Het bepalen van de structuur die het best bij je organisatie past, vraagt een procesmatige aanpak met de nodige inspraak van alle betrokkenen. Het vertrekpunt is je missie, visie en strategie. Ook Alfred DuPont Chandler, poneert dat de missie, visie, kernwaarden en strategie van je organisatie je structuur bepalen. Je structuur volgt dus je strategie en niet omgekeerd.
Klakkeloos het model kopiëren van een andere organisatie is geen optie. Geen twee organisaties zijn immers hetzelfde. Er bestaan wel algemene principes, maar een structuur die werkt en optimaal is voor één organisatie, zal niet noodzakelijk werken in een andere organisatie.
Je kunt je wel inspireren op bestaande modellen, maar toch zul je zelf door een ontwerpproces moeten gaan. Je bouwt daarbij op de basisonderdelen die elke organisatie heeft. Je kent die taken en verantwoordelijkheden toe. Je houdt rekening met je eigen context, de gemaakte keuze voor centralisatie of decentralisatie en je werknemers en hun draagkracht, maar bovenal vertrek je je vanuit de missie, visie, kernwaarden en strategie van je organisatie. Je bepaalt ook de wijze waarop je zult afstemmen tussen de verschillende teams en activiteiten en de wijze waarop je zult communiceren en kennis delen.
De onderwijssector is een heel aparte sector en is niet te vergelijken met de privésector waar winst maken en het afleveren van een verkoopbaar product het belangrijkste doel is.
Onderwijs maakt deel uit van de non-profitsector. En ook al zijn er heel wat gelijkenissen met bijvoorbeeld de zorgsector, toch heeft onderwijs een heel eigen statuut en doel en dus een eigen benadering van de organisatiestructuur nodig.
Kenmerkend voor de onderwijscontext is zijn complexiteit. Heel wat interne en externe actoren met elk hun eigen verplichtingen, verwachtingen, noden en verzuchtingen spelen er hun rol in.
In het katholiek onderwijs in Vlaanderen zijn er vandaag ongeveer 550 besturen actief. Geen twee besturen zijn identiek. Als bestuur moet je dus zelf op zoek naar een geschikte organisatiestructuur.
Een aantal zaken die voor de ganse onderwijssector gelden, zullen ook hun invloed hebben op je organisatiestructuur.
Verschillende elementen, eigen aan jouw context, zullen daar een invloed op hebben. Om er maar enkele te noemen:
Daarnaast zijn er ook eigen bewuste keuzes te maken:
Eigen aan de onderwijscontext is ook dat onze onderwijsprofessionals graag procesmatig denken en liever aan niet te veel regels en procedures gebonden zijn. Ze hebben graag een onderwijsstructuur die initiatief en eigenaarschap stimuleert en waarbij ze ruimte krijgen tot zelfontplooiing.