De leraren en de ouders zijn heel belangrijk om de taalontwikkeling te stimuleren. Dit kan door middel van een goede basishouding in een gesprek.
Het gesprek en de dagelijkse communicatie zijn de beste oefenmomenten om het taalgebruik te ontwikkelen en om begrippen en taalregels eigen te maken. Dat kunnen alledaagse gesprekken zijn over van alles en nog wat, of het kunnen leergesprekken zijn rondom een onderwerp in de klas of uit een boek. Ook bij samen spelen past samen praten.
Belangrijke principes uit de taaldidactiek die in de scholen voor type 7 worden aangewend.
Gebruik visuele hulpmiddelen zoals foto’s, boeken of materialen om datgene wat in de spreektaal uitgewisseld wordt, te visualiseren
Vragen als “wat is dat?” of ja-neenvragen lokken niet zoveel gesprek uit.
Goede vragen zijn vragen die gericht zijn op de oprechte interesse.
Geef het kind de mogelijkheid om op zijn eigen manier te antwoorden.
Maar let hierop: wanneer jij meerdere vragen achter elkaar stelt, kan het kind hierdoor de draad kwijtraken.
Het kind leert zijn/haar beurt te nemen in het gesprek.
Voeg op een natuurlijke manier nieuwe taal, ervaringen en ideeën toe aan het gesprek
Ondersteunende communicatiemiddelen kunnen ingezet worden om:
Motorische vormen: bewegingen versterken de talige boodschap of voegen informatie toe.
Grafische communicatievormen kunnen gebruikt worden als communicatiehulpmiddel