Elke geschiedenisleerkracht herkent het wel: je vertelt enthousiast over de opkomst van het nationalisme of je laat een boeiende bron zien uit de middeleeuwen — en toch zie je dat een deel van je klas afhaakt. Andere leerlingen daarentegen willen nog méér details, nog méér diepgang. De uitdaging? Iedereen betrekken en uitdagen binnen één en dezelfde les. Dat is waar differentiatie het verschil kan maken.
Geschiedenis is een vak waarin we leerlingen niet enkel feiten aanleren, maar ook leren denken: kritisch, historisch, empathisch. Maar niet elke leerling leert op dezelfde manier, in hetzelfde tempo of met dezelfde voorkennis. Differentiatie helpt om die verschillen te erkennen én ermee aan de slag te gaan. Zo verhoog je de betrokkenheid van je leerlingen én hun leerwinst. Differentiëren is dus geen extraatje, maar een logische keuze als je alle leerlingen optimaal wil laten leren.
Differentiatie betekent niet dat je voor elke leerling een apart lesplan moet maken. Het gaat eerder over slimme keuzes maken in doelen, inhoud, werkvormen, ondersteuning en evaluatie. Enkele concrete voorbeelden:
Ondersteuning differentiëren betekent dat je nadenkt over welke leerlingen extra hulp nodig hebben om de leerdoelen te bereiken — zonder dat je die hulp automatisch aan iedereen geeft. Dit kan op verschillende manieren:
Deze vormen van ondersteuning kun je flexibel inzetten. Het hoeft niet elke les, en je hoeft zeker niet álles tegelijk te doen. Het gaat erom dat je anticipeert op drempels voor leren en dat je leerlingen middelen aanbiedt om daaroverheen te geraken — zonder dat het aanvoelt als “reductie”, maar eerder als een opstap.
Leerlingen verschillen in hoe ze het liefst en het best leren: sommigen houden van gestructureerde stappen, anderen floreren bij creativiteit of samenwerking. Door te variëren in werkvormen geef je hen de kans om op verschillende manieren actief met de leerstof aan de slag te gaan. Enkele concrete voorbeelden:
Prehistorie: Laat leerlingen de leefwereld van de eerste mensen verkennen via verschillende invalshoeken:
Middeleeuwen, Bij een les over de feodale samenleving of het leven op het domein:
Koude Oorlog: Laat leerlingen kiezen tussen verschillende werkvormen om hun inzicht in de spanningen tussen Oost en West te tonen:
Door deze keuzemogelijkheden geef je leerlingen ruimte om zich op een manier uit te drukken die bij hen past, en toon je tegelijk dat geschiedenis meer is dan leerstof reproduceren — het is ook denken, verbeelden, vertellen en structureren.
Begin klein. Kies één les of project waar je bewust differentieert, bijvoorbeeld rond de Eerste Wereldoorlog. Evalueer daarna samen met je leerlingen wat werkte en wat niet. Houd ook rekening met je eigen draagkracht: differentiatie werkt pas echt als het ook voor de leerkracht haalbaar blijft.
Samenwerking met collega’s loont: wissel ideeën uit, werk samen aan gedifferentieerd lesmateriaal of bespreek hoe je omgaat met heterogene klassen. En bovenal: zie differentiatie niet als een verplichting, maar als een manier om je vak nog sterker te maken.
Differentiëren in de les geschiedenis is geen eindpunt, maar een proces. Het vraagt tijd, oefening én durf om af te wijken van de klassieke aanpak. Maar de beloning is groot: meer betrokken leerlingen, meer eigenaarschap over leren en meer recht doen aan de diversiteit in je klas. En dat is waar goed onderwijs uiteindelijk om draait.