Dirk Van Damme over deze kwestie;
• tot slot, nog naast het probleem van de timing voor scholen in hun voorbereiding van het volgende schooljaar, liet de oppositie politiek niet na om erop te wijzen dat in het Vlaamse regeerakkoord iets anders stond dan wat nu de beleidspiste van de minister was.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de besparingen op de Digisprong van Kim Buyst, over de conceptnota over de digitalisering van het onderwijs van Line De Witte en over het Digiplan van An Christiaens en de Interpellatie over de conceptnota Digiplan en het gebrek aan wetenschappelijke basis voor de afbouw van de hardwarepijler van Digisprong van Roosmarijn Beckers” aan minister Zuhal Demir.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen