Wie deze blog regelmatig volgt, weet dat er in de voorbije periode zeker geen gebrek aan aandacht voor dit thema was. Er waren aanvankelijk twee vragenstellers nu, maar Katia Segers was er niet meer geraakt. Dus the floor was helemaal voor Jos D’Haese, niet meteen een vast lid van de Onderwijscommissie, maar in onze parlementaire democratie heeft elk Vlaams Parlementslid vraag-, spreek- en ander initiatiefrecht in elke commissie. Wat me opviel, was dat de vragensteller mondeling stevig uitweidde in vergelijking met zijn schriftelijk ingediende versie. Oké, alles kan. Maar waarom het tegenwoordig bon ton is om met casuïstiek (op voornaam) een parlementaire vraag in te kleuren, ontgaat mij toch enigszins. Nu figureerde de vriendin van vragensteller D’Haese, weliswaar zonder voornaam, even in diens verhaal. Voor hij aan zijn ingediende, mooi sober geformuleerde vragen toekwam, begon hij zelfs al met wat extra verbale inkleding in zijn intro te anticiperen op die vragen. Samengevat: hoe zat het met dat nieuwe meldpunt (en de toegankelijkheid ervan) voor grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs, dat een deel zou worden van het nieuwe Vlaams Mensenrechteninstituut (VMRI)?
Minister Weyts duidde de voorgeschiedenis omstandig en in het bijzonder het overleg met zijn collega-ministers Zuhal Demir en Bart Somers, en met de onderwijssector in december 2022. Het VMRI zou medio maart van dit jaar starten. Er zou daar als frontoffice gewerkt worden met één toegangspoort voor meldingen van grensoverschrijdend gedrag. De minister ging ook gedetailleerd in op de werking van de backoffice, zelfs in de ruimere dan de puur juridische betekenis. Op het vermelde overleg werden heel wat relevante onderwijsvragen besproken, ook in relatie tot de interne meldpunten van de instellingen, die bleven werken. Voor onderwijs kwam er binnenkort een decretale verankering: specifiek voor de centrale registratie van de meldingen binnen de instellingen en voor het statuut van vertrouwenspersoon.
Vragensteller D’Haese vond dat nog veel moest worden ingevuld en 15 maart was als het ware al morgen. De minister had niet echt geantwoord op de vragen, volgens de vragensteller. En dus herhaalde hij doodleuk er enkele van. Van de vier interveniënten (Brecht Warnez, Johan Danen, Hannelore Goeman en Koen Daniëls, wiens verbazing over Goeman et al. ook ik terecht vond; Daniëls’ kritiek op de uitspraak van Brecht Warnez moest volgens mij dan toch weer wel wat genuanceerd worden: Warnez bedoelde met “een aantal jaren” wellicht “in deze legislatuur”, en dan was Daniëls’ kritiek onterecht; tijdens de vorige legislatuur onder onderwijsminister Hilde Crevits was Warnezs partij, cd&v, inderdaad (nog) niet te vinden voor zo’n extern meldpunt voor het (hoger) onderwijs, maar partijgenote Katrien Schryvers was toen, en zelfs nog vroeger, weliswaar voor andere sectoren, toch al in de weer voor een extern meldpunt; nuances hebben nu eenmaal hun rechten) kwamen alleen nog enkele beperkte (vaak ook herhalingen: de noodzakelijke sectorspecifieke kennis bij het VMRI en de dito laagdrempeligheid) opmerkingen en punctuele vragen.
Minister Weyts mikte met de hogeronderwijsinstellingen op een effectieve start van het externe meldpunt aan het begin van het volgende academiejaar. De keuze voor een melder tussen een intern en het externe meldpunt vond de minister belangrijk. Elke sector en elk beleidsdomein zijn eigen meldpunt geven vond hij géén goed idee. Eén frontoffice dus, de backoffice bood meerdere mogelijkheden. De precieze fysieke locatie of locaties van het VMRI vielen nog te bekijken.
Vragensteller D’Haese besloot: de bedenkingen en vragen van de VVS, die hij vertolkt had, werden volgens hem toch wat te snel weggewimpeld; de Vlaamse regering had met de VMRI de situatie (cf. het federale UNIA) net complexer gemaakt; en vragensteller D’Haese rekende er ten slotte op dat de minister nog zou overleggen met de studenten over de laagdrempeligheid en de expertise in de specificiteit van de hogeronderwijssector.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de oprichting van een extern meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs van Jos D'Haese” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen