Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om een personeelslid te vervangen. Op deze pagina vind je waar je precies rekening mee moet houden en welke stappen je moet zetten.
Een vervanger kan enkel door de overheid worden gesubsidieerd als hij/zij wordt aangesteld in een gesubsidieerde betrekking, dat wil zeggen in de gesubsidieerde betrekking van directeur of in de gesubsidieerde betrekkingen van internaatsmedewerker of administratief medewerker binnen de omkadering van het onderwijsinternaat.
Het is daarentegen niet mogelijk een interimaris te laten subsidiëren in de volgende betrekkingen:
Het is mogelijk om een titularis te vervangen door een personeelslid met een bekwaamheidsbewijs van een ander opleidingsniveau. De ORE-waarde van de oorspronkelijke betrekking van de titularis blijft gelden.
De vervanger wordt wel bezoldigd op basis van het eigen bekwaamheidsbewijs. Dat betekent dat de salarisschaal van de vervanger lager of hoger kan liggen in vergelijking met deze van de titularis.
De vervanger van het personeelslid dat afwezig is, krijgt een salaris of salaristoelage als de vervanging verder aan de volgende voorwaarden voldoet:
Als een internaatsmedewerker of administratief medewerker is aangesteld als interimaris en op zijn beurt afwezig is, kan ook hij worden vervangen indien de afwezigheid van de interimaris voldoet aan de voorwaarden die gelden voor elke vervanging, nu niet meer in hoofde van de titularis, maar in hoofde van de “eerste interimaris” die moet worden vervangen.
Een directeur-interimaris die zelf een dienstonderbreking neemt, kan zonder verdere voorwaarden worden vervangen.
Het bestuur is er niet toe verplicht om de volledige betrekking van een afwezige titularis toe te vertrouwen aan één enkele vervanger, althans voor zover het recht op aanstelling wordt gerespecteerd dat personeelsleden kunnen doen gelden op deze niet-vacante betrekking, nl. hun recht op reaffectatie/wedertewerkstelling of op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur. Indien deze rechten zijn gerespecteerd, is opsplitsing mogelijk:
Op het ogenblik dat de titularis opnieuw in dienst treedt, eindigt de aanstelling van de interimaris van rechtswege. Hierbij maakt het geen verschil uit of de terugkeer van de titularis plaatsvindt op een werkdag dan wel op een weekend- of vakantiedag.
Ook wanneer een dienstonderbreking vroeger eindigt dan voorzien, eindigt de aanstelling van de vervanger op het ogenblik dat de titularis (vervroegd) opnieuw in dienst treedt.
Een wijziging van de reden voor de dienstonderbreking daarentegen heeft geen gevolg voor de aanstelling van de vervanger: zo lang de titularis ononderbroken afwezig blijft, blijft de interimaris aangesteld.
Indien een personeelslid ziek is op de vooravond van een weekend, feestdag of vakantieperiode (andere dan de zomervakantie) en - althans administratief - opnieuw in dienst treedt in dat weekend, op die feestdag of in die vakantieperiode, dan komt daardoor van rechtswege een einde aan de aanstelling van de vervanger. Dit blijft zelfs zo indien de titularis daags na dat weekend of die feestdag of vakantieperiode opnieuw ziekteverlof geniet: in dat geval worden de tussenliggende schoolvrije dagen wel voor de titularis in mindering gebracht van zijn recht op bezoldigd ziekteverlof, maar dit heeft geen gevolgen voor zijn administratieve toestand.
De einddatum van 30 juni die aan het werkstation moet worden doorgegeven als einddatum van de opdracht van de internaats- of administratief medewerker, heeft enkel waarde in functie van de stopzetting van de salaristoelagen vanaf 1 juli en de uitkering van de uitgestelde bezoldiging. Volgens het decreet Rechtspositie eindigt het schooljaar immers niet op 30 juni, maar pas op 31 augustus.
Voor personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld voor bepaalde duur in een wervingsambt (zoals internaatsmedewerker), brengt het einde van het schooljaar (31/8) van rechtswege het einde van de aanstelling mee. Dit is echter niet zo voor de personeelsleden die zijn aangesteld:
Indien een titularis een dienstonderbreking geniet tot en met 31 augustus en aansluitend opnieuw vanaf 1 september, dan loopt de aanstelling van de vervanger door over de schooljaren heen indien die vervanger was aangesteld voor doorlopende duur (internaats- of administratief medewerker) ofwel als directeur, ofwel als gereaffecteerde/wedertewerkgestelde (om het even welk ambt).
Meer informatie vind je op de webpagina "Einde aanstelling en ontslag".
Meer informatie vind je op de webpagina "Einde aanstelling en ontslag".
Meer informatie vind je onder het thema "Salaris en vergoedingen".
Bepaalde softwarepakketten stellen standaard een einddatum voor in de arbeidsovereenkomst van tijdelijke personeelsleden. Het is ten stelligste aan te raden deze einddatum te verwijderen uit het contract. Bij een interim-opdracht is het immers nooit uit te sluiten dat de titularis opnieuw in dienst treedt op een latere of zelfs op een vroegere datum dan voorzien. Indien men een aanstelling in een vacante betrekking zou laten eindigen op 30 juni, kunnen geen vakantieprestaties worden geëist, aangezien de betrokkene op dat moment geen personeelslid meer is. De beëindiging van de aanstelling volgt steeds uit de bepalingen van het decreet Rechtspositie, dat één geheel uitmaakt met de arbeidsovereenkomst volgens de modellen die Katholiek Onderwijs Vlaanderen daarvoor aanreikt.
Bij de elektronische opdrachtmelding RL-1 moet de einddatum wel worden vermeld, enkel in functie van de bezoldiging van het personeelslid. Het stopzetten van de salarisuitbetaling valt echter niet steeds samen met het einde van de juridische band tussen bestuur en personeelslid.
Het dóórlopen van de bezoldiging van een tijdelijk personeelslid in een weekend of korte vakantieperiode tussen twee verschillende aanstellingsperiodes betekent niet dat het personeelslid in die tussenliggende dagen dienstanciënniteit opbouwt. Weekends en korte vakantieperiodes worden enkel meegerekend indien zij vallen in de aanstellingsperiode.
Elke beëindiging van de aanstelling van de vervanger moet expliciet gemeld worden aan het werkstation met een RL-4; de melding dat de titularis opnieuw in actieve dienst treedt, volstaat hiervoor niet. Indien het einde van de aanstelling van de vervanger niet wordt meegedeeld, zou de administratie kunnen concluderen dat er een aantal uren te veel zijn ingericht, en zal ze de salaristoelagen daarvoor terugvorderen.