Wie zich af en toe op het gladde ijs van de sociale media waagt, weet hoe hard het er in de virtuele ruimte aan toe kan gaan. Achter het masker van anonieme accounts wordt op elkaar gescholden en maakt men van elk debat een zaak van winnaars en verliezers. Ondanks alle ronkende woorden over ‘het verbinden van mensen’ van bedrijven als Facebook en Twitter lijken de sociale media vooral asociale media geworden, die de polarisering in onze samenleving versterken.
Toch kan het ook anders. Sinds een paar maanden volg ik het Twitteraccount van een godsdienstlerares. Ze post bij het begin en het einde van elke dag een kort bericht waarin ze iedereen een fijne ochtend en een fijne avond toewenst. De bewoordingen verschillen af en toe, de foto’s bij het bericht zijn altijd nieuw, het effect is steeds hetzelfde. In een virtuele wereld waarin voortdurend om het Grote Gelijk wordt gevochten, creëert deze lerares een kleine ruimte waarin je als mens, als persoon wordt toegesproken.
Het contrast tussen deze virtuele oase en de haar omringende steenwoestijn van harde meningen deed me denken aan wat ik elke zomer ervaar, wanneer ik uit vakantie terugkom. Ik trek tijdens mijn zomervakanties vaak de Oostenrijkse bergen in. Dat klinkt misschien niet erg exotisch of avontuurlijk, al spelen de plaatselijke toeristische diensten graag de Instagramfactor van ‘hun’ bergen uit als troef om toeristen te lokken. Maar het mooie landschap is niet de enige troef van de Alpen. Het zijn de mensen die er leven die de streek zo bijzonder maken.
Als je in de Alpen gaat wandelen, valt namelijk op hoe iedereen elkaar er vriendelijk begroet. Op het einde van elke wandeldag heb je toch vlot enkele tientallen keren een ‘Servus’ uitgewisseld met volslagen vreemden. Of, ook al hoor je dat de laatste jaren wat minder, het zalige ‘Grüß Gott’. Als je dan terug in je eigen heimat bent, merk je dat mensen je bevreemd aanstaren als je hen onderweg naar de bakker vriendelijk een ‘goede dag’ wenst.
Het is nochtans een geweldig iets: elkaar begroeten. In het Nederlands zeggen we elkaar ‘goedendag’. Die uitdrukking is geen feitelijke vaststelling: het is niet noodzakelijk een goede dag voor jezelf of voor wie je ontmoet. Het is een wens: je drukt de hoop uit dat het voor de ander een goede dag zal zijn. Dat is zo mooi aan het Twitteraccount van de godsdienstlerares waarover ik eerder sprak. Dat is wat het zo jammer maakt, wanneer een vriendelijke ‘goedemorgen’ op een koude steen valt..
Wanneer je elkaar begroet, maak je duidelijk dat je de ontmoeting met de ander als een gebeuren erkent. Je erkent elkaar als mens, als persoon, als iemand die jou aanspreekt en die jij kunt aanspreken. Dat wordt mooi verdiept in het Oostenrijkse ‘Grüß Gott’. Eigenlijk is het een afkorting van ‘God (be)groete je’. Anders gezegd: de mens die je ontmoet, geeft je de groeten van God door. God laat je groeten door wie jij toevallig op je pad ontmoet en ontvangt met plezier je wedergroet. God erkent jou als mens, is oprecht blij je te ontmoeten. God wenst je een goede dag toe.
Je leest in teksten wel eens over de ontmoeting met de ander en de Ander, of a/Ander. Dat lijkt dan soms een vrijblijvend taalspel. Maar het drukt wel degelijk een grondkenmerk van onze werkelijkheid uit. In de ontmoeting met de ander kunnen we de Ander ontmoeten. God is een God die samen met ons op weg wil gaan, die ons hartelijk begroet en de loop van de geschiedenis laat keren door wat dan kan gebeuren. Kijk maar wat er zich ontplooide na dat mooie “Wees gegroet, Maria”, dat in mei zo vaak wordt herhaald: het ultieme verhaal van God die in-de-wereld is. Beste lezer, ik wens je deze meimaand, maar ook daarna, vele gezegende ontmoetingen toe. Wees gegroet!
PS: Voor wie nieuwsgierig is naar het Twitteraccount waarover ik sprak: @maivandenbroeck – doe haar de groeten van mij