Stage is vanaf schooljaar 2024-2025 verplicht in zowel het 5de als 6de jaar. Naast stage zijn nog vele andere vormen van leren op de werkvloer mogelijk. Heel wat doelen uit het specifiek deel (zeker in A- en D/A- finaliteit) lenen zich om te realiseren via stage of werkplekleren. In de modellessentabel wordt bij het specifiek gedeelte gesproken van “inclusief werkplekleren”. Meer info over stage vind je op het PRO.- thema Stage.
Ontwerpen is het proces waarbij ideeën worden omgezet in concrete plannen (tekeningen, schema’s, ideeën, modellen, …) of producten.
In een schoolse context gaat het voornamelijk over:
In een schoolse context gaat het voornamelijk over:
- aanpassen
- verder ontwikkelen, uitwerken
- toevoegen van nieuwe elementen
- transformeren/omvormen
- uitbreiden
- veranderen
- vereenvoudigen
Dit materiaal en gereedschap moet beschikbaar zijn in functie van de uit te voeren opdracht. Een beperkte hoeveelheid kan volstaan afhankelijk van het aantal leerlingen dat op dit moment een opdracht uitvoert. Dit kan door de school ter beschikking gesteld worden of door de leerling zelf worden aangeschaft.
GIP is niet langer verplicht. Toch is een groter project, waarbij meerdere leerplandoelen gecombineerd worden, al dan niet in samenwerking met externen, mogelijk. Dit kan door maatschappelijke uitdagingen (LPD8) te onderzoeken (LPD6), ontwikkelen (LPD7), ontwerpen (LPD9) en eventueel te realiseren met aandacht voor de wisselwerking tussen de STEM-disciplines.
Wat in het leerplan staat is wat minimaal aangeboden moet worden, waarbij je de leerplandoelen ook minimaal mag lezen. Afhankelijk van jouw uitrusting, jouw leerlingengroep, jouw voorkeur, de bedrijven waarmee je samenwerkt … kun je bepaalde doelen of onderwerpen verdiepen of verbreden. Vertrek wel telkens van goed omschreven leerdoelen als uitgangspunt voor je aanbod en evaluatie.
Alles wat aangeboden wordt, mag je evalueren (hoeft niet noodzakelijk met cijfers). Probeer als leraar wel zicht te houden op wat de leerling als basis moet kennen/kunnen (leerplandoelen) en wat je extra aanbiedt, zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de deliberatievraag.
Alles wat aangeboden wordt, mag je evalueren (hoeft niet noodzakelijk met cijfers). Probeer als leraar wel zicht te houden op wat de leerling als basis moet kennen/kunnen (leerplandoelen) en wat je extra aanbiedt, zodat hiermee rekening kan gehouden worden bij de deliberatievraag.