Het paastriduüm bevat de kern van het christelijk verhaal, de Blijde Boodschap, het Goede Nieuws. Het paastriduüm sluit de ‘Goede Week’ af. Goed? Niet evident, als je weet dat op Goede Vrijdag Jezus sterft aan het kruis.
De avond voor zijn dood, vierde Jezus het joodse paasfeest, evenals zovelen in Jeruzalem. Jezus, Maria, de apostelen waren namelijk allemaal joden. Het joodse paasfeest is een lange maaltijd waarbij de gerechten verwijzen naar de uittocht uit Egypte. Deze maaltijd noemt men ook de ‘sedermaaltijd’. Het woord ‘seder’ betekent letterlijk ordening. Ook wij kunnen een sedermaaltijd houden, zoals de Joodse gemeenschap het vandaag nog doet. In een vaste ordening worden deze gerechten gegeten:
Tijdens de maaltijd worden vier bekers gedronken, op gezette tijden. Ook worden de handen gewassen: een rituele handeling om geestelijke reinheid te krijgen.
Het joodse paasfeest herdenkt de uittocht uit Egypte. Het relaas van deze dramatische uittocht staat in het Oude Testament in het boek Exodus. Het vertelt hoe de Israëlieten erin slagen om vanonder het gezag van de farao uit te komen en zichzelf te bevrijden. Wat volgt is een lange tocht door de woestijn, onder leiding van Mozes. Wanneer het volk bij de berg Sinaï aankomt, sluit God met hen een verbond. Dat wordt besloten in de 10 geboden en andere wetten, opgenomen in de Thora. Het verbond leidt hen naar het Beloofde Land, naar een samenleving waarin de liefde van God de eerste en de laatste maatstaf is.
Jezus deed het bij zijn laatste sedermaaltijd nét een beetje anders. Zo waste hij niet alleen de handen maar ook de voeten. Niet van zichzelf maar van zijn vrienden. Daarmee wou hij duidelijk maken dat hij leefde voor hen, en voor alle mensen. De volgende dag zou dit nog duidelijker worden. Dan geeft hij zijn leven letterlijk op, als teken van liefde en trouw. Zo krijgt het oude verbond van de Exodus een nieuwe glans: die van de onvoorwaardelijke liefde van God. Zolang er mensen zijn die uit zichzelf goed willen zijn, is er hoop voor iedereen. Dit is goed nieuws, de Blijde Boodschap!
We denken vandaag aan:
Wij danken vandaag voor:
Op Goede Vrijdag kijken we het geweld recht in de ogen en vragen ons af: ‘Waarom toch?’ en ‘Wat nu?’. We laten de kruisweg bij ons binnenkomen. De beelden in de tekst hieronder zijn gemaakt door leerlingen uit het 5de jaar van het College van het Eucharistisch Hart in Essen.
Na zijn schijnverhoor liet Pilatus Jezus geselen. Hij geeft de soldaten vrij spel. Ze mogen met deze Jezus hun spelletje spelen. De soldaten maken van Jezus een ‘koning’, met een purperen mantel – purper was een zeer dure stof! – en een kroon van doorntakken. Ze roepen hem uit tot koning, en slaan hem in het gezicht. Het is een verregaande dehumanisering van een gevangene, een diepe vernedering voor Jezus. Jezus reageert blijkbaar niet. Hij zwijgt. Later wordt Jezus afgevoerd, naar het kruisveld dat de lugubere naam ‘Schedelplaats’ draagt. De kruisiging is een wrede en pijnlijke dood, heel anders dan de onthoofding, die immers gauw achter de rug is. Veroordeelden konden uren levend aan een kruis hangen, ten prooi aan de ogen van kijklustigen en aan ongedierte. Men werd letterlijk ‘tentoongesteld’, bij wijze van afschrikking. (Uit: https://www.bijbelhuiszevenkerken.be/assets/userfiles/A-cyclus/Paaskring/Tridu%C3%BCm/Goede%20Vrijdag_tekst_commentaar_JB.pdf)
Jezus was onschuldig. Dat wist Pilatus ook. Hij liet hem toch geselen en kruisigen. Hij liet hem over aan de woede van de soldaten en het volk. Waarom schiet niemand hem echt te hulp? Waarom die wrede marteling? Wie heeft trouwens ooit bedacht om spijkers door iemands handen te slaan? Of door zijn voeten? En wat heeft de mensheid al niet meer aan geweld bedacht?
Als je onschuldig bent en ze van alle kanten oneerlijk op je afkomen, dan word je vanzelf stil. Jezus heeft dit nergens aan verdiend maar hij vlucht niet weg. Hij neemt zijn kruis op en bewaart zijn waardigheid. Hij blijft geweldloos. Zo confronteert hij de mensen met hun eigen gewelddadige houding. Hij weet dat het geweld voortkomt uit angst. Angst om zelf af te gaan als een gieter. Ook Pilatus was bang. Hij wist dat Jezus onschuldig was maar was bang dat het volk over hem zou gaan klagen bij de keizer. Op die manier was Pilatus niet alleen oneerlijk tegenover Jezus, maar ook tegenover zichzelf. Als dat van iemand een houding wordt dan wordt hij een heel ongelukkig mens. Maar ook alle omstaanders, de hogepriesters voorop, hadden angst om hun lippen. En zelfs zijn beste vrienden hadden hem verraden, uit angst om ook hun leven te verliezen. In alle figuren die Jezus omringen duikt de angst op. Wie zijn dan de echt beklaagden? De mensen met hun angst of Jezus die de marteldood ondergaat?
Nu is het onze beurt om stil te worden. We hebben er geen woorden voor. Waarom moest dit gebeuren? Wat we met Jezus lieten gebeuren gaat lijnrecht tegen de bedoeling van God in. Wij geloven dat God juist toen, in al zijn onmacht, heel dicht bij Jezus was. Jezus leert ons met het Onzevader bidden: ‘Uw wil geschiede’. Hij zocht de dood niet maar was bereid de weg van het lijden te gaan.
Waarom gebeurt het nog, dat zoveel mensen een kruis te dragen hebben? Ook vandaag nog vallen mensen onder het kruis dat ze niet meer kunnen dragen. Ze lijden aan onrecht of ziekte. Of ze lijden heel erg om de fouten die ze ooit gemaakt hebben en waar ze maar niet overheen komen. Of ze hebben zo veel verdriet dat ze een gevoel hebben erin te blijven steken.
De twee onderstaande teksten komen uit https://www.kuleuven.be/thomas/page/drie-bezinningen-rond-de-goede-week/.
Twee luisterliederen ter overweging:
Jezus kiest ervoor zijn leven uit handen te geven. Hij neemt het kruis mee, over de dood heen. Zijn liefde is sterker dan de dood. Het lijden kan niet op tegen de liefde. Dit vieren we meer dan 2000 jaar later nog. Omdat dit het geheim van het leven bevat: de dood heeft niet het laatste woord.