Een aangepast jargon met woorden waar kinderen niet spontaan over beschikken maar dat belangrijk is om met een genuanceerd taalgebruik te kunnen beschouwen.
Geef de leerlingen een vocabularium waaruit ze kunnen kiezen: vb. knap, leuk, zou ik volgende keer anders doen, goed bedacht, origineel, harmonieus, kleurrijk, netjes afgewerkt, ik word er stil van, overdreven, moeilijk, griezelig, om te lachen, goed te volgen, duidelijk, boeiend, interessant, net echt, stevig, losjes, verzorgd, origineel materiaal, leuk bedacht,….
Zorg eventueel voor een begrippendoos met bouwstenen/technieken. Afhankelijk van het doel/domein vooraf laten lezen en eventueel ophangen.
Bijvoorbeeld begrippendoos DRAMA: ruimtelagen, decor, attributen, personage, gebruik van speelvlak, rol, climax, spanning, mis en scène, mimiek, stemgebruik, rolvastheid, verhaallijn, conflict, scenario, werkelijke tijd, verbeelde tijd, …