In een verbindend schoolklimaat ga je bewust en zorgvuldig om met het leerlingensanctiebeleid. Uitgebreide informatie vind je op de PRO.-pagina Verbindend schoolklimaat. Soms zul je een sanctie overwegen. Dat kan een orde- of tuchtmaatregel zijn. We willen je ondersteunen bij de juridische en procedurele aspecten daarvan. Ook over de beroepsprocedure tegen een definitieve uitsluiting vind je hier meer informatie.
Samenleven in een school vereist dat kinderen en hun ouders zich aan regels houden. Regels geven grenzen aan, worden die overschreden dan zal in bepaalde gevallen een maatregel genomen moeten worden.
In het schoolreglement leg je de regels vast waar leerlingen (en ouders) zich aan moeten houden. Het reglement rond tucht en schending van de leefregels van de leerlingen moet ook deel uitmaken van het schoolreglement. Enkel wanneer leerlingen zich niet aan de regels houden, kun je terugvallen op het orde- en tuchtreglement. In onze modellen van schoolreglement wordt het orde- en tuchtreglement gevat onder het herstel- en sanctioneringsbeleid.
Het toepassen van het orde- en tuchtreglement gebeurt pas in laatste instantie. In eerste instantie moet je proberen te voorkomen. Leerlingenbegeleiding verdient in een school meer aandacht dan de disciplinaire maatregelen. Zo kan bijvoorbeeld het zorgbeleid van een school op die manier opgemaakt worden dat kinderen die regelmatig de regels overtreden nauwgezet opgevolgd worden en een uitsluiting niet noodzakelijk blijkt.
In het fundament Verbindend schoolklimaat van het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs reiken we daartoe concrete handvatten aan om een beleid op het vlak van gedragsregels, begeleidende en herstelgerichte maatregelen uit te werken.
Wanneer deze aanpak echter niet helpt, zal je in sommige gevallen een sanctie overwegen. Dat kan een orde- of tuchtmaatregel zijn. Deze pagina wil je ondersteunen bij de juridische en procedurele aspecten die gepaard gaan met het opleggen van zulke disciplinaire maatregelen.
Wanneer het gedrag van een leerling de goede werking van jouw school hindert of het lesverloop stoort, dan kan door elk personeelslid een ordemaatregel genomen worden.
Mogelijke ordemaatregelen zijn:
Bovenstaande ordemaatregelen zijn maar enkele voorbeelden. Ze worden namelijk niet begrenzend opgesomd. Wel is het belangrijk dat je de maatregelen die je regelmatig hanteert in het schoolreglement invoegt.
Tijdens een ordemaatregel blijft de leerling op school aanwezig. Bij de tijdelijke verwijdering uit de klas voorzie je in een zinvolle invulling voor de leerling. De verwijdering duurt niet langer dan nodig en duurt in ieder geval minder lang dan één schooldag.
Een leerling uitsluiten van een extra-muros activiteit van één schooldag of langer, is geen ordemaatregel. Dit is een tuchtmaatregel en kun je dus niet uitvoeren zonder het voeren van de tuchtprocedure.
In een verbindend schoolklimaat zal je erop toezien dat een ordemaatregel in verhouding staat tot het gedrag dat de leerling stelt. Bij elke maatregel moet het belang van de leerling en zijn medeleerlingen voorop staan. Vanuit die overweging is het ook aangewezen om de ouders te verwittigen bij het nemen van een ordemaatregel en mogelijks met hen in gesprek te gaan.
Voor het opleggen van een ordemaatregel moet je geen procedure volgen. Er is ook geen beroep tegen mogelijk.
Wanneer het gedrag van een leerling de goede werking van jouw school ernstig verstoort of de veiligheid en integriteit van zichzelf, medeleerlingen, personeelsleden of anderen belemmert, dan kan de directie een tuchtmaatregel opleggen.
Een tuchtmaatregel ontneemt de leerling het recht om - al dan niet tijdelijk - de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep te volgen. Tuchtmaatregelen kunnen enkel genomen worden ten aanzien van leerlingen in het lager onderwijs. Ze kunnen niet ten aanzien van kleuters genomen worden, leerplichtig of niet.
Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:
Aan het begin van de tuchtprocedure kan ook een bewarende maatregel, met name de preventieve schorsing, worden opgelegd. Dit is een voorlopige maatregel, geen tuchtsanctie. Dit komt later aan bod.
Een tijdelijke uitsluiting ontneemt een leerling tijdelijk het recht om deel te nemen aan de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep. Deze duurt minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen.
Voor het concreet bepalen van de termijn vormt het proportionaliteitsbeginsel het uitgangspunt, volgens dewelke de opgelegde sanctie steeds in verhouding moet staan met de ernst van de feiten. Enkel ernstige feiten zullen met andere woorden een maximale termijn kunnen verantwoorden.
Tijdens de tijdelijke uitsluiting voorzie je in opvang voor de leerling. Wanneer je dit niet haalbaar acht, moeten de ouders zelf voor opvang zorgen. Je motiveert dan schriftelijk waarom het niet mogelijk is om de leerling op te vangen.
Een definitieve uitsluiting ontneemt de leerling definitief het recht om nog langer deel te nemen aan de lessen en activiteiten in de betrokken school.
De definitieve uitsluiting is een uitzonderlijke maatregel die alleen bij zeer ernstige feiten uitgesproken zal worden, bijvoorbeeld wanneer een leerling systematisch weigert gevolg te geven aan een uitgesproken ordemaatregel of bij buitensporig agressief gedrag.
De leerling wordt uitgeschreven op het ogenblik dat de leerling in een andere school is ingeschreven, en uiterlijk één maand na de schriftelijke kennisgeving van de definitieve uitsluiting. In deze maand zijn de vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen.
In afwachting van de inschrijving in een andere school mag de leerling de lessen of activiteiten van zijn leerlingengroep niet meevolgen. In principe voorzie je in opvang voor de leerling. Wanneer je dit niet haalbaar acht, moeten de ouders zelf voor opvang zorgen. Je motiveert dan schriftelijk waarom het niet mogelijk is om de leerling op te vangen.
Een leerling die definitief wordt uitgesloten, moet bij het zoeken naar een andere school actief worden bijgestaan door de school waarvan hij werd uitgesloten, evenals door het begeleidend CLB. Te onderstrepen is dat je hier enkel een inspanningsverplichting hebt. Dit betekent dat je geen andere school moet vinden, maar hier wel een inspanning voor moet leveren. De definitieve uitsluiting hangt dus niet af van het vinden van een oplossing.
Omwille van de verstrekkende gevolgen van een definitieve uitsluiting, is er een intern administratief beroep mogelijk tegen deze tuchtmaatregel. Deze vind je terug in de tegel “Beroep tegen de definitieve uitsluiting in het basisonderwijs”.
De bevoegdheid tot het opleggen van een tuchtmaatregel (of een preventieve schorsing) ligt bij de directeur of zijn afgevaardigde.
Jouw tuchtbevoegdheid beperkt zich tot voorvallen die een duidelijke band met het schoolleven vertonen. In de regel zal het gaan om incidenten die zich binnen de schoolcontext voordoen. Wanneer een voorval zich buiten de schooluren en/of buiten de school afspeelt, kan jouw tuchtbevoegdheid afgetoetst worden aan de hand van de volgende criteria:
Waar speelden de feiten zich af? Hoe dichter het incident zich bij de school bevindt, hoe meer recht je hebt om een tuchtprocedure op te starten (bijvoorbeeld aan de bushalte in de buurt van de school).
Wanneer deden de feiten zich voor? Feiten die zich kort na schooltijd of tijdens de middagpauze afspeelden, kunnen aanleiding zijn tot het opstarten van een tuchtprocedure.
Speelde het voorval zich af tussen leerlingen van de school? Werd er schade toegebracht aan eigendommen van de school?
Tuchtmaatregelen hebben verstrekkende gevolgen en raken aan het recht op onderwijs van de leerling. Daarom kan je een tuchtmaatregel pas nemen na een zorgvuldig onderzoek, waarbij de rechten van verdediging van de leerling gewaarborgd worden. Om diezelfde reden is er ook beroep mogelijk tegen de meest verregaande tuchtmaatregel, de definitieve uitsluiting.
Noch voor het opleggen van een tuchtmaatregel, noch voor het beroep tegen de definitieve uitsluiting heeft de decreetgever een procedure vastgelegd. Buiten enkele basisprincipes laat de decreetgever het aan de schoolbesturen om hierrond eigen regels vast te leggen in het schoolreglement.
Binnen deze decretale ruimte heeft Katholiek Onderwijs Vlaanderen een concreet voorstel uitgewerkt. Bij het uitwerken van deze voorbeeldprocedure hebben we doelbewust geprobeerd een evenwicht te vinden tussen de rechten van leerlingen enerzijds en een vlot procedureverloop voor de scholen anderzijds. We adviseren daarom om deze procedure te volgen.
Opgelet!
De proceduretermijnen die hieronder gehanteerd worden, stemmen overeen met het tekstvoorstel in de modellen van schoolreglement. Hoewel deze bij voorkeur letterlijk worden overgenomen, staat het schoolbesturen uiteraard vrij om andere proceduretermijnen te bepalen. Hoe dan ook is het uiterst belangrijk dat steeds de termijnen uit het eigen schoolreglement worden nageleefd. Onderstaande proceduretermijnen moeten in voorkomend geval vervangen worden door de eigen gekozen termijnen!
De tuchtprocedure die wij uitgewerkt hebben bestaat uit een zestal stappen. Wij raden aan deze stappen nauwkeurig te volgen. Voor de eerste drie stappen is het wel zo dat zij in de praktijk meestal niet chronologisch op elkaar volgen, maar veelal door elkaar lopen.
De procedure gaat gepaard met een intensieve briefwisseling. Je werkt best met aangetekende brieven, zodat je kan bewijzen dat de tuchtprocedure correct werd gevolgd. Daarnaast bezorg je de brief best ook per post of via de gebruikelijke kanalen van de school (bijvoorbeeld via mail, in de schoolagenda of via een schooleigen communicatieplatform). Op die manier kan je veronderstellen dat de inhoud aan de betrokkenen bekend is, zelfs als de aangetekende brief niet in ontvangst werd genomen of afgehaald.
In principe blijft de leerling tijdens de tuchtprocedure de lessen en de activiteiten van zijn leerlingengroep volgen. Uitzonderlijk bij zeer ernstige feiten kan de leerling bij wijze van bewarende maatregel, preventief worden geschorst. De leerling mag dan gedurende enkele opeenvolgende schooldagen de lessen en de activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. Deze maatregel is bedoeld om de leefregels te handhaven en om aan de hand van de tuchtprocedure te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. Zo kan je, na een zeer ernstig incident, snel de orde en de rust herstellen op school in afwachting van een eventuele tijdelijke of definitieve uitsluiting.
De preventieve schorsing kan alleen uitgesproken worden door de directeur of zijn afgevaardigde en alleen als het nodig blijkt in het kader van de tuchtprocedure. De preventieve schorsing kan onmiddellijk ingaan na de beslissing, maar je kunt er ook voor kiezen om de beslissing pas de volgende dag te laten ingaan. Je brengt de ouders minstens schriftelijk (en best aangetekend) op de hoogte van de beslissing tot preventieve schorsing.
De preventieve schorsing kan maximaal vijf opeenvolgende schooldagen duren. Wanneer door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode afgerond kon worden, kan de maatregel éénmalig met maximaal vijf opeenvolgende schooldagen verlengd. Die verlenging wordt aan de ouders uitdrukkelijk gemotiveerd. Als de tuchtprocedure niet binnen voormelde termijn wordt afgerond, dan eindigt de preventieve schorsing vóór het einde van de tuchtprocedure.
In principe voorzie je tijdens de preventieve schorsing in opvang voor de leerling. Wanneer je dit niet haalbaar acht, moeten de ouders zelf voor opvang zorgen. Je motiveert in dat geval schriftelijk (en best aangetekend) aan de ouders waarom het niet mogelijk is om de leerling op te vangen.
Omdat het hier slechts over een bewarende maatregel gaat, kunnen de ouders niet in beroep gaan tegen de beslissing tot preventieve schorsing.
Je moet de tuchtmaatregel die je neemt kunnen motiveren. Daartoe stel je een tuchtdossier samen. Dit dossier bevat:
Vaak omvat het tuchtdossier een uittreksel uit het leerlingendossier of leerlingenvolgsysteem (met enkel gegevens relevant voor de tuchtprocedure). Het dossier zou moeten kunnen aantonen dat het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt of dat de aanwezigheid van de leerling de fysieke of psychische integriteit of veiligheid van zichzelf, medeleerlingen, personeelsleden of anderen belemmeren.
Als je reeds genomen orde- en/of tuchtmaatregelen in het tuchtdossier opneemt, kan dit enkel om aan te tonen dat de leerling in zijn storende gedragingen is hervallen. Je mag de leerling immers niet een tweede keer bestraffen voor een reeds gesanctioneerde gedraging.
Het tuchtdossier en de tuchtmaatregelen zijn niet overdraagbaar van de ene school naar de andere. Het is de bedoeling dat de nieuwe school die een elders uitgesloten leerling opvangt, deze met een schone lei laat beginnen.
De directeur (of zijn afgevaardigde) verstuurt de ouders een aangetekend schrijven. Dit aangetekend schrijven heeft een drieledig doel:
Dezelfde brief wordt ook in de schoolagenda van de leerling meegegeven of via de geëigende communicatiekanalen (bijvoorbeeld schoolplatform) meegedeeld.
Wanneer de leerling preventief geschorst wordt, moet bijkomend in de uitnodiging expliciet gemotiveerd worden welke uitzonderlijke omstandigheden de preventieve schorsing verantwoorden. Ook de duur van de preventieve schorsing wordt in de brief opgenomen.
Het tuchtverhoor kan pas plaatsvinden ten vroegste op de vierde dag (zaterdag, zondag, wettelijke feestdagen en 11 juli niet meegerekend) na verzending van de brief (poststempel). Het kan zijn dat jouw schoolreglement een eigen termijn bepaalt, je volgt dan uiteraard die termijn.
Voorafgaand aan het tuchtverhoor win je het advies van de klassenraad in. In deze klassenraad zetelen eventueel de directeur, betrokken leraren, zorgcoördinator, leraar bewegingsopvoeding of andere betrokken personeelsleden. In geval van een definitieve uitsluiting zetelt in de klassenraad ook een CLB-medewerker die een adviserende stem heeft.
Je organiseert deze vergadering zo vlug mogelijk zodat het advies in het tuchtdossier zit vooraleer het door de leerling, zijn ouders en/of zijn vertrouwenspersoon wordt ingekeken. Wanneer dit advies in het tuchtdossier ontbreekt, kan die juridisch als onvolledig beschouwd worden waardoor de maatregel kwetsbaar wordt voor betwistingen.
Duidelijk is dat de klassenraad alleen advies- en geen beslissingsbevoegdheid heeft. Het is de directeur (of zijn afgevaardigde) die de uiteindelijke beslissing moet nemen en de volle verantwoordelijkheid voor de genomen maatregel zal dragen.
Vóór het verhoor moeten de ouders en de leerling, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon, de kans hebben gehad om het tuchtdossier in te kijken. De uitnodiging verduidelijkt onder welke voorwaarden dit kan. Het inzagemoment is nodig om de ouders en de leerling op de hoogte te stellen van de ongewenste gedragingen, zodat zij zich kunnen verweren tijdens het tuchtverhoor.
Als de ouders en de leerling vragen naar een kopie van het tuchtdossier, kan je daar best niet afwijzend op reageren. Ook al spreekt de huidige regelgeving enkel van het recht op inzage van de leerling in het tuchtdossier, wordt er onder andere in de Algemene Verordening Gegevensbescherming wel in zulk recht op kopie voorzien. De ouders en de leerling hebben daarnaast ook recht op kopie van alle andere leerlingengegevens. Door vragen voor een kopie vlot in te willigen, drijf je het conflict ook niet meer op de spits en toon je aan dat de school niets te verbergen heeft.
Het voorafgaandelijk inzagerecht in het tuchtdossier moet reële draagkracht krijgen. Om die reden kan het tuchtverhoor pas vier dagen na de uitnodiging (zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli niet meegerekend) plaatsvinden. Het kan zijn dat jouw schoolreglement een eigen termijn bepaalt, je volgt dan uiteraard die termijn. Het kan met andere woorden niet dat je bijvoorbeeld enkel een moment van inzage voorziet één uur voor het tuchtverhoor. Het tuchtdossier wordt op redelijke uren ter beschikking gesteld. Je willigt vragen tot verplaatsing van de datum ook vlot in.
Om te vermijden dat (bepaalde onderdelen van) het tuchtdossier vernietigd of gewijzigd zou(den) worden, is daar best iemand bij aanwezig, maar niet de directeur (of zijn afgevaardigde) die straks het tuchtverhoor voert.
De directeur (of zijn afgevaardigde) voert het eigenlijke tuchtverhoor. Tijdens dit verhoor moeten de ouders en de leerling echt de kans krijgen om hun verhaal te vertellen en eventueel oplossingen voor te stellen, om feiten te ontkrachten of te verzachten of eventueel zelfs om fouten toe te geven of schuldbesef en bereidheid tot herstel te tonen. De ouders en de leerling kunnen zich tijdens het tuchtverhoor laten bijstaan door een vertrouwenspersoon.
Het tuchtverhoor mag niet opgevat worden als een toelichting bij een reeds genomen tuchtmaatregel. Deze maatregel wordt immers pas ná en mede op basis van dit gesprek genomen.
Van het gesprek waarin de ouders en de leerling worden gehoord, maak jij of eventueel een aparte verslaggever een verslag dat door alle partijen wordt ondertekend. Een eventuele weigering om dit te ondertekenen wordt schriftelijk opgenomen en het gehele verslag wordt bij het tuchtdossier gevoegd.
Wanneer ouders en/of de leerling niet komen opdagen op het tuchtverhoor, dan kan de directeur (of zijn afgevaardigde) de procedure toch verder zetten of definitief beslissen over de maatregel. Dit veronderstelt wel dat de betrokkenen op een correcte manier op het verhoor zijn uitgenodigd. Toch wordt aangeraden om de ouders dan nogmaals te contacteren en indien mogelijk het tuchtverhoor te verzetten zodat zij toch aanwezig kunnen zijn.
Na het tuchtverhoor neemt je zo snel mogelijk een beslissing. Daarbij baseer je je op de feiten uit het tuchtdossier en op wat er in het tuchtverhoor naar boven is gekomen. De tuchtmaatregel moet op afdoende wijze worden gemotiveerd. De motivering moet zo concreet zijn dat een derde, bijvoorbeeld een rechter, aan de hand van het tuchtdossier kan nagaan of de genomen maatregel inhoudelijk gegrond is.
Daartoe moet je bij het nemen van de beslissing rekening houden met twee principes:
De tuchtmaatregel moet steeds in verhouding staan met de ernst van de feiten;
Er wordt enkel een zwaardere straf opgelegd als blijkt dat begeleiding en lichtere straffen niet hebben geholpen of zullen helpen.
Rekening houdend met bovenstaande principes kun je uiteindelijk twee soorten tuchtmaatregelen uitspreken:
Het is niet mogelijk om tot collectieve uitsluitingen over te gaan waarbij in één beslissing meerdere leerlingen worden gevat. Je mag wel voor meerdere leerlingen elk een individuele procedure opstarten voor één incident.
Deze beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en aangetekend aan de ouders van de betrokken leerling bezorgd. Dit aangetekend schrijven wordt binnen een termijn van vijf dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli niet meegerekend) bezorgd. Het kan zijn dat jouw schoolreglement een eigen termijn bepaalt, je volgt dan uiteraard die termijn. Dezelfde brief wordt ook in de schoolagenda van de leerling meegegeven. Indien je beslist tot een definitieve uitsluiting verwijs je in het aangetekend schrijven naar de mogelijkheid tot het instellen van beroep tegen de beslissing.