Voor de visie van het leerplan verwijzen we graag naar de krachtlijnen, die voortbouwen op de nieuwe leerplannen van de eerste en tweede graad. 

• Authentieke teksten lezen en erover reflecteren. 
• Het taalgevoel en de leesvaardigheid aanscherpen.
• De beeldende en literaire kracht van teksten beleven en ervan genieten.  
• Zich kritisch bewust worden van de relatie tussen de oudheid en onze maatschappij en van de verschillen en gelijkenissen tussen klassieke en hedendaagse culturen. 
• Taal bestuderen in zijn variatie en evolutie. 

We gaan ervan uit dat de leerlingen van de derde graad de kennis van de taal als systeem verworven hebben en zich toeleggen op het lezen van en het reflecteren over authentieke Latijnse en Griekse teksten. Daarnaast maken ze kennis met de taalevolutie en taalvariatie in de klassieke talen.   

De leerlingen lezen verplicht teksten van Homeros, Plato en een dramaturg (Sophokles of Euripides). Daarnaast bied je de leerlingen teksten aan van verschillende auteurs, verschillende teksttypes en tekstgenres. In je selectie van teksten neem je een minimum aan post-klassieke teksten (na 300 v. Chr.) op, zoals teksten uit de Hellenistische, Romeinse en Byzantijnse periode.  

In de derde graad staan tekst- en cultuurreflectie centraal. Deze elementen worden verder uitgediept. Je bereikt sommige doelen niet alleen bij behandelde, maar ook bij niet-behandelde teksten. Je zorgt daarbij voor voldoende variatie binnen de doelen. Je moet niet elk doel bij elke tekst behandelen.