Zoutarme voeding - gezondheid

Motivatie:

Toenemend onderzoek naar de gevolgen van te veel zout in ons eten, doet ons stilstaan bij de gezondheidsrisico’s die eraan verbonden zijn. Onderzoek wijst uit dat een dieet met veel toegevoegd zout leidt tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, nierproblemen alsook verhoogde bloeddruk en botontkalking. De resultaten van deze onderzoeken doen vermoeden dat een zoutarm dieet verschillende voordelen heeft voor het onderhoud van het menselijk lichaam en om het herstel van het lichaam na trauma te ondersteunen.

Oriëntatie, probleem(stelling) of onderzoeksvraag
Je kunt: 

  • de zoektocht naar literatuur initiëren en begeleiden. Je kunt bijvoorbeeld aandacht besteden aan efficiënte zoekstrategieën (bv. gebruik van samenvattingen en literatuurlijsten, vaak voorkomende referenties ...) Je kunt aandacht hebben voor mogelijkheden van chatbots en meer specifiek een goede omschrijving van de zoekopdracht (prompting): rol van de vraagsteller, doel van de zoekopdracht, context, eigenschappen van het verwachte antwoord …).
  • aandacht besteden aan het identificeren van relevante sleutelwoorden of zoektermen.
  • bij de probleemstelling het samenspel benadrukken tussen de normale werking van organen en weefsels en de stress die zouten, ingenomen via voeding, kunnen veroorzaken.
  • via een bronnenonderzoek op zoek gaan naar de meest voorkomende gezondheidsklachten bij een zoutrijk dieet. Je kunt vervolgens op zoek gaan naar de weefselspecifieke processen verantwoordelijk voor het verwerken van zouten in het lichaam waaronder het regelen van de waterbalans in het lichaam.
  • ervoor kiezen om het onderzoek af te bakenen door één van de vaak voorkomende symptomen (bv. vochtophoping in gewricht, langzaam herstel van een weefsel) uitgebreider uit te spitten door te zoeken naar de cascadereacties die worden geaffecteerd bij overtollige zouten in het lichaam.
  • het onderzoek koppelen aan een ondersteunende proef waarbij proefpersonen worden opgevolgd bv. bloeddruk of vochtgehalte in weefsels meten bij een reductie in zout, of variaties ervan, in het dieet van de proefpersonen.

Onderzoeksmethode, gegevensverzameling, analyse

  • Je kunt in het literatuuronderzoek kiezen om de veelheid van symptomen die worden verbonden aan een zoutrijk dieet samen te vatten. Nadien kan de focus van het onderzoek worden afgebakend door in te zoomen op een geaffecteerd orgaan, stelsel, weefsel of celtype (bv. immuuncellen, lever- of pancreascellen).
  • Tijdens dit onderzoek kan worden gezocht naar data die het verband weergeven tussen een zoutrijk dieet en symptomen. De data kunnen doorheen de onderzoeksperioden worden vergeleken i.f.v. moderne trends in consumentengedrag en voedingswetgeving. Je kunt aandacht besteden aan misconcepten bv. vanuit sociale media.
  • Je kunt er voor kiezen om samen met de leerlingen een enquête op te stellen i.f.v. de focus van de onderzoeksvraag. Als je daarvoor kiest, is het belangrijk de statistische beperkingen van een enquête te benadrukken: de gekozen doelgroep is in essentie niet representatief voor een breder beoogde doelgroep, waardoor extrapoleren van conclusies eerder kritisch wordt behandeld. Zowel kwalitatieve als kwantitatieve data moeten worden verwerkt in vragen die volgens een logisch stramien zijn opgesteld en inzoomen op de focus van het onderzoek. De resultaten kunnen op die manier indicatief worden uitgelezen en verwerkt. Je kunt kiezen voor een statistische verwerking in samenwerking met de collega wiskunde of met verschillende ICT-toepassingen die toegang geven tot verschillende visuele voorstellingen.
  • Je kunt aandacht besteden aan correct refereren naar de geraadpleegde bronnen.
  • Je kunt aandacht besteden aan een specifieke structuur bij het literatuuronderzoek: bronnen chronologisch volgens hun publicatie, vanuit opeenvolgende theoretische ontwikkelingen of vanuit experimentele waarnemingen. Je kunt leerlingen laten kiezen voor een thematische ordening (bv. variabelen in symptomen, geaffecteerde weefsels).
  • Je kunt het onderzoek klassikaal voeren waarbij elke leerling dezelfde opdracht krijgt.
    Je kunt het onderzoek opsplitsen in meerdere deelopdrachten en toewijzen aan individuele leerlingen of groepjes van leerlingen.
    Je kunt deelresultaten tussentijds laten terugkoppelen naar de groep en van daaruit het onderzoek bijsturen.
    Je kunt binnen de klas verschillende onderzoeken laten uitvoeren door de individuele leerling of in groepjes.
  • Je kunt het onderzoek spreiden over de graad.
    Je kunt kiezen voor een jaaronderzoek, een trimesteronderzoek …
    Je kunt binnen het jaaronderzoek een aantal onderzoekscycli doorlopen en binnen hetzelfde onderzoek itereren waarbij de focus ligt op het bijsturen van het onderzoeksproces eerder dan het resultaat. Dat kan door binnen een cyclus de focus te leggen op bepaalde deelaspecten van de onderzoeksmethodiek.

Conclusie, rapportering

  • Leerlingen kunnen op basis van de data uit de literatuurstudie en/of enquête een vergelijkende of trendconclusie trekken i.f.v. de onderzoeksvraag of probleemstelling.
  • Leerlingen kunnen reflecteren over hun eigen handelen, over respecteren van de procedures van het opzet, over experimentele gegevens waarbij rekening kan worden gehouden met eventuele uitschieters in data. Ze kunnen eventuele patronen identificeren in afwijkende resultaten bij zoekopdrachten en reflecteren over hoe ze dit kunnen vermijden.
  • Als conclusie kun je de belangrijkste bevindingen laten samenvatten.
  • Je kunt leerlingen laten reflecteren over het verloop van het literatuuronderzoek in relatie tot de verkregen inzichten en mogelijkheden voor verder onderzoek.
  • Leerlingen kunnen reflecteren over huidige maatschappelijke trends die zichtbaar worden in de verzamelde data. Daarnaast kan de link worden gelegd met eventuele volgbare trends in symptomen verbonden met een zoutrijk dieet.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio