Onderwijsaanpak

Taalontwikkeling stimuleren in de dagdagelijkse communicatie

sla link op in klembord

Kopieer

De leraren en de ouders zijn heel belangrijk om de taalontwikkeling te stimuleren. Dit kan door middel van een goede basishouding in een gesprek.

Het gesprek en de dagelijkse communicatie zijn de beste oefenmomenten om het taalgebruik te ontwikkelen en om begrippen en taalregels eigen te maken. Dat kunnen alledaagse gesprekken zijn over van alles en nog wat, of het kunnen leergesprekken zijn rondom een onderwerp in de klas of uit een boek. Ook bij samen spelen past samen praten.

Taaldidactiek

sla link op in klembord

Kopieer

Belangrijke principes uit de taaldidactiek die in de scholen voor type 7 worden aangewend.

Gebruik betekenisvolle taal

sla link op in klembord

Kopieer

  • Sluit aan bij iets wat het kind beleeft of heeft ervaren op dat moment.
  • Sluit aan bij de specifieke interesse van het kind.

Gebruik visuele hulpmiddelen

sla link op in klembord

Kopieer

Gebruik visuele hulpmiddelen zoals foto’s, boeken of materialen om datgene wat in de spreektaal uitgewisseld wordt, te visualiseren

Visualiseer een gesprek met schrift

sla link op in klembord

Kopieer

  • Het kind kan nu letterlijk terugkijken naar wat er gezegd is.
  • Gebruik zeker bij kleuters hiervoor woorden, gecombineerd met foto’s en tekeningen.
  • Het kind reflecteert op de gesproken taal en de ontwikkeling van het luisteren, spreken en lezen wordt hiermee bevorderd. Het gevisualiseerde gesprek compenseert het zwakke auditief geheugen. Je kunt samen terugkijken op wat er eerder gezegd is en zelfs geruime tijd later kun je terugkomen op een eerder gesprek. “Weet je nog toen…”.

Gebruik lichaamstaal en gesticulaties (natuurlijke gebaren)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Laat met je hele houding zien dat je luistert en hoort wat het kind zegt. Het kind voelt zich gehoord en begrepen en wordt gestimuleerd om verder te spreken.
  • Heb ook oog voor de non-verbale signalen dat het kind uitstuurt. Hoe kijkt het kind? Is zijn lichaam afgewend of juist niet?

Ga op ooghoogte van een kind met hem of haar in gesprek

sla link op in klembord

Kopieer

  • Zo krijgt het kind het gevoel dat je gelijkwaardig in gesprek bent.
  • Kijk naar datgene waar het kind ook naar kijkt en neem een afwachtende houding aan.
  • Een duidelijk mondbeeld kan helpen.

Dwing jezelf om goed te luisteren en te volgen

sla link op in klembord

Kopieer

Stel zoveel mogelijk open vragen

sla link op in klembord

Kopieer

Vragen als “wat is dat?” of ja-neenvragen lokken niet zoveel gesprek uit.
Goede vragen zijn vragen die gericht zijn op de oprechte interesse.
Geef het kind de mogelijkheid om op zijn eigen manier te antwoorden.
Maar let hierop: wanneer jij meerdere vragen achter elkaar stelt, kan het kind hierdoor de draad kwijtraken.

Neem de tijd

sla link op in klembord

Kopieer

  • Laat het kind rustig nadenken over zijn taaluiting
  • Kinderen met STOS/OD hebben meestal een vertraagde taalverwerking en taalproductie.
  • Het kind leert zijn/haar beurt te nemen in het gesprek.

Het kind leert zijn/haar beurt te nemen in het gesprek.

Geef de taaluiting van het kind goed terug

sla link op in klembord

Kopieer

  • Ga in op wat het kind zegt.
  • Herhaal, verwoord wat het kind of de jongere bedoelt. Zeg wat het kind bedoelt terug op de juiste manier zodat het kind de juiste taalvorm hoort.
  • Je verbetert het kind maar op een manier die niet storend is voor het gesprek.
  • Bijvoorbeeld: Leerling: “ik oma uwees”: Jij: “Ben jij bij oma geweest?”
  • Je geeft feedback, zonder dat je expliciet zegt dat de taaluiting van het kind niet correct was.
  • Pas hierbij uw spreektempo aan. Geef het kind of de jongere de tijd.

Voeg op een natuurlijke manier nieuwe taal, ervaringen en ideeën toe aan het gesprek

sla link op in klembord

Kopieer

  • Doe dit met woorden en taal die horen bij het ontwikkelingsniveau en de leeftijd van het kind. Zie je dat dit nog een brug te ver is, neem dan een stapje terug.
  • Je kunt nieuwe woorden toevoegen in jouw eigen taaluitingen en daarin meteen een omschrijving of uitleg van het woord aanbieden.

Voeg ook eens gevoelstaal, omgangstaal of figuurlijke taal toe

sla link op in klembord

Kopieer

Doordat je als leerkracht voorbeelden van goed gespreksgedrag geeft, kan een kind elementaire gespreksregels leren

sla link op in klembord

Kopieer

  • Geef aandacht door te kijken.
  • Beurtnemen.
  • Blijf bij het gespreksonderwerp.
  • Probeer je boodschap precies te formuleren.
  • Los misverstanden op.

Ondersteunende communicatiemiddelen

sla link op in klembord

Kopieer

Ondersteunende communicatiemiddelen kunnen ingezet worden om:

  • Taalverwerving en taalbegrip te ondersteunen.
  • Bij taalproductie: het produceren van boodschappen, woordvindingsmoeilijkheden, complexe boodschappen, vertellen …
  • Om een zichtbare structuur (ook in taalstructuren) aan te brengen.

Verschillende vormen van ondersteunende communicatie

sla link op in klembord

Kopieer

Motorische vormen: bewegingen versterken de talige boodschap of voegen informatie toe.

sla link op in klembord

Kopieer

  • Oogcontact, blikrichting, mimiek, lichaamshouding, natuurlijke gebaren ...
  • SMOG (Spreken Met Ondersteuning van Gebaren), vingerspelling, klankgebaren, uitbeelden …

Grafische communicatievormen kunnen gebruikt worden als communicatiehulpmiddel

sla link op in klembord

Kopieer

  • Geschreven taal, foto’s, fotomapjes, plaatjes, filmpjes, zelfgemaakte tekeningen ...
  • Pictogrammen
  • Mindmaps, oplossingsschema’s ...
  • Methode Rondom

Ruimtelijke communicatievormen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Voorwerpen uit de leefwereld van het kind

Akoestische ondersteunende communicatievormen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Klassikale geluidsversterking apparatuur als soundfield systems, soloapparatuur
  • Spraaktechnologie …

×
Kijkt als...
Niveau
Regio