De leraar heeft een zakje bij met acht kleuren (lego)blokjes.
Bij elke kleur hoort een vraag. Om de beurt nemen de leerlingen een blokje uit de zak.
Welke kleur heeft het blokje? De leraar stelt de overeenstemmende vraag. De leerling die het blokje nam beantwoordt de vraag.
Deze reflectie kan op het EINDE of aan het BEGIN van een activiteit.
EINDE = reflectie op het geleerde
BEGIN = beginsituatie bepalen, welke kennis hebben de leerlingen over…
De vragen peilen naar kennis, vaardigheden, welbevinden en betrokkenheid.