Secundair onderwijs

Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om een personeelslid te vervangen. Op deze pagina vind je waar je precies rekening mee moet houden en welke stappen je moet zetten.

Subsidieerbaarheid van de vervanging

sla link op in klembord

Kopieer

Indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden inzake de betrekking en de afwezigheid, kan een vervanger worden aangesteld en bezoldigd door de overheid, zonder dat hiervoor toelagen of andere middelen worden aangerekend aan het schoolbestuur.

Voorwaarden inzake de betrekking

sla link op in klembord

Kopieer

Een vervanger kan je enkel laten subsidiëren door de overheid wanneer die is aangesteld in een gesubsidieerde betrekking. Hieronder verstaan we een betrekking die is opgericht op basis van omkaderingsmiddelen (punten, uren, …): zowel in de betrekkingen waarin een benoeming mogelijk is, als in die waarin geen benoeming mogelijk is (bv. betrekkingen opgericht met punten van de globale enveloppe die de scholengemeenschap heeft voorafgenomen).

Je kan een interimaris daarentegen niet laten subsidiëren in de volgende betrekkingen:

  • het plage-uur van een titularis dat niet gebaseerd is op het pakket uren-leraar of op andere omkaderingsmiddelen (tenzij dit uur ook aan de vervanger kan worden opgelegd bij wijze van plage);
  • niet-organieke betrekkingen (code 165) die de Vlaamse reaffectatiecommissie heeft toegewezen aan terbeschikkinggestelde personeelsleden voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling in een organieke betrekking mogelijk is, of die de Vlaamse reaffectatiecommissie heeft toegewezen aan personeelsleden die uiterlijk op 1 augustus 2012 ter beschikking waren gesteld wegens ontstentenis van betrekking na uitspraak van de Pensioencommissie van Medex of in het kader van re-integratie;
  • de tewerkstelling die onder bepaalde voorwaarden en ten persoonlijke titel wordt toegekend aan directeurs of adjunct-directeurs die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking ten gevolge van de herstructurering van scholen of van het onderwijsaanbod;
  • de betrekkingen die niet zijn opgericht met omkaderingsmiddelen (uren, punten, betrekking van directeur), maar met het eigen werkingsbudget, voor de zgn. personeelsleden ten laste van het werkingsbudget (PWB). Bij afwezigheid van dergelijk personeelslid kan een vervanger enkel worden bezoldigd via hetzelfde principe, dus evenzeer ten laste van het werkingsbudget.

Voorwaarden inzake de afwezigheid

sla link op in klembord

Kopieer

Indien een gesubsidieerd personeelslid een dienstonderbreking geniet, wordt ook de vervanger gesubsidieerd op voorwaarde dat de afwezigheid van het te vervangen personeelslid voldoet aan elk van deze drie voorwaarden:

  • de afwezigheid vangt aan vóór 1 juni, én
  • ze omvat een ononderbroken periode van ten minste 10 werkdagen, én
  • ze vangt aan op méér dan 14 kalenderdagen voor het begin van de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie: is dit niet het geval, dan wordt de vervanger pas bezoldigd vanaf de eerste dag na die vakantie.

De afwezigheid vangt aan vóór 1 juni

sla link op in klembord

Kopieer

Een vervanger kan enkel worden gesubsidieerd indien de afwezigheid van het te vervangen personeelslid aanvangt vóór 1 juni. Het gaat hierbij om de aanvang van de globale afwezigheidsperiode van het personeelslid dat moet worden vervangen, niet om het type dienstonderbreking.

Het voorgaande betekent echter niet dat er na 1 juni geen vervanger meer zou mogen worden aangesteld. Indien de afwezigheid van de titularis vóór 1 juni is ingegaan, mag de vervanger ook nog op latere datum worden aangesteld. Uiteraard kan een vervanger enkel in dienst worden genomen indien hij op dat tijdstip van het schooljaar nog aanspraak kan maken op een salaristoelage.

Uitzondering: de voorwaarde dat de afwezigheid moet aanvangen vóór 1 juni geldt niet als het gaat om het ambt van directeur of om een omstandigheidsverlof n.a.v. de bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of om verlofweken postnatale rust.

Ononderbroken periode van 10 werkdagen afwezigheid

sla link op in klembord

Kopieer

De afwezigheid moet een ononderbroken periode van 10 werkdagen omvatten.

Onder "werkdag" verstaan we:

  • alle weekdagen (maandag t.e.m. vrijdag) van het schooljaar verstaan, behalve de dagen die voor heel het secundair onderwijs als schoolvakantie gelden zoals de wettelijke feestdagen, de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie enz. Deze schoolvakanties vind je terug op onderwijs.vlaanderen.be/schoolvakanties.
  • de dagen waarop de lessen geschorst worden zoals de pedagogische studiedag, de sportdag en de dagen besteed aan klassenraden aansluitend op evaluatieperiodes,
  • de schooldagen waarop het te vervangen personeelslid geen opdracht heeft,
  • de facultatieve vakantiedag (of twee halve dagen) die de school elk schooljaar zelf mag vastleggen.

De reden van de afwezigheid hoeft niet gedurende de hele periode dezelfde te zijn, voor zover het maar gaat om een periode van aaneensluitende afwezigheden die niet wordt onderbroken door tussenliggende kalenderdagen, zelfs niet door weekend- of vakantiedagen.

Van zodra de vereiste duur van de afwezigheidsperiode vaststaat, is voldaan aan de voorwaarde “10 werkdagen afwezigheid”. Indien de afwezigheid van een personeelslid aanvankelijk minder dan 10 werkdagen duurt, maar nadien aansluitend wordt verlengd (desgevallend met een andere soort dienstonderbreking) en aldus de vereiste duur van 10 werkdagen bereikt, is aan deze vervangingsvoorwaarde voldaan.

Opgelet: De periode van 10 werkdagen wordt per schooljaar bekeken. Een vervanger kan in september worden gesubsidieerd indien het personeelslid vanaf 1 september nog minstens 10 werkdagen afwezig is. De afwezigheidsdagen vóór 1 september worden niet meegerekend. Een uitzondering hierop vormt het bevallingsverlof dat reeds vóór 1 september was ingegaan, maar enkel op voorwaarde dat de titularis vastbenoemd is of dat ze vanaf 1 september aangesteld blijft in exact dezelfde betrekking (vak, graad, onderwijsvorm) waarin ze voor doorlopende duur was aangesteld op 31 augustus.

Indien de afwezigheid wegens ziekte van je personeelslid door de arts geattesteerd is voor een niet-onderbroken periode van minimaal 10 werkdagen, maar uiteindelijk minder dan 10 werkdagen duurt doordat de betrokkene vervroegd terug in dienst treedt (op eigen initiatief of op beslissing van de controlearts), dan blijft de vervanger gesubsidieerd tot op de laatste dag van het ingekorte ziekteverlof, zelfs indien het te vervangen personeelslid uiteindelijk minder dan 10 dagen afwezig is geweest. De subsidieerbaarheid van de vervanger komt m.a.w. niet in het gedrang door de vervroegde stopzetting van een ziekteverlof.

Bij de vervroegde stopzetting van elke andere dienstonderbreking daarentegen brengt de inkorting van de afwezigheid tot minder dan 10 opeenvolgende werkdagen met zich mee dat de vervanger vanaf de eerste dag niet meer gesubsidieerd wordt.

Beperking van de vervangingsmogelijkheid als de afwezigheid begint in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) een korte vakantieperiode

sla link op in klembord

Kopieer

Opgelet: deze beperking geldt echter niet:

  • indien het gaat om de vervanging van een directeur
  • indien de interimbetrekking bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling wordt opgenomen door een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking.

Indien de afwezigheid van een gesubsidieerd personeelslid aanvangt in een periode van 14 kalenderdagen vóór, of tijdens de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie, kan een vervanger pas aangesteld en gesubsidieerd worden vanaf de eerste schooldag na deze vakantieperiode. Deze beperking komt bovenop de gebruikelijke voorwaarden dat afwezigheid van de titularis moet beginnen vóór 1 juni en minstens 10 werkdagen moet duren.

Deze beperking geldt ook voor langdurige afwezigheden (bv. 15 weken bevallingsverlof, 4 maanden zorgkrediet) die aanvangen in de periode van 14 kalenderdagen voor de genoemde vakantieperiodes. Het gaat hierbij om de doorlopende afwezigheidsperiode van de titularis, niet om het type dienstonderbreking. Indien een personeelslid een eerste dienstonderbreking neemt die méér dan 14 kalenderdagen voor het begin van de genoemde vakantieperiodes aanvangt en nadien onmiddellijk aansluitend een andere dienstonderbreking neemt, loopt de afwezigheid door en kan een gesubsidieerde vervanger aangesteld worden of blijven.

Indien de interimbetrekking echter bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling (dus niet via een verlof voor tijdelijk andere opdracht) wordt opgenomen door een personeelslid dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking, dan zal deze TBS/OB’er wél worden bezoldigd, ook indien de dienstonderbreking van de titularis aanvangt in een periode van 14 kalenderdagen voor de genoemde vakantieperiodes.

Uitzonderingen

sla link op in klembord

Kopieer

In enkele gevallen moeten de drie hoger genoemde voorwaarden niet allemaal vervuld zijn, namelijk:

  • indien het te vervangen personeelslid een omstandigheidsverlof geniet naar aanleiding van de bevalling van zijn echtgenote of samenwonende partner: de afwezigheidsperiode hoeft geen 10 werkdagen te duren en hoeft niet vóór 1 juni te beginnen, maar indien de afwezigheid pas aanvangt in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie, wordt de vervanger pas bezoldigd vanaf de eerste dag na die vakantie.

  • indien het te vervangen personeelslid een "verlofweek postnatale rust" opneemt: de afwezigheidsperiode hoeft geen 10 werkdagen te duren en hoeft niet vóór 1 juni te beginnen , maar indien de afwezigheid pas aanvangt in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie, wordt de vervanger pas bezoldigd vanaf de eerste dag na die vakantie.

  • indien het gaat om de vervanging van een personeelslid dat is aangesteld in het ambt van directeur. In dit ambt kan een vervanger worden aangesteld bij elke dag dienstonderbreking, ook als die slechts 1 dag duurt of pas begint na 31 mei, of als ze begint in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie. Deze uitzondering geldt enkel voor de ambten van directeur, maar niet voor de andere selectie- en bevorderingsambten.

Vervanging van een interimaris

sla link op in klembord

Kopieer

Indien een interimaris is aangesteld en op zijn beurt afwezig is, dan kan ook die worden vervangen indien de afwezigheid van de interimaris voldoet aan de voorwaarden die gelden voor elke vervanging.

Indien de vervanger daarentegen geen dienstonderbreking geniet, maar ontslag heeft gegeven of gekregen, hebben we niet te maken met "de vervanging van een vervanger", maar met "de aanstelling van een nieuwe vervanger". Voor de rest van de periode van afwezigheid van de titularis kan zonder twijfel een nieuwe vervanger aangesteld worden, vermits er reeds voldaan was aan de voorwaarden in hoofde van de titularis.

Ambt, puntenwaarde en omvang van de vervanging

sla link op in klembord

Kopieer

Het ambt waarin de vervanger wordt aangesteld

sla link op in klembord

Kopieer

Een interimaris stel je steeds aan in een betrekking van hetzelfde ambt als dat van de titularis.

Uitzonderingen:

De puntenwaarde van de betrekking bij vervanging

sla link op in klembord

Kopieer

Een vervanging in een betrekking die is opgericht op basis van punten heeft geen invloed op de puntenwaarde van die betrekking: deze blijft steeds bepaald door de titularis, ook indien hij wordt vervangen door een personeelslid met een hogere salarisschaal of een ander bekwaamheidsbewijs. Dit geldt in elk geval voor de betrekkingen in het bestuurs- en onderwijzend personeel (taak- en functiedifferentiatie) en in principe ook voor de betrekkingen van het ondersteunend personeel.

Een tijdelijke vervanger in het ondersteunend personeel kan in de regel geen hoger salaris krijgen dan de titularis, ook niet indien de vervanger een hoger diplomaniveau bezit. Het schoolbestuur heeft echter wel de mogelijkheid (niet de verplichting!) om de puntenwaarde van de betrekking te verhogen in functie van het diplomaniveau van de interimaris, althans indien de school over de nodige punten beschikt. In geval van verhoging van de puntenwaarde zal de interimaris een hoger barema genieten.

Is de titularis aangesteld in het ambt van ICT-coördinator:

  • met punten uit de puntenenveloppe ICT, dan wordt de vervanger wel bezoldigd op basis van zijn bekwaamheidsbewijs, ongeacht de puntenwaarde van de betrekking;
  • met punten uit de globale puntenenveloppe, dan gelden dezelfde regels als voor de andere ambten van het ondersteunend personeel.

Een ter beschikking gesteld personeelslid dat bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling is aangesteld in het ondersteunend personeel, wordt steeds bezoldigd aan het barema waaraan het vastbenoemd is, zonder dat de puntenwaarde van de betrekking hoeft te worden aangepast.

Wanneer een titularis wordt vervangen door een interimaris met een lager diplomaniveau, komen er géén punten vrij: ook dan blijft de puntenwaarde van de betrekking nog steeds bepaald door de titularis:

Het vak waarin de interim-leraar wordt aangesteld

sla link op in klembord

Kopieer

Hierbij maken we een onderscheid tussen lesuren (contacturen) en "uren die geen lesuren zijn" zoals BPT, GOK, Seminaries, aanvangsbegeleiding enz.

De vervanging in lesuren (contacturen)

sla link op in klembord

Kopieer

Het uitgangspunt is en blijft dat een leraar die in contacturen wordt aangesteld ter vervanging van een andere leraar, wordt aangesteld in hetzelfde vak.

Gezien de schaarste op de arbeidsmarkt zal het soms onmogelijk zijn om een geschikte kandidaat te vinden die (desnoods met een "ander" bekwaamheidsbewijs) kan worden aangesteld onder dezelfde administratieve vakbenaming. In dergelijke situatie kan hetzelfde leerplan door de vervanger worden afgewerkt onder de gelijkstelling met een andere administratieve vakbenaming dan voor de titularis, althans met een van de vakbenamingen waaronder dat leerplan is goedgekeurd.

Soms gebeurt het dat er gedurende lange tijd helemaal geen kandidaat beschikbaar wordt gevonden die het leerplan kan afwerken waarvoor een titularis afwezig is. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het schoolbestuur dan beslissen om de leerlingen tijdens die periode een ander leerplan van de lessentabel van dat structuuronderdeel te laten afwerken, bv. een vak waarvoor ze nog een achterstand moeten inlopen. In deze omstandigheden wordt de vervanger niet enkel aangesteld onder een andere administratieve vakbenaming dan de titularis, maar wordt hij zelfs belast met het realiseren van een ander leerplan. Deze handelwijze wordt toegelaten door de overheid. Wel moet de gekozen administratieve vakbenaming steeds corresponderen met het leerplan dat een leraar in de feiten aanbiedt: het kan niet de bedoeling zijn om hem anciënniteit te laten opbouwen in een vak dat hij helemaal niet geeft.

De school moet er echter rekening mee houden dat het hierdoor problematisch kan worden om het leerplan af te werken van het vak waarmee de afwezige titularis is belast. Na zijn terugkeer zal hij immers niet over bijkomende lesuren beschikken om de "verloren" uren te recupereren, omdat er geen vacature zal zijn die hij bijkomend zou kunnen opnemen. Bovendien is de overheid van mening dat de schoolbesturen ook bij overmacht (bv. een tekort aan leerkrachten) verplicht zijn om de goedgekeurde leerplannen te realiseren en de eindtermen en ontwikkelingsdoelen te bereiken resp. na te streven.

Zoals gezegd zal je deze mogelijkheid slechts in uitzonderlijke omstandigheden en voor een korte periode kunnen toepassen, en al zeker niet bij de aanstelling van een vervanger voor een langere termijn.

Voor de vakken AV Exploratie, AV Expressie en AV Sociale activiteiten zijn geen bekwaamheidsbewijzen vastgelegd: hoewel deze vakken worden ingericht als lesuren (contacturen), worden ze gelijkgesteld met een ander vak in functie van het bekwaamheidsbewijs van de leraar. Voor de aanstelling van een interimaris hebben we hier dezelfde mogelijkheden als bij de aanstelling van een vervanger in een "uur dat geen lesuur is".

De vervanging in "uren die geen lesuren zijn"

sla link op in klembord

Kopieer

Bij de vervanging van een titularis die belast is met "uren die geen lesuren zijn" zoals bijzondere pedagogische taken (BPT), interne pedagogische begeleiding (IPB), klassenraad, klassendirectie, inhaalles, nascholing, GOK, taak- en functiedifferentiatie (TFD), ICT-coördinatie en dergelijke, wordt de vervanger aangesteld in dezelfde opdracht (BPT, klassendirectie, inhaalles, …). De administratieve gelijkstelling van die opdracht kan echter verschillen: de gelijkstelling met een bepaald vak gebeurt voor elke leraar afzonderlijk in functie van zijn eigen bekwaamheidsbewijs, en hoeft voor de vervanger dus niet hetzelfde te zijn als voor de titularis. Daarbij kan het niet alleen gaan om een ander vak, maar eveneens om een andere onderwijsvorm of graad.

De wijziging van graad is zelfs mogelijk bij uren die zijn gecreëerd op basis van punten (taak- en functiedifferentiatie), zonder dat dit gevolgen heeft door de puntenwaarde van de betrekking.

Wanneer een godsdienstleraar belast is met "uren die geen lesuren zijn" en daarin moet worden vervangen, zal die opdracht in principe ook voor de interimaris worden gelijkgesteld met Katholieke godsdienst. Ze kan voor de interimaris ook met een ander vak worden gelijkgesteld (dus in het ambt van leraar), doch enkel op voorwaarde dat men er zeker van is dat ook dan nog het volledige pakket godsdiensturen van de school wordt aangewend in het ambt van godsdienstleraar.

Verdeling van een interim over meerdere vervangers

sla link op in klembord

Kopieer

Het schoolbestuur is er niet toe verplicht om de volledige betrekking van een afwezige titularis toe te vertrouwen aan één enkele vervanger, althans voor zover ze het recht op aanstelling respecteert dat personeelsleden kunnen doen gelden op deze niet-vacante betrekking, te weten het recht op reaffectatie/wedertewerkstelling of op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur.

  • In de ambten van leraar en godsdienstleraar kan een betrekking per lesuur worden opgesplitst.
  • In de ambten van het ondersteunend personeel kunnen niet-vacante betrekkingen per uur worden opgesplitst; 
  • Ook in de ambten van technisch adviseur en technisch adviseur-coördinator kan een niet-vacante betrekking desgevallend over meer dan één interimaris worden verdeeld, ook hier in tegenstelling tot vacante betrekkingen die ook in deze ambten enkel voltijds of halftijds mogen worden ingericht.

Het voornemen om een betrekking van leraar, godsdienstleraar, opvoeder of administratief medewerker op te splitsen mag echter geen afbreuk doen aan het voorrangsrecht van personeelsleden met recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur.

Een leraar heeft een opdracht van 20/20 AV Wiskunde, samengesteld uit twee pakketten van 6 uur en één van 8 uur per week. In de scholengemeenschap is er een leraar met recht op TADD die nog maar een opdracht van 18/20 heeft en geen overwerk wenst te presteren. Het schoolbestuur is er niet toe verplicht om aan deze voorrangsgerechtigde slechts 2 uur van deze pakketten aan te bieden: het voorrangsrecht van de TADD'ers mag niet leiden tot een pedagogisch onverantwoorde opsplitsing van de opdracht.

Einde van de aanstelling van de vervanger

sla link op in klembord

Kopieer

De aanstelling van een vervanger eindigt:

  • van rechtswege
  • bij ontslag uitgaande van het personeelslid of van het schoolbestuur

Meer informatie hierover is terug te vinden op onze webpagina “Einde aanstelling en ontslag”, beëindiging van een TABD-aanstelling.

Bezoldiging van de vervanger

sla link op in klembord

Kopieer

Over de bezoldiging van tijdelijke personeelsleden vind je meer informatie op onze webpagina "Salaris en vergoedingen".

Administratieve aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Geen vermelding van einddatum op de arbeidsovereenkomst

sla link op in klembord

Kopieer

Bepaalde softwarepakketten stellen standaard een einddatum voor in de arbeidsovereenkomst van tijdelijke personeelsleden. Het is ten stelligste aan te raden deze einddatum te verwijderen uit het contract. Bij een interim-opdracht is het immers nooit uit te sluiten dat de titularis opnieuw in dienst treedt op een latere of zelfs op een vroegere datum dan voorzien. En indien je een aanstelling in vacante uren zou laten eindigen op 30 juni, kan geen aanwezigheid op de deliberatie of andere vakantieprestatie worden geëist, aangezien de betrokkene op dat moment geen personeelslid meer is. De beëindiging van de aanstelling volgt steeds uit de bepalingen van het decreet Rechtspositie, dat één geheel uitmaakt met de arbeidsovereenkomst volgens de modellen die Katholiek Onderwijs Vlaanderen daarvoor aanreikt.

Bij de elektronische opdrachtmelding RL-1 moet de einddatum wel worden vermeld, doch enkel in functie van de bezoldiging van het personeelslid. Het stopzetten van de salarisuitbetaling valt echter niet steeds samen met het einde van de juridische band tussen schoolbestuur en personeelslid.

Opbouw dienstanciënniteit

sla link op in klembord

Kopieer

Het dóórlopen van de bezoldiging van een tijdelijk personeelslid in een weekend of korte vakantieperiode tussen twee verschillende aanstellingsperiodes betekent niet dat het personeelslid in die tussenliggende dagen dienstanciënniteit opbouwt. Weekends en korte vakantieperiodes worden enkel meegerekend indien zij vallen in de aanstellingsperiode.

Uitdienstmelding van de vervanger

sla link op in klembord

Kopieer

Elke beëindiging van de aanstelling van de vervanger moet expliciet gemeld worden aan het werkstation met een RL-4; de melding dat de titularis opnieuw in actieve dienst treedt, volstaat hiervoor niet. Indien het einde van de aanstelling van de vervanger niet wordt meegedeeld, zou de administratie kunnen concluderen dat er een aantal uren-leraar te veel zijn ingericht, en zal ze de salaristoelagen daarvoor terugvorderen.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio