Krachtlijn 4 - Leerplandoel 17

De leerlingen beantwoorden een historische vraag aan de hand van historische bronnen met betrekking tot de bestudeerde periodes en historische redeneerwijzen.  

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Historische vorming moet de ambitie hebben om leerlingen aan te leren hoe ze zelf een historische vraag kunnen beantwoorden. Dat is een proces van lange adem waarvoor in de eerste graad de basis gelegd wordt, op maat van de leerlingen.  

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen beantwoorden een historische vraag. Dat antwoord kan kort of lang zijn, begeleid of minder begeleid. De informatie en argumenten daarvoor halen ze uit de kritische analyse van bronnen en/of de toepassing van historische redeneerwijzen.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Bij deze doelstelling wordt de aanzet van een historische beeldvorming nog gegeven. De beeldvorming kan uiteenlopende vormen aannemen: een tekst, een geluidsfragment (interview, podcast), een infografiek, een tekening of een videofragment.

Dit leerplandoel hangt nauw samen met andere leerplandoelen: 

  • De eerste krachtlijn over historische vraagstelling. Het is belangrijk om steeds te vertrekken vanuit een historische vraag zodat leerlingen beseffen dat een beeldvorming nooit start van nul of een objectief gegeven is, maar aangestuurd wordt door een historische vraag. 
  • Leerplandoel 8 over de verbanden binnen maatschappelijke domeinen: wanneer je die verbanden ook benoemt in termen van historische redeneerwijzen (bijvoorbeeld oorzaak-gevolg) werk je meteen aan dit doel. 
  • De derde krachtlijn over het kritisch redeneren met en over bronnen. Wanneer oefeningen in die context vertrekken vanuit een historische vraag zal je automatisch werken aan historische beeldvorming. 
  • Leerplandoel 15, dat weliswaar niet mikt op de actieve component, maar wel een start vormt.

Hier zijn diverse didactische werkvormen mogelijk. Je kan werken met een invuloefening, schema’s, schrijfkaders, graphic organizers, meerkeuze … Dat laat toe om af te stemmen op het profiel van de leerlingen.

Hier is explicit teaching aangewezen, in de zin dat je de redeneerwijzen expliciet benoemt: eerst doe je dit voor, dan maak je samen een oefening, vervolgens gaan de leerlingen onder begeleiding aan de slag en tenslotte maken ze zelfstandig een oefening.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Een handig hulpmiddel zijn schrijfkaders: de leerlingen krijgen de aanzet van een zin en moeten die dan vervolledigen. 
In bijgevoegd document vind je in de laatste kolom schrijfkaders voor het analyseren van historische bronnen (origineel: Stanford History Education Group).

Met een schrijfkader kan je de leerlingen op weg helpen om een redenering te maken en tot een beeldvorming te komen die ze zelfstandig niet zouden aankunnen. 
Voorbeeld: Guy Verbeeck, Technisch Instituut Berkenboom Sint-Niklaas. Dit voorbeeld focust op het samenbrengen van inhoudelijke kennis, het synthetiseren. Een gelijkaardige structuur kan je hanteren voor een historische redenering of voor bewijs uit bronnen. 

Een ander handig format: de conceptmap. Sterk aanleunend bij mindmaps, maar iets complexer omdat er gewerkt wordt met pijlen en bij de pijlen ook de relatie benoemd wordt. Je kan leerlingen een dergelijke conceptmap aanbieden die deels ingevuld is en die zij moeten aanvullen.

Je kan leerlingen die een antwoord op een historische vraag formuleren ondersteunen met een ‘suggestiestrook’. Daarin geef je aan welke stappen in de redenering de leerlingen moeten zetten en kan je werken met schrijfkaders. In het (Engelse) voorbeeld hieronder moeten leerlingen informatie synthetiseren, argumenten uit bronnen integreren, hun kennis van een referentiekader gebruiken en oog hebben voor interpretaties. De leerlingen noteren hun antwoord naast de strook zodat ze meteen ook een idee hebben hoeveel ze ongeveer moeten schrijven. Dit is wellicht nog niet voor elke groep in de eerste graad weggelegd, maar kan in sommige contexten zeker al een meerwaarde bieden. Deze werkvorm is geïnspireerd op de Cornell-methode, een handige manier om te leren notitie nemen en samenvatten. Ook dit leunt aan bij GFL-doelen rond leren leren.

Je kan ook werken met strookjes, beetjes informatie die leerlingen vervolgens in een beeldvorming gieten 
Voorbeeld: Arie Wilschut, Geschiedenisdidactiek, p.315 en volgende 
 
Leerlingen krijgen deze tekst en kaartjes, en moeten ze in een volgorde leggen. 
"In de 11e eeuw vertoonde West-Europa een toenemende weerbaarheid tegen invallers uit Noorden en Zuiden (o.a. Noormannen, Magyaren en Saracenen), wat het politieke klimaat in West-Europa stabiliseerde. Tot die stabilisering droegen ook Godsvrede en Godsbestand bij. Nog in die 11e eeuw verbeterde de landbouwuitbating door technische innovaties (keerploeg en watermolen) en een uitbreiding van het landbouwareaal. Als gevolg van dit alles stegen de landbouwopbrengsten en werd een landbouwoverschot gecreëerd. Dit had tot gevolg dat er zich in West-Europa een demografische expansie begon voor te doen. Op haar beurt deed die de vraag naar o.a. kleding stijgen en zorgde ze ervoor dat niet langer alle arbeidskrachten in de landbouw moesten werken. Zo gingen stilaan handel en steden herleven.” 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio