Wanneer kan een leerling hetzelfde leerjaar overdoen?
Onderzoek heeft uitgewezen dat overzitten niet altijd in het belang is van een optimale studieloopbaan. Daarom beperkt de regelgever de voorwaarden om een leerjaar in het gewoon voltijds secundair onderwijs en buso-opleidingsvorm 4 als regelmatige leerling te kunnen overzitten.
Wanneer een leerling een leerjaar overzit, dient altijd rekening te worden gehouden met de toelatingsvoorwaarden.
Na het eerste leerjaar krijgt de leerling ofwel een oriënteringsattest A (al dan niet met afsluiting), ofwel een oriënteringsattest C. Overzitten na het behalen van een A-attest is in principe niet mogelijk. Enkel in geval van een afsluiting van minstens de helft van alle basisopties van 2A of 2B kan een leerling kiezen om over te zitten. Na het behalen van een C-attest zal de leerling moeten overzitten, behalve als hij kan overgaan op basis van leeftijd.
In de regel brengt de delibererende klassenraad bij elk oriënteringsattest B een bindend advies inzake overzitten uit. Het wordt systematisch vermeld op het attest zelf.
Indien de delibererende klassenraad bij het oriënteringsattest B een ongunstig advies uitbrengt, dan moet de leerling, ongeacht de school, naar het hoger leerjaar overgaan. Ook een verandering van structuuronderdeel binnen hetzelfde leerjaar is niet mogelijk!
Naast de clausulering zal ook dit ongunstig advies expliciet naar de leerling/ouders moeten worden gemotiveerd. Tegen dit advies is beroep mogelijk.
Bij een B-attest met een uitgebreide clausulering formuleert de delibererende klassenraad geen advies over overzitten. Onder uitgebreide clausulering begrijpt men:
- een clausulering voor alle structuuronderdelen van minstens drie van de vier onderwijsvormen; of
- een clausulering voor alle structuuronderdelen van minstens twee van de drie finaliteiten.
Indien overzitten inherent is aan de toelatingsvoorwaarden zelf, gelden de bijkomende voorwaarden op het gebied van overzitten niet. Dit is het geval voor:
- de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd, en overstappen naar het tweede leerjaar A (met gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad, met uitzondering vanuit de opstroomoptie);
- de leerlingen die het tweede leerjaar B met vrucht hebben beëindigd in de opstroomoptie of een combinatie van basisopties waaronder de opstroomoptie en overstappen naar het tweede leerjaar A;
- de regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van de tweede graad arbeidsmarktfinaliteit met vrucht hebben beëindigd, en overstappen naar het eerste leerjaar van de tweede graad doorstroom- of dubbele finaliteit (met gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad);
- de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de tweede graad arbeidsmarktfinaliteit met vrucht hebben beëindigd en overstappen naar het tweede leerjaar van de tweede graad doorstroom- of dubbele finaliteit (met gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad);
- de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de derde graad arbeidsmarktfinaliteit met vrucht hebben beëindigd en overstappen naar het eerste leerjaar van de derde graad doorstroom- of dubbele finaliteit (met gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad).
Voor een leerling die het leerjaar dat hij met vrucht heeft beëindigd (oriënteringsattest A of B met gunstig advies inzake overzitten) en wenst over te zitten in een ander structuuronderdeel waarin hij niet werd toegelaten ingevolge de beperking vermeld op het attest B van het onmiddellijk lager leerjaar, kan de toelatingsklassenraad deze beperking opheffen.