Hoe geef je het evaluatiebeleid vorm?
Evaluatie sluit aan bij het eigen pedagogisch project. Ook in het leerplan Zin in leren! Zin in leven! vind je heel wat aanknopingspunten voor criteria voor de evaluatie. Nadenken over de visie op evalueren kun je aan de hand van de zes volgende vragen: waarom, wat, hoe, aan wie, wanneer, waarvoor evalueer je? Zij vormen de bouwstenen voor het evaluatiebeleid van je school.
Leraren en leerlingen evalueren om verschillende redenen.
Telkens je leerlingen observeert, dagelijks werk corrigeert, hen uitleg laat geven bij een werkstuk of met de klas een oplossingswijze van een probleem bespreekt, ga je na in welke mate je leerlingen mee zijn. Tijdens die evaluatiemomenten zet je leerlingen ook aan het denken over hun vorderingen. Die vormen van evaluatie, geïntegreerd in het leerproces, behoren tot de formatieve evaluatie (evalueren om te leren). Je wil dan de voortgang van de leerling opvolgen en een goed zicht krijgen op zijn leerproces. Bij formatieve evaluatie zijn zowel jij als de leerling actief betrokken.
Bij het evalueren van leerlingen is het belangrijk ook oog te hebben voor de groei (leerwinst) die leerlingen maken. Je kijkt hoe jouw leerlingen individueel groeien vanuit hun beginsituatie, maar ook hoe ze evolueren in de richting van de doelen.
Op basis van formatieve evaluatie kun je de leerling tijdens het leerproces effectieve feedback geven: waar ga je naartoe (doel)? Waar sta je nu? Wat moet je nog doen om het doel te bereiken? Voor de leerling is het de belangrijkste vorm van evaluatie, voor jezelf is het de belangrijkste bron om je pedagogisch-didactische aanpak bij te sturen.
Vanuit het evalueren om te leren kun je dat leerproces verder gericht en waar nodig bijsturen in functie van de leerlingen, de context en het leerplan. Je past je onderwijsarrangement aan of houdt er rekening mee in je volgende arrangementen.
Ontwikkeling van leerlingen beoordelen aan de hand van vooropgestelde doelen
Al tijdens het leerproces ga je na (evalueren om te leren) in welke mate de leerling groeit ten aanzien van de doelen. Ook bij de afronding van een reeks onderwijsarrangementen of na een langere periode, ga je na waar je met je leerling(en) staat. Die summatieve evaluatie (evalueren van het leren) heeft tot doel leerlingen te beoordelen in functie van de doelen op langere termijn.
Summatieve evaluatie vindt ook plaats op scharniermomenten in de onderwijsloopbaan: de doorstroming of de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs. Bij summatieve evaluatie is de centrale vraag: “In welke mate heeft deze leerling de vooropgestelde doelen (in voldoende mate) bereikt?”.
Op die specifieke momenten worden best alle leraren en anderen die met die leerling(en) hebben gewerkt, betrokken. Door alle evaluatiegegevens samen te leggen, kom je gezamenlijk tot een breed gedocumenteerde beoordeling. Daarbij breng je alle informatie samen zoals: gegevens uit portfolio’s, conclusies bij observaties van attitudes, toetsresultaten, gegevens uit de evoluties die een leerling heeft doorgemaakt, en eventueel ook resultaten uit genormeerde proeven. Denk bijvoorbeeld aan de gestandaardiseerde en gevalideerde proeven in de evaluatiebox. Ook die kunnen, alhoewel in de eerste plaats bedoeld voor kwaliteitsontwikkeling op niveau van de school, bijkomende informatie opleveren.
In het katholiek basisonderwijs is het leren en leven op school gericht op de harmonische ontwikkeling van de hele persoon: hoofd, hart en handen. Dat betekent dat we investeren in de ontwikkeling van de kennis, vaardigheden, attitudes en inzichten die leerlingen nodig hebben om zelfredzaam en gelukkig te functioneren in de hen omringende wereld. Je brengt de totale persoon van de leerling in kaart vanuit de tien ontwikkelvelden (persoons- en cultuurgebonden) en hun leeruitkomsten. Het schoolteam kiest zelf de wijze waarop. Het ordeningskader geeft de richting aan.
De generieke doelen, leerinhouden en leerlijnen met ontwikkelstappen verfijnen het beeld dat je kunt schetsen van leerlingen. Ze worden in de eerste plaats gebruikt om te evalueren vanuit de focus. In sommige gevallen geven de (specifieke) leerinhouden en/of leerlijnen met ontwikkelstappen handvatten om de evaluatie doelgerichter te maken. Ze geven ook waar nodig handvatten voor een verfijnd(er) beeld van hoe de leerling zich ontwikkelt en waar hij staat ten aanzien van de te bereiken doelen. Dat kan van pas komen bij een diepgaandere evaluatie en bij de beschrijving van waar de leerling staat in zijn ontwikkeling. In die zin zijn de referentieleeftijden een indicatie hoe leerlingen zich ontwikkelen.
Vanuit de brede ontwikkeling verdiep je dus waar nodig de evaluatie. Die draagt bij om de kijk op de totale persoonlijkheid grondiger in te vullen. Evaluatie vertrekt dus vanuit het geheel, over de delen, in functie van het geheel: de harmonische ontwikkeling van de leerling. We stellen het voor met een zandloper.
Daarbij stel je jezelf drie kernvragen:
Didactiek en evaluatie zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. De leerling, het leerplan én de context zijn dus bepalend voor de evaluatie die je voor ogen hebt. Soms is evaluatie een onderwijsarrangement op zich. Maar vaak is die evaluatie een onderdeel van je onderwijsarrangement (evalueren om te leren). De keuze voor een evaluatieprocedure neem je van meet af aan mee bij het ontwerpen van een onderwijsarrangement vanuit de focus. Bij het vastzetten van de focus denk je daarom meteen na over hoe je:
Goede evaluaties geven handvatten voor de vier fasen van evaluatie: verzamelen, beoordelen, handelen en communiceren.
Zin in leren! Zin in leven! heeft in zijn doelen aandacht voor kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes. Evaluatie heeft daarvoor aandacht, soms geïsoleerd, soms geïntegreerd. Vaak gaan die doelen gepaard met verwerkingsniveaus.
De keuze voor een evaluatie-instrument is mede afhankelijk van wat er geëvalueerd wordt op welk verwerkingsniveau:
Daarvoor kan je dus verschillende evaluatie-instrumenten inzetten: brainstorm, toets, observatielijst, kindvolgsysteem, gestandaardiseerde of gevalideerde proef, feedbackgesprek, reflectiewijzer, I-pad, fototoestel of camera, portfolio (KNAPzak), vragenlijst, middel voor zelfevaluatie, presentatie, praktische proef, voorstelling, uitvoering …
Goede evaluatie kunnen we ook vanuit vier invalshoeken typeren: de tijd, de beoordelaars, de aard van de verzamelde informatie en de wijze waarop de informatie verzameld wordt. Ze vormen vier assen waarop leraren kunnen ‘schuiven’. Zo ontstaan verschillende evaluatiewijzen.
In de evaluatiebox basisonderwijs vind je een waaier aan evaluatie-instrumenten om breed te evalueren. Deze instrumenten zijn voor alle referentieperiodes en bieden je inspiratie bij het kijken naar en het in kaart brengen van de volledige ontwikkeling van de leerlingen.
Elke evaluatie probeert te voldoen aan zoveel als mogelijk kwaliteitseisen. Aan alle eisen voldoen is onrealistisch, maar de kwaliteit van de evaluatie doet recht aan de individuele leerling:
Die vraag kunnen we beantwoorden vanuit een aantal perspectieven:
Uiteraard neem je als leraar vaak de leiding in de evaluatie van de leerling. Maar er zijn vanzelfsprekend ook andere manieren om leerlingen (zichzelf) te (laten) evalueren.
Het is de leraar die beslist welke evaluatieprocedure hij gebruikt in functie van de leerling, de context en het leerplan. Hij zorgt daarbij voor transparantie door de doelen en criteria te expliciteren en door het geven van feedback. We ontwikkelden voor leraren een reflectiewijzer om over de eigen evaluatie na te denken en in gesprek te gaan met collega's.
Maar de stem van de leerling kan ook nog op andere manieren gehoord worden. Zin in leren! Zin in leven! heeft daarvoor ook expliciet doelen opgenomen in het ordeningskader.
Leerling en leraar gebruiken de evaluatiegegevens om te handelen door in de eerste plaats het leren van de leerling te bevorderen en het onderwijsleerproces bij te sturen. Bovendien kan je de evaluatiegegevens gebruiken om te communiceren of te rapporteren aan verschillende betrokkenen. Tot slot vormen ze de basis voor de verdere oriëntering, de doorstroming en de toekenning van het getuigschrift.
Er gaat vaak vrij veel tijd naar het verzamelen en beoordelen van gegevens. We vragen ons steeds af in welke mate de evaluatie en de beoordeling ervan de geïnvesteerde tijd waard is. Maar goede evaluatie mondt steeds uit in handelen. Goed onderwijs en de krachtige leeromgeving staan beschreven in het concept achter het leerplankader en in het zorgvademecum.
De school communiceert permanent met de leerling, de ouders en alle betrokkenen over de vorderingen van de leerling. Bovendien kan er geregeld een mondelinge of schriftelijke rapportering zijn. Je kan je daarbij zes vragen stellen.
Het al dan niet uitreiken van een getuigschrift wordt vaak als het sluitstuk van het basisonderwijs gezien. De klassenraad beslist op het einde van het schooljaar of een leerling de eindtermgerelateerde doelen in voldoende mate bereikt heeft en dus een getuigschrift basisonderwijs behaalt. Meer info over het getuigschrift vind je in de mededeling over het getuigschrift basisonderwijs.
Synthese
Zin in leren! Zin in leven! stelt geen nieuwe eisen aan de evaluatie. Het maakt schoolteams er wel opnieuw van bewust om de harmonische ontwikkeling van leerlingen te stimuleren en te documenteren. Via brede evaluatie trachten schoolteams de leerlingen in de eerste plaats tot ontwikkeling te brengen. In de tweede plaats biedt de uitrusting van het ordeningskader ‘taal’ en criteria om de groei of leerwinst van leerlingen in kaart te brengen en te beoordelen ten aanzien van de te verwachten leeruitkomsten en doelen.
Het vraagt een doordachte en geïnformeerde aanpak van het schoolteam om dat te realiseren. Het schoolteam stelt zich daarbij drie vragen:
Een evaluatiebeleid doet beroep op het beleidsvoerend vermogen van het ganse schoolteam. Voor meer info zie https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/vademecum-zorg-en-kansen/beleidsvoerend-vermogen.