Krachtlijn 3 - Leerplandoel K1 (D')


Domeinoverschrijdend 

Domeingebonden 

Dubbele finaliteit 

LPD KDe leerlingen contextualiseren een historische bron in het licht van een historische vraag. 
//   

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

De leerlingen hebben al eerder de historische context gezien en kunnen die weer oproepen als ze geconfronteerd worden met een historische bron. 

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Contextualiseren is het in beeld brengen van de geografische, politieke, historische en culturele context van een gebeurtenis en het begrijpen van documenten in die context. Het gaat ruimer dan situeren in tijd en ruimte. Het gaat ook over de maatschappelijke context, het doelpubliek, standplaatsgebondenheid van de auteur…

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Je gebruikt altijd historische kennis om te contextualiseren, maar je moet hier gericht keuzes maken. Wat heb je nodig om goed te kunnen contextualiseren? 

Contextualiseren vertrekt van een historische vraag en omvat onder meer het verbinden van een historische bron met structuren en opvattingen uit de betreffende tijd. 

De leerlingen hebben eerder al de historische context gezien en kunnen die weer oproepen als ze worden geconfronteerd met een historische bron. Uiteraard gebruik je altijd historische kennis om te contextualiseren. Maar je moet wel gericht keuzes maken. Je moet beslissen wat je nodig hebt om goed te kunnen contextualiseren.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Mogelijke richtvragen bij een bron in functie van dit leerplandoel:  
Waar gaat de bron over? Wat weet jij over dit onderwerp?  
Wie maakte de bron? Wat weten we over de maker van de bron?  
Uit welke tijd komt de bron? Welke elementen uit de bron duiden hierop?

×
Kijkt als...
Niveau
Regio