De leerlingen selecteren informatie uit een tijdlijn en een historische kaart om een historische vraag te beantwoorden.
Tijdlijnen en historische kaarten zijn belangrijke bronnen van historische informatie en verdienen de nodige aandacht in de geschiedenisles.
Leerlingen lezen historische tijdlijnen en kaarten om een historische vraag te beantwoorden.
Overleg zeker met de collega aardrijkskunde over dit onderwerp. In dat vak wordt uitgebreid stilgestaan bij het leren werken met kaarten. Bekijk waar begrippen als legende, schaal of oriëntatie eerst aan bod komen. Dat leerproces goed afstemmen kan de efficiëntie alleen maar ten goede komen.
Het leerplan legt geen gebruik van een historische atlas op. Dat blijft echter een waardevol instrument voor de historische vorming van leerlingen.
De doelstelling houdt in dat leerlingen een kaart of tijdlijn krijgen. Ze moeten niet zelf op zoek gaan naar een passende kaart of tijdlijn in een ruimer aanbod. Dat kan je doen, maar dat doel valt buiten het leerplan.
De beeldkwaliteit van tijdlijnen en kaarten is cruciaal. Vaak worden kleuren of afbeeldingen gebruikt die bij een slechte presentatie hun informatieve waarde verliezen. Soms gebruiken leraren Engelstalige kaarten die gevonden zijn op het internet. Dat is nog niet evident in de eerste graad, voorzie dus voldoende duiding en ondersteuning.
Het is niet gemakkelijk om kwaliteitsvol kaartmateriaal te vinden. Op internet staan vele kaarten, maar kwaliteitsvol Nederlands kaartmateriaal (goede titel, duidelijke legende, heldere vormgeving) is uiterst schaars. Er zijn enkele digitale kaarten die de staatkundige evolutie van de wereld dynamisch weergeven. Op dit moment zijn de klassieke atlassen nog steeds onklopbaar. Je vindt vaak ook goede kaarten in Nederlandstalige overzichtswerken. Voor de Klassieke Oudheid geldt dat bijvoorbeeld voor het boek van Naerebout en Singor (De oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis). Ook de meeste leerboeken integreren kaartmateriaal, zij het vaak om context te geven en minder vaak om te analyseren in functie van historisch denken.
Probeer niet alleen punctuele informatie (een datum, gebeurtenis, plaats) te laten afleiden. Je kan kaarten en tijdlijnen ook meer inzichtelijk inzetten:
Ook hier is de didactiek van explicit teaching aangewezen. Analyseer eerst samen met de leerlingen een kaart of tijdlijn. Leer hen standaard om zaken als de legende, de titel, jaartallen op een tijdlijn aan te duiden volgens een bepaalde methodiek.
Vraag leerlingen niet alleen naar hun antwoord maar laat hen ook hun zoekmethode verwoorden. Dit sluit ook aan bij de GFL-doelen rond leren leren en meer bepaald het zich eigen maken van leerstrategieën (GFL LPD 26).
Bij dergelijke oefeningen gaat het vaak om het aandachtig, geconcentreerd en geduldig analyseren van een kaart of tijdlijn. Leerlingen zijn echter flitsende beelden gewend. Als leerkracht moet je dan ook bewust didactische technieken inzetten om leerlingen grondig te leren kijken.
Voor deze doelstelling kan je gebruik maken van een stappenplan of modelvragen om tot een gedegen analyse te komen.
Om leerlingen aandachtig naar kaarten of tijdlijnen te leren kijken, kan je verschillende didactische werkvormen gebruiken: