Wat als de leerling de overstap maakt vanuit het buitenland?
Een inschrijving als regelmatige leerling vereist dat de leerling voldoet aan de toelatings- en overgangsvoorwaarden. Die voorwaarden zijn geformuleerd in termen van het Vlaamse onderwijs. Voor leerlingen die overstappen van een niet-Vlaamse school (buitenlandse school, Franse of Duitstalige school in België) of uit een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers, is voor de instroom in het Vlaams onderwijs dan ook een aparte regeling nodig. Behalve bij de instroom op basis van leeftijd, ligt hier een grote verantwoordelijkheid bij de inschrijvende school.
De leerlingen die vanuit een ander onderwijssysteem instromen, vormen een heel diverse groep. Het kan gaan om:
Voor al deze leerlingen geldt dezelfde regeling.
Leerlingen die het zesde leerjaar van het lager onderwijs niet hebben gevolgd of beëindigd, kunnen van rechtswege worden ingeschreven in het eerste leerjaar B wanneer zij uiterlijk op 31 december na de start van het schooljaar twaalf jaar worden. Als aan deze leeftijdsvoorwaarde is voldaan, zijn geen verdere stappen nodig. Ook tot het tweede leerjaar B kunnen leerlingen op basis van leeftijd (14 jaar op 31 december) van rechtswege instromen. Ten laatste kunnen leerlingen op basis van leeftijd (15 jaar op 31 december) ook tot het eerste leerjaar van de tweede graad bso/arbeidsmarktfinaliteit toegelaten worden, maar sinds 1 september 2024 kan dit enkel op basis van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
Toelatingsvoorwaarden op basis van een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad
Jongeren die overstappen van een school met een buitenlands onderwijssysteem of van een school die is erkend door de Franse of Duitstalige Gemeenschap, kunnen in het voltijds secundair onderwijs worden toegelaten op basis van een gunstige beslissing van een toelatingsklassenraad.
Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:
Aandachtspunten
Wanneer een leerling in de loop van het schooljaar van studierichting verandert, moet hij daarnaast ook aan de overgangsvoorwaarden voldoen. Binnen eenzelfde leerjaar geldt meestal een uiterste overgangsdatum (met mogelijkheid tot afwijken hierop). Met uitzondering van bepaalde overgangen naar of vanuit het beroepsvoorbereidend leerjaar, zijn er geen overgangsvoorwaarden vastgelegd voor leerjaaroverstijgende of verticale overstappen. Dergelijke overgangen moeten reglementair worden benaderd als een “laattijdige inschrijving”. Om als regelmatige leerling in het nieuwe structuuronderdeel te kunnen starten, zal voor dit soort overgangen de school de periode van de start van het schooljaar tot de datum van inschrijving zelf moeten wettigen.
Voor het deeltijds onderwijs geldt een analoge regeling. Een jongere kan tot het dbso worden toegelaten als hij enerzijds aan de voltijdse leerplicht heeft voldaan en anderzijds de leeftijd van 25 jaar niet heeft bereikt. De leerplicht wordt deeltijds:
De bevoegdheid van de klassenraad is wel beperkt doordat hij zijn beslissing moet kunnen motiveren op basis van documenten uit de buitenlandse scholen of door de schoolloopbaan van de jongere te reconstrueren. Als er onduidelijkheid is, oordeelt de klassenraad of aan de voorwaarde van twee jaar secundair onderwijs werd voldaan. Als er sterke aanwijzingen zijn of als vaststaat dat aan die voorwaarde niet is voldaan, kan de klassenraad de jongere niet inschrijven.
Aandachtspunten
De toelatingsklassenraad beslist autonoom op basis van welke informatie hij een beslissing neemt over de toelating als regelmatige leerling. Het spreekt voor zich dat hij binnen de periode van maximum 35 kalenderdagen of 25 lesdagen zo veel mogelijk relevante informatie zal verzamelen. Hieronder geven wij alvast enkele opties:
Daarnaast zal de onthaalschool doorheen het onthaaljaar een doorstroomdossier hebben aangelegd dat alle relevante gegevens bevat uit het dossier van de leerling (beginsituatie, individueel leertraject, de zorgfiche, het advies van de klassenraad van de onthaalklas, geïndividualiseerde begeleidingstips …). Ook de ouders en de ex-OKAN-leerling hebben hieraan mee gewerkt. De vervolgschool ontvangt dit dossier rechtstreeks van de onthaalschool. De vervolgcoach van de onthaalschool kan tijdens de vergadering het doorstroomdossier en het advies van de OKAN-klassenraad toelichten.
Toelatingsvoorwaarden op basis van een reeds uitgereikt gelijkwaardigheidsattest
Vóór het schooljaar 2011-2012 moesten scholen bij het ministerie van onderwijs de gelijkwaardigheid aanvragen van het studiebewijs van een leerling uit het buitenland. Op basis van het dossier dat de school indiende, reikte dat vervolgens een attest uit dat de gelijkwaardigheid vastlegde met een Vlaams oriënteringsattest, getuigschrift of diploma. Dat gelijkwaardigheidsattest maakte duidelijk in welk leerjaar, welke onderwijsvorm en onderverdeling iemand als regelmatige leerling kon worden ingeschreven. Zoals gezegd reikt de overheid geen gelijkwaardigheidsattesten meer uit.
Wanneer een leerling uit het buitenland, een andere Gemeenschap of het onthaalonderwijs zich in de loop van het schooljaar aanmeldt, raden wij aan dat te benaderen als een laattijdige inschrijving.
Dat impliceert dat ofwel de directeur of zijn afgevaardigde, ofwel de klassenraad de laattijdigheid aanvaardt op basis van een bewijsstuk dat de laattijdigheid motiveert. Meer informatie vind je in de ministeriële omzendbrief SO/2005/04 “Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs”.
Minderjarige (kandidaat) politieke vluchtelingen en minderjarige leerlingen zonder wettig verblijfsstatuut
Ook minderjarige (kandidaat-)politieke vluchtelingen en minderjarige leerlingen zonder wettig verblijfsstatuut die niet in het bezit zijn van buitenlandse studiebewijzen, kunnen op basis van deze regelgeving in het secundair onderwijs worden ingeschreven.
Als een minderjarige kandidaat-leerling zijn identiteit niet kan bewijzen op basis van een officieel stuk of wanneer zijn verblijfsstatuut (of dat van zijn ouders) niet in orde is, mag dat niet leiden tot een weigering. Meer informatie vind je in de ministeriële omzendbrief GD/2003/03 (punt 5) “Het recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijfsstatuut”. Alle kinderen, ook die zonder een wettig verblijfsstatuut, hebben immers een internationaal gewaarborgd en fundamenteel recht op onderwijs. Het kind moet wel op het moment van de inschrijving effectief aanwezig zijn om fictieve inschrijvingen te vermijden. Zoals alle andere regelmatige leerlingen moeten zij regelmatig de lessen bijwonen. Hun statuut schept mogelijk wel problemen voor de deelname aan buitenlandse extra-murosactiviteiten of uitstappen. Meer informatie vind je op de PRO.-pagina “Extra-murosactiviteiten”.
Leerlingen zonder wettig verblijfsstatuut zijn subsidieerbaar. Ook de schoolverzekering is normaliter van toepassing op alle leerlingen. Daarnaast zijn directies en leraren niet verplicht om hen aan te geven bij de overheidsdiensten en mogen zij ervan uitgaan dat ze niet via de school door de dienst Vreemdelingenzaken of de politie zullen worden opgespoord.
Om van de dienst Vreemdelingenzaken een machtiging tot voorlopig verblijf te kunnen ontvangen, moeten sommige leerlingen uit het buitenland een attest van inschrijving in een school kunnen voorleggen. Dat attest van inschrijving als regelmatige leerling kan door de school slechts worden uitgereikt wanneer een leerling voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het leerjaar waarvoor hij opteert. Het attest kan dus niet worden uitgereikt vooraleer de inschrijving als regelmatige leerling is afgerond. Meer informatie vind je in de ministeriële omzendbrief SO 64 (bijlage 18) “Structuur en organisatie van het voltijds secundair onderwijs”.