Leerlingen weten na het lezen van een opdracht vaak niet wat ze moeten doen. Het lukt hen niet om wat geschreven staat goed genoeg te begrijpen om er de actie die van hen verwacht wordt aan te koppelen. We kunnen hen hierbij helpen door toegankelijker te schrijven, maar evengoed door hen te stimuleren om de instructies te lezen en te ontcijferen. Laat je als leraar niet verleiden om alles telkens ook nog eens mondeling toe te lichten, maar daag je leerlingen uit om zelf de instructies te lezen en te leren begrijpen.
Je kunt als leraar veel doen om je teksten en schriftelijke instructies toegankelijker te maken. Structuur, korte zinnen, onderwerp vooraan, werkwoorden met inhoud dichter bij het onderwerp, weinig figuurlijk taalgebruik, imperatief bij instructie, geen verborgen meervoudige opdrachten in een zin ... Daarnaast kan het voor sommige (praktijk)vakken interessant zijn om beeldmateriaal toe te voegen aan de verschillende stappen die leerlingen moeten zetten. Ook digitale tools kunnen de nodige ondersteuning bieden.
Schrijf klare taal. Laat leerlingen in duo's herhalen wat ze moeten doen, visualiseer, model hoe je zelf te werk zou gaan.
Deze tools voor vertaalondersteuning kunnen je leerlingen zeker ook verder helpen.
Visualiseren met stappenplannen in de praktijklessen gebeurt ook vaak.
Hoewel het niet de bedoeling is om alle teksten te vereenvoudigen, is het voor de delen die de leerlingen moeten studeren wel interessant om als leraar studeerbaar te schrijven.
Vraag aan de leerling om te vertellen wat hij moet doen na het lezen van de instructie. Roep een groepje bij jou voor verlengde instructie zodat je kan modelen wat ze moeten doen
Bespreek de instructies uit de cursus met de leerling, doe dat in pre-teaching zodat de leerling beter voorbereid naar de les gaat en weet wat van hem verwacht wordt. Leer anderstalige leerlingen om via Word de documenten doelgericht te vertalen en toch in dezelfde lay-out ter vergelijking te bewaren