Aan de invoering van CLIL zijn geen extra middelen verbonden. De school investeert zelf lesuren uit het organieke pakket uren-leraar, nascholings- en werkingsmiddelen in de implementatie. Niettemin moet de school, om CLIL te kunnen aanbieden, vooraf de toelating van de overheid krijgen. Dat doet ze via een procedure die voorziet in een aanvraagdossier dat moet beantwoorden aan de zogenoemde 'kwaliteitsstandaard', vastgelegd bij Besluit van de Vlaamse regering.
Met het oog op een CLIL-beleid zal de school zich bij de voorbereiding vanuit de analyse van de eigen context een aantal vragen stellen. Die vragen vinden ook hun plaats in het aanvraagdossier voor de overheid:
Als een school besloten heeft met CLIL van start te gaan, moet ze een aanvraag indienen. Dat aanvraagdossier, gebaseerd op de kwaliteitsstandaard, bevat grosso modo de stappen die de school beleidsmatig zal zetten als ze het CLIL-project voorbereidt. Het dossier moet de overheid ervan overtuigen dat het CLIL-project van de school tegemoetkomt aan de eisen van de kwaliteitsstandaard.
De school moet in haar aanvraag onder meer aantonen dat ze:
Het lijkt ons dat een bondige, maar duidelijke beginsituatie-analyse en – daarvan vertrekkend – een gerichte formulering van de visie en doelstellingen, en een goed uitgewerkt actieplan de school het meeste houvast zullen bieden.
Opgelet: er is een sjabloon voor een eerste aanvraag en een vereenvoudigd sjabloon voor de uitbreiding of aanpassing van een eerdere aanvraag. Het sjabloon voor de eerste aanvraag bestaat uit:
Bij het dossier moet de school ook een aantal bewijsstukken voegen:
De school stuurt het aanvraagdossier ten laatste op 15 december naar de Vlaamse Adviescommissie CLIL:
Vlaamse Adviescommissie CLIL
p/a Departement Onderwijs en Vorming
Afdeling Horizontaal Beleid
H. Consciencegebouw 7C
Koning Albert II-laan 15
1210 Brussel
Scholen die al groen licht kregen voor hun CLIL-aanvraag en van plan zijn om hun CLIL-traject aan te passen of uit te breiden hoeven geen volledig nieuw dossier in te dienen. Er bestaat daarvoor een eenvoudig sjabloon om de planlast bij de aanpassing zo beperkt mogelijk te houden.
Scholen die een tweede keer van plan zijn hun CLIL-traject aan te passen of uit te breiden, moeten vanaf het schooljaar 2019-20 geen tweede heraanvraag meer indienen. Ze moeten die tweede heraanvraag wel nog aan het Departement melden. Stuur de melding voor 1 april van het voorafgaande schooljaar.
De melding bevat de volgende gegevens:
Bij de melding worden het C1-attest van de leraar, het advies van de schoolraad met betrekking tot het CLIL-traject en het protocol van de onderhandelingen ter zake in het lokaal comité gevoegd. Als de voormelde datum niet haalbaar is, mogen de naam, het stamboeknummer en het C1-attest van de leraar uiterlijk op 31 augustus van het voorafgaande schooljaar worden nagestuurd. Dezelfde melding kan op een of meer structuuronderdelen, vakken, doeltalen of leraars betrekking hebben.
De school stuurt het aanvraagdossier ten laatste op 15 december naar:
Vlaamse Adviescommissie CLIL
p/a Departement Onderwijs en Vorming, Afdeling Horizontaal Beleid
H. Consciencegebouw 7C
Koning Albert II-laan 15
1210 Brussel
Vanaf 1 september 2019 worden de nieuwe eindtermen in het eerste leerjaar so nog altijd gerealiseerd via vakken. Alleen is het zo dat de decreetgever niet meer de vakken vastlegt waarin die eindtermen (= de basisvorming) moeten worden gerealiseerd. De scholen of onderwijsverstrekkers doen dat voortaan zelf.
Bij de toelating tot de inrichting van CLIL-onderwijs door de overheid wordt enerzijds de CLIL-doeltaal gevraagd alsook de vakken waarin de school CLIL wenst in te richten. De goedkeuring is daaraan gekoppeld. Bij wijzigingen in de zin van nieuwe doeltaal, extra vakken … moet je, met andere woorden, als school nog altijd een wijzigingsaanvraag indienen.
Als in het kader van de implementatie van de modernisering so een school bepaalde vakken niet of niet meer in zijn geheel inricht omdat ze die door andere heeft vervangen, dan wil de overheid daar pragmatisch mee omspringen. Een omstandige aanvraagprocedure is in dat geval overbodig. Ze vraagt wel dat CLIL-scholen in die situatie Nathalie De Bleeckere via het e-mailadres nathalie.debleeckere@ond.vlaanderen.be op de hoogte brengen hoe hun nieuwe invulling van de vakinhouden zich vertaalt in het vakkenrooster.
Indien er door de concordantie in de modernisering so wijzigingen in studierichtingen van een bestaand CLIL-traject ontstaan, moet je als CLIL-school een aanpassingsaanvraag indienen. Dat is een erg korte aanvraag zonder planlast. Indien je voordien al een aanpassingsaanvraag hebt ingediend (omdat het CLIL-traject uitgebreid, gewijzigd ... is), moet je volgens de regelgeving de tweede nieuwe aanpassing enkel melden aan de overheid, zonder aanpassingsaanvraag.
De adviescommissie bestaat uit minstens twee afgevaardigden van het Departement Onderwijs en Vorming, één afgevaardigde van elke Pedagogische Begeleidingsdienst en minstens één onafhankelijke CLIL-deskundige.
Alle gevraagde informatie en bewijsstukken zijn aanwezig en de kwaliteit is overwegend goed. De school kan op 1 september van datzelfde jaar met het CLIL-traject van start gaan.
Alle gevraagde informatie is aanwezig en de kwaliteit is overwegend goed, maar de officieel gevraagde bewijsstukken ontbreken, of een deel van het aanvraagdossier ontbreekt en de kwaliteit is daardoor niet goed te beoordelen. Scholen die een oranje licht krijgen, beschikken over 1,5 maand om de ontbrekende aspecten van de aanvraag aan te vullen. Nadien krijgen ze voor hun aangevulde dossier een groen of rood licht.