Welke organisatieculturen zijn er?

Elke organisatie heeft haar eigen cultuur. Toch kun je volgens Robert E. Quinn en Kim S. Cameron in die veelheid van culturen bepaalde types herkennen. Op basis van die types komen zij uiteindelijk tot vier soorten van organisatiecultuur.

Types

sla link op in klembord

Kopieer

Iedere organisatie worstelt met de spanningen tussen stabiliteit of flexibiliteit en tussen interne oriëntatie of externe oriëntatie.

Stabiliteit of flexibiliteit

sla link op in klembord

Kopieer

Met je organisatie wil je zowel stabiel als flexibel zijn.

  • Stabiliteit: interne beheersing van processen door ze te beschrijven, te meten, te monitoren en continu te verbeteren.
  • Flexibiliteit: snel en vlot inspelen op kansen die zich voordoen. De beheersing van de processen mag dat niet belemmeren.

Intern of extern gericht

sla link op in klembord

Kopieer

Kies je als organisatie voor een interne of voor een externe focus?

  • Intern gericht: focus op efficiëntere interne processen door standaardisatie
  • Extern gericht: focus op de buitenwereld, op innovaties

Vier soorten organisatiecultuur

sla link op in klembord

Kopieer

Familiecultuur

sla link op in klembord

Kopieer

De werkomgeving doet denken aan een grote familie:

  • Mensen hebben veel gemeen met mekaar en voelen zich erg betrokken.
  • De werkomgeving is zeer vriendelijk.
  • Leidinggevenden zijn eerder mentoren en zelfs vader- en moederfiguren.
  • Loyaliteit en traditie houden de organisatie bijeen.
  • De nadruk ligt op de langetermijnvoordelen van human resource-ontwikkelingen.
  • Onderlinge samenhang en moreel zijn belangrijk.
  • De organisatie is succesvol als ze ontvankelijk is voor de behoeften van de actoren en zorgt voor haar medewerkers.
  • De organisatie hecht een grote waarde aan teamwerk, participatie en consensus.

Hiërarchiecultuur

sla link op in klembord

Kopieer

De werkomgeving is zeer geformaliseerd en gestructureerd:

  • Procedures bepalen wat de mensen doen.
  • Leidinggevenden zijn op efficiëntie gerichte coördinatoren en organisatoren.
  • Formele regels en beleidsstukken houden de organisatie bijeen.
  • De nadruk ligt het in stand houden van een soepel draaiende organisatie.
  • Op de lange termijn zijn vooral de stabiliteit en de resultaten belangrijk, in combinatie met een efficiënte en soepele uitvoering van de taken.
  • De organisatie is succesvol als de resultaten betrouwbaar zijn, de planning vlot loopt en de kosten laag zijn.
  • Het personeelsmanagement moet zorgen voor werkzekerheid en voorspelbaarheid.

Marktcultuur

sla link op in klembord

Kopieer

De werkomgeving is zeer resultaatgericht:

  • De grootste zorg is het afronden van de opgelegde taken.
  • Medewerkers zijn competitief ingesteld en doelgericht.
  • Leidinggevenden zijn opjagers, producenten en concurrenten tegelijk. Zij zijn hard en veeleisend.
  • De nadruk op winnen houdt de organisatie bijeen.
  • Reputatie en succes zijn belangrijke aandachtspunten.
  • Op de lange termijn richt men zich op concurrerende activiteiten en het bereiken van meetbare doelen en doelstellingen.
  • De organisatie is succesvol als het marktaandeel en de marktpenetratie goed zitten.
  • Concurrentie en marktleiderschap zijn belangrijk.

Innovatiecultuur

sla link op in klembord

Kopieer

De werkomgeving is zeer dynamisch, ondernemend en creatief:

  • Medewerkers nemen risico’s, zij steken hun nek uit.
  • De organisatie bevordert individueel initiatief en vrijheid.
  • Leidinggevenden zijn innovatoren en risiconemers.
  • Experimenten en innovaties houden de organisatie bijeen.
  • Op de lange termijn richt men zich op groei en het aanboren van nieuwe bronnen. De toon aangeven is belangrijk.
  • De organisatie is succesvol als de graad van innovatie of het leveren van nieuwe diensten goed zitten.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio