De opleiding basisveiligheid is verplicht als arbeid verricht wordt op een tijdelijke of mobiele werkplaats. Dit geldt enkel voor die leerlingen/leraren die (mee)werken (stage) binnen:
- de bouwsector (PC124 - Constructiv)
- installatiesector (PC111 - Metaalnijverheid)
- elektriciens (PC149 - Volta).
Een leerling van minder dan 18 jaar mag wettelijk niet op hoogte werken, tenzij “werken op hoogte” is opgenomen in het leerplan (wat het geval is in LPD2 of 3). Voorafgaand is uiteraard instructie nodig door een, bij voorkeur bevoegd, leraar. Alleen dan mag de leerling werken boven 2 meter hoogte met ladder of rolsteiger. Een afzonderlijk certificaat is niet nodig, de leerlingen worden als gewaarschuwde geïnformeerd over de mogelijke gevaren en de risico’s bij werken op hoogte, waarbij vooral de nadruk ligt op veiligheid als attitude en de te voorziene veiligheidsmaatregelen (risico-analyse).
Voor het werken met steigers geldt specifieke wetgeving.
Voor het werken met steigers geldt specifieke wetgeving.
Dit materiaal en gereedschap moet beschikbaar zijn in functie van de uit te voeren opdracht. Een beperkte hoeveelheid kan volstaan afhankelijk van het aantal leerlingen dat op dit moment een opdracht uitvoert. Dit kan door de school ter beschikking gesteld worden of door de leerling zelf worden aangeschaft.
Om op een technisch correcte en veilige manier aan de installatie te werken is de kennis van de principiële werking van een installatie nodig.
Wat in het leerplan staat is wat minimaal aangeboden moet worden, waarbij je de leerplandoelen ook minimaal mag lezen. Afhankelijk van jouw uitrusting, jouw leerlingengroep, jouw voorkeur, de bedrijven waarmee je samenwerkt … kun je bepaalde doelen of onderwerpen verdiepen of verbreden. Vertrek wel telkens van goed omschreven leerdoelen als uitgangspunt voor je aanbod en evaluatie.
Alles wat aangeboden wordt, mag je evalueren (hoeft niet noodzakelijk met cijfers). Probeer als leraar wel zicht te houden op wat de leerling als basis moet kennen/kunnen (leerplandoelen) en wat je extra aanbiedt, zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de deliberatievraag.
Alles wat aangeboden wordt, mag je evalueren (hoeft niet noodzakelijk met cijfers). Probeer als leraar wel zicht te houden op wat de leerling als basis moet kennen/kunnen (leerplandoelen) en wat je extra aanbiedt, zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de deliberatievraag.
Deze doelen moeten aangeboden en geëvalueerd worden. Het is echter niet de bedoeling om deze doelen geïsoleerd aan te bieden. Je combineert ze best met de doelen uit de meer specifieke rubrieken verder in het leerplan.
Neen. Een PLC is in deze studierichting te beschouwen als een black box.