Het beeld van kinderen die zorgtaken opnemen roept bij velen vragen op:
Deze bezorgdheden zijn begrijpelijk. Veel jonge mantelzorgers hebben het moeilijk en hun gezin heeft vaak extra ondersteuning nodig. Maar tegelijkertijd kunnen deze zorgen ook voortkomen uit stigma: een automatische koppeling tussen jonge mantelzorg en een negatieve gezinscontext. Dat zorgt ervoor dat we niet langer het individuele verhaal van de jongere en hun gezin zien.
Zelfs situaties die op papier hetzelfde lijken - bijvoorbeeld een ouder met een verslaving - kunnen sterk verschillen:
Heel wat scholen lopen aan tegen het feit dat jongeren niet zeggen dat ze jonge mantelzorger zijn. Dat kan heel wat redenen hebben, en één daarvan is dat sommige aandoeningen van zichzelf al een extra stigma dragen en de stap naar hulp bemoeilijken:
Dit stigma treft in de eerste plaats de persoon met de aandoening, maar kan ook ‘reflecteren’ op de jonge mantelzorger. Dit wordt stigma door associatie genoemd.
Wanneer een ouder deze problematiek heeft, worden er vaak negatieve aannames gemaakt:
Maar niet elke ouder met een psychische aandoening of verslaving is automatisch een slechte ouder. Niet elke jonge mantelzorger groeit op in een problematische situatie. Oordelen zonder het volledige verhaal te kennen, kan schadelijk zijn.
Meer info over ouderschap en stigma vind je op de tegel Ouders als partners in jonge mantelzorg.
Jonge mantelzorgers weten dat er stigma rust op hun situatie. Daarom houden ze hun zorgrol vaak geheim:
Deze geheimhouding maakt het nog moeilijker om jonge mantelzorgers te herkennen en ondersteunen (meer info vind je op de tegel Cultuur en jonge mantelzorg). Hoe meer ze geconfronteerd worden met foute vooroordelen, hoe meer ze zich terugtrekken.
Hoe kunnen we stigma doorbreken?
Denk na over hoe jouw vooroordelen jouw kijk op jonge mantelzorg kunnen beïnvloeden. Dit bewustzijn helpt je om op een meer open en ondersteunende manier in gesprek te gaan met jonge mantelzorgers.