Onze samenleving is onmiskenbaar meertalig geworden. Om onze jongeren op die samenleving voor te bereiden bieden we vreemdetalenonderwijs en ook meertalig onderwijs aan. CLIL staat voor de internationale afkorting Content and Language Integrated Learning. Vakinhouden worden daarbij in een andere taal dan de officiële onderwijstaal aangeboden. In Vlaanderen gaat het daarbij om Frans, Engels of Duits.
CLIL is een vernieuwende werkvorm die zijn deugdelijkheid heeft bewezen, zeker wanneer ze goed is ingebed in het taalbeleid op school. Dan versterken de taalcompetentie in het Nederlands en in moderne vreemde talen elkaar. CLIL is méér dan immersie-onderwijs (een zaakvak geven in een vreemde taal, zonder talige doelen): essentieel is bij CLIL ook de aandacht voor de samenhang tussen de CLIL-didactiek, de moderne vreemdetalendidactiek en het taalgericht vakonderwijs. Die band is expliciet op volgende vlakken:
CLIL-projecten hebben dus een dubbele focus:
Taal is een tool en een doel.
Sommige CLIL-scholen hebben een taalondersteuner CLIL die een brugfunctie tussen vakleraren en taalleraren vervult. Veel scholen nemen taalleraren in het CLIL-team op.
Language OF learning, language FOR learning, Language THROUGH learning
CLIL-leraren maken bij talige doelen en de evaluatie ervan een onderscheid tussen language OF learning en language FOR learning. Ze zetten in op de taal uit het bronnenmateriaal én op de taal om uitleg te vragen, om al dan niet met iets akkoord te gaan. Daarnaast creëren ze kansen voor de leerlingen om via cognitieve processen nieuwe taal te ontwikkelen (Language THROUGH learning).
Er zijn aangetoonde positieve effecten op het vlak van de 4 C’s, de sleutelconcepten binnen CLIL:
Communicatie verwijst uiteraard naar de ontwikkeling van de communicatieve vaardigheid in de doeltaal. Die verloopt via een intensieve interactie, die ook inhoudelijke vooruitgang in het zaakvak beoogt. Leerlingen worden bij CLIL voortdurend uitgedaagd om denkprocessen, betekenisopbouw en zelfevaluatie toe te passen, wat leidt tot betere leerstrategieën (cognitie).
Via de versterkte taalvaardigheid en andere interculturele prikkels wordt de (inter)culturele gerichtheid sterker ontwikkeld. Omdat de cognitieve belasting in een CLIL-les hoog is, voorziet de CLIL-leraar op het vlak van inhoud, taal en kritisch denken best voldoende scaffolding bij input en output voor de leerling. Scaffolding is een combinatie van het initieel aanbieden van veel ondersteuning aan leerlingen en het geleidelijk afbouwen daarvan naarmate hun expertise toeneemt. Scaffold is een Engelse term voor 'steiger'. Je zet dus als het ware als leraar iets voor de leerling 'in de steigers'.
Effective scaffolding consists of a variety of temporary measures and mechanisms that foster critical thinking as well as learner engagement and autonomy. Scaffolding helps students reach beyond what they could do on their own.
CLIL beïnvloedt het hele leerproces en besteedt ook aandacht aan impliciete leerprocessen.
CLIL-onderwijs heeft bij de leerlingen een positief effect op:
Leerlingen worden ‘taallenig’ en communicatief bewuster. De beheersing van de leerinhouden is even goed maar loopt in het begin vertraging op. Al snel gaan leerlingen anders studeren (structureren, synthetiseren) en halen ze de vertraging in.
CLIL versterkt taalzwakke leerlingen en daagt taalsterke leerlingen uit
Een succesvolle implementatie van CLIL vergt een investering van mensen en middelen, planning, sterk beleid, teamwerk en een gedegen professionalisering.
CLIL kan slechts een verwaarloosbaar effect hebben als het tot een eenmalig gebeuren beperkt blijft. De school doet er dan ook goed aan continuïteit over verschillende leerjaren en graden te plannen. Pas dan is een duurzaam effect mogelijk.
Bij doorlichting zal de onderwijsinspectie het CLIL-traject aan de hand van deze criteria evalueren en controleren: