Kern van de zaak hier was niet de concrete persoon van de onderwijsambassadeur (nwvr: uiteraard, zou ik zeggen, en ik vond het al vreemd dat daar überhaupt naar verwezen werd, maar goed), maar wel de functie op zich, zoals die in het vorige Vlaamse regeerakkoord stond, én de (eventuele) stopzetting ervan deze legislatuur. Een paar keer tijdens de bespreking werd verwezen naar de gedachtewisseling die de vorige Onderwijscommissie had met de toenmalige onderwijsambassadeur, mogelijk dus de eerste en meteen ook de laatste (N.B. voor nog enkele relevante schriftelijke vragen van vorige legislatuur).
Het werd snel duidelijk dat minister Demir een duidelijk verschil zag tussen de onderwijsambassadeur en de zgn. zorgambassadeur: die laatste stond niet op de loonlijst van het vakkabinet Welzijn/Volksgezondheid, maar wel op die van het Departement Welzijn. De voormalige onderwijsambassadeur werd wél door het kabinet betaald en daarvoor zag de huidige Onderwijsminister geen financiële ruimte meer. Maar… ze wilde altijd wel polsen bij het Departement Onderwijs of daar eventueel die ruimte wél bestond.
Politiek was het nog interessant om te zien dat de vorige Onderwijsminister Ben Weyts toch wel positief stond tegenover de functie van onderwijsambassadeur (maar het voortbestaan ervan uiteraard had laten afhangen van de nieuwe Vlaamse regering), maar vooral ook dat de oorspronkelijk bedoelde aard van het onderwijsambassadeurschap (cf. het vorige Vlaamse regeerakkoord, p.26) een stuk breder en verdergaand was dan de feitelijke concrete invulling nadien, zoals interveniënt Loes Vandromme zich herinnerde.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de functie van onderwijsambassadeur van Kim Buyst” aan minister Zuhal Demir.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen