Het mocht dan wel om een nicheonderwijsthema gaan van een atypische vragensteller, maar uiteraard mag elk Vlaams Parlementslid vragen komen stellen in parlementaire commissies, ook waarvan ze geen vast of plaatsvervangend lid zijn én het was nog interessant ook. Waarover ging het? Een “gemengd” thema: de erkenning van pilotenopleidingen was een federale bevoegdheid (met ook een Europese Verordening); er bestond wel een professioneel gerichte bacheloropleiding luchtvaart, afstudeerrichting aspirant-lijnpiloot (Hogeschool VIVES in Oostende); maar daarna moet nog via andere kanalen (nwvr: kan in verschillende versies ook in VIVES Oostende VLOC, Ostend Air College (OAC)) voortgewerkt worden aan het praktische gedeelte van een pilotenopleiding; hoe dan ook, doet dat praktische gedeelte het financiële plaatje oplopen. Vragensteller Toon Vandeurzen verbond dit thema dan met de geodefensieactualiteit en al bestaande praktijken in de sectoren van de Antwerp Maritime Academy (nwvr: de vroegere Hogere Zeevaartschool), de overheids-nv Skeyes en geneeskundestudies die onder bepaalde voorwaarden gefinancierd worden door Defensie in een poging om bepaalde pilotenopleidingen in Vlaanderen te erkennen en te subsidiëren.

Minister Demir legde het bestaande systeem uit, zoals hierboven bedoeld. Haar conclusie van die redenering: de link met Defensie bestond slechts beperkt, maar voor Defensie was er al een pilotenopleiding, en wel in de Koninklijke Militaire School, mét verloning voor de student onder bepaalde voorwaarden. Het was duidelijk dat de minister vanuit haar Vlaamse bevoegdheid daaraan niets specifieks wilde toevoegen.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over pilootopleidingen in Vlaanderen van Toon Vandeurzen” aan minister Zuhal Demir.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen