Het leek mij al een tijdje geleden dat het nog over dit in bepaalde milieus toch wel problematische deelaspect van de modernisering secundair onderwijs gegaan was in de Onderwijscommissie. Misschien zijn recentere besprekingen mij ontgaan, maar alleszins werd het thema besproken haast exact dag op dag twee jaar geleden. Vragensteller Loes Vandromme kaartte het nu opnieuw aan. Over enkele jaren namelijk zouden de voorliggende plannen over de zgn. arbeidsmarktgerichte Se-n-Se-opleidingen in kwestie in hun nieuwe format werkelijkheid worden. Het probleem lag bij een (bewuste) wijziging in de regelgeving ten opzichte van de huidige (dus nu nog altijd bestaande) regeling dat kort gezegd, een bso-getuigschrift (6 jaar bso) mét daarbovenop een Se-n-Se-opleiding (zeg maar, een zevende jaar) een diploma secundair onderwijs oplevert (onderwijskwalificatie 4), dat rechtstreeks toegang verleent tot hoger onderwijs (graduaats- én bacheloropleidingen). Dat laatste zal in de toekomst niet meer het geval zijn, tenminste, voor de zgn. (nieuwe) specifieke Se-n-Se-opleidingen: dan is in die situatie de toegang alleen tot de graduaatsopleidingen (VKS-5) mogelijk. De huidige Se-n-Se’s zijn bovendien in het systeem van duaal leren net een goede aantrekkingspool voor arbeidsmarktrijpe leerlingen, wat dus belangrijk is voor de (noodzakelijke) groei van het duaal-lerensysteem in het algemeen. Zag minister Weyts mogelijkheden om het geschetste probleem op te lossen?
De minister overliep de regelgeving, zoals die in het verleden tot stand gekomen was in het dossier van de modernisering secundair onderwijs (het zgn. Masterplan (2013) enz.: de geïnteresseerde lezer kent dat verhaal wel), mét dus de toen gemaakte keuzes op grond van vaststellingen over de instroom in het hoger onderwijs en de aansluiting van arbeidsmarktgerichte opleidingen secundair onderwijs op de arbeidsmarkt. Accurate communicatie (door de onderwijsadministratie én de scholen zelf) over die nieuwe situatie was cruciaal, aldus de minister, maar hij bewoog duidelijk niet in de richting van een aanpassing waarnaar vragensteller Vandromme geïnformeerd had.
Zij probeerde het toch opnieuw door een specifieke doelgroep van leerlingen in dit verband preciezer te omschrijven, namelijk: leerlingen die na een huidig zevende jaar (Se-n-Se) rechtstreeks instromen in een bacheloropleiding en een goed slaagpercentage vertonen. Eventueel zouden enkele extra modules (cf. ook het volwassenenonderwijs) voor zulke leerlingen in het toekomstige systeem al enig soelaas kunnen bieden, zo opperde Vandromme een soort gemengd systeem. Interveniënt Koen Daniëls zag in dat laatste idee ook wel wat, maar dan wel voor die ándere, tweede soort Se-n-Se-opleidingen in de toekomst, die net een algemene vorming zullen inhouden als expliciete voorbereiding op hoger onderwijs (bacheloropleidingen). Voorts weidde Daniëls nog uit over he belang van relevante en duidelijke beroepskwalificaties in de nieuwe zevende jaren, waarbij hij heel even over “koepels” sprak, terwijl hij “beroepssectoren” bedoelde, vermoedde ik, maar dat terzijde.
De rest van de bespreking bracht nog wat herhaling van de precieze regelgeving in de toekomst en de mogelijke opening die ook interveniënt Daniëls gemaakt had, die vragensteller Vandromme niet ontgaan was. In het verleden ging het bij dit thema ook telkens over de naamgeving van die nieuwe zevende jaren (i.p.v. het wat exotische Se-n-Se), maar nu deed minister Weyts er nog een schep bovenop met zijn verwijzing naar een sterrenrestaurant in Waasmunster én naar “andere zaken”. Ik kon zelf die lichtvoetige momenten wel smaken, maar verplicht de lezer natuurlijk niet tot het openklikken van de hyperlinks.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de gevolgen van de hervorming van het secundair onderwijs voor arbeidsmarktgerichte Se-n-Se van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen